Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
M2 herhaling H6&H7
KENNISTEST
Slide 1 - Diapositive
Wat is protectie?
A
Mensen extra geld geven
B
Exporteren uit het buitenland
C
Productie in eigen land beschermen
Slide 2 - Quiz
Collectieve sector
Particuliere sector
Overheid en instellingen sociale zekerheid
Bedrijven en burgers
Wil winst maken
Hoeft geen winst te maken
Slide 3 - Question de remorquage
Belastingen
Niet-belastingontvangsten
BTW
Accijns
Winst overheidsbedrijven
Boetes
Inkomsten-belasting
Slide 4 - Question de remorquage
De WW is een
A
Sociale voorziening
B
Werknemersverzekering
C
Volksverzekering
D
Zorgverzekering
Slide 5 - Quiz
De belangrijkste doelstelling van een accijns is dat de ...
A
prijs stijgt
B
hoeveelheid daalt
C
winst daalt
D
overheidsinkomsten stijgen
Slide 6 - Quiz
Indirecte belastingen
Directe belastingen
Kostprijsverhogende belasting
Accijns
Btw
Inkomstenbelasting
Vennootschapsbelasting
Loonbelasting
Slide 7 - Question de remorquage
In 2020 zijn de overheidsinkomsten €305,5 miljard en de uitgaven €302,1 miljard. Hoeveel procent is het begrotingsoverschot van de overheidsinkomsten in 2020?
A
98,8%
B
101,12%
C
1,13%
D
1,11%
Slide 8 - Quiz
Ontwikkelingssamenwerking
A
Tijdelijke hulp aan mensen die zich in een noodsituatie bevinden
B
Samenwerking tussen rijke en arme landen met als doel het leven in de arme landen blijvend te verbeteren
Slide 9 - Quiz
Wat is een juiste volgorde van een vicieuze cirkel?
A
Lage inkomens -> Kinderen werken -> Geen scholing -> Slechte banen
B
Lage inkomens -> Geen scholing -> Slechte banen -> Kinderen werken
C
Lage inkomens -> Slechte banen -> Kinderen werken -> Geen scholing
D
Lage inkomens -> Slechte banen -> Geen scholing -> Kinderen werken
Slide 10 - Quiz
Bereken het begrotingstekort voor 2015.
Slide 11 - Question ouverte
In een krantenartikel staat dat de accijns op tabak wordt verhoogd. Wat is accijns?
A
een soort loonbelasting
B
Een prijsverhoging voor meer winst
C
een extra belasting op ongezonde producten
D
Dat is de korting op een pakje sigaretten
Slide 12 - Quiz
Wat is de AOW?
A
Uitkering die je krijgt als je werkloos bent
B
Uitkering die je krijgt als je oud bent en mag stoppen met werken
C
Uitkering die je krijgt als je niet genoeg loon krijgt
D
Uitkering die je krijgt als je ziek bent en daarom niet kan werken
Slide 13 - Quiz
Wat is Fairtrade?
A
Eerlijke handel: de boer krijgt een eerlijke prijs voor het product.
B
Eerlijk spel: iedereen houdt zich aan de spelregels.
C
Producten die kleinschalig worden verbouwd, kleine akkers en kleine stallen.
D
Producten die zijn verbouwd zonder het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmest.
Slide 14 - Quiz
In de EU zijn geen invoerrechten. Wat zijn invoerrechten
A
belasting over spullen uit het buitenland
B
belasting over spullen naar het buitenland
C
een soort BTW
D
Exportbelastingen
Slide 15 - Quiz
€93,2 miljard is in miljoenen ... en €700 miljoen is in miljarden ...
A
€93.200 miljoen en €700.000 miljard
B
€932.000 miljoen en €0,7 miljard
C
€932.000 miljoen en €700.000 miljard
D
€93.200 miljoen en €0,7 miljard
Slide 16 - Quiz
Een overzicht van verwachte inkomsten en verwachte uitgaven van rijksoverheid voor het komende jaar.
Toelichting op de rijksbegroting door de minister van Financiën over de gemaakte keuzes.
Een schuld die is opgebouwd in alle jaren dat de overheid een begrotingstekort had en dus geld heeft moeten lenen van banken.
Miljoenennota
Rijksbegroting
Staatsschuld
Slide 17 - Question de remorquage
Collectieve sector
Particuliere sector
Slide 18 - Question de remorquage
Wat is vrijhandel?
A
Iedereen is vrij om te doen en laten wat hij/zij wil
B
Een land heeft hoge in- en uitvoercijfers
C
een land heeft dan geen in-/uitvoer beperkingen
D
een land mag dan niet meer dan 5.500 auto's uit Azië invoeren
Slide 19 - Quiz
Structurele hulp
Noodhulp
Korte termijn
Lange termijn
Medicijnen, tenten
Voedsel
Goed onderwijs
Slide 20 - Question de remorquage
Wat is de eurozone?
A
Alle landen in Europa
B
Alle landen in de Europese Unie
C
Alle landen die betalen met de euro
Slide 21 - Quiz
Wat kan de overheid doen bij een begrotingstekort?
A
Bezuinigen op de uitgaven.
B
De belastingen (inkomsten) verhogen.
C
Geld lenen.
D
A, B en C.
Slide 22 - Quiz
Wat wordt er betaald met de sociale premies?
A
Onderwijs
B
AOW-uitkering
C
Politie
D
Leger
Slide 23 - Quiz
Wat is de Europese Unie?
A
een samenwerkings verband van staten
B
Landen waar de Euro het betaalmiddel is
C
Het continent Europa
D
Een Staat
Slide 24 - Quiz
8. Bekijk de miljoenennota aan de rechterzijde.
Hoeveel procent zijn de uitgaven aan zorg van de totale uitgaven?