Herhaling 8 december

• Sociale vaardigheden
• Lager onderwijs

Herhaling 8 december

Wat zijn de kenmerken van Fair Trade?

1. People, profit, plants
2. Plants, products, price
3. People, plants, product
4. People, planet, profit

Welk doel hoort niet bij Fair Trade?

1. Zo veel mogelijk winst maken.
2. Zorgen voor de aarde.
3. Zorgen voor betere leefomstandigheden van de mensen.
4. Zorgen voor beter loon voor de werknemers.

Signaalwoord:
Door je best te doen, zal je verder geraken.

Gevolg
Ik moet hard studeren, omdat ik morgen een toets heb.

1. Ik moet hard studeren
2. Ik morgen een toets heb

Oorzaak:
Ik moet opruimen, want het is hier een rommeltje.

1. Ik moet opruimen
2. het is hier een rommeltje

Persoonsvorm:
Door de koude gingen de kinderen aan de haard zitten.

1. zitten
2. gingen
3. de kinderen
4. aan de haard

Onderwerp:
De rode voetbal wordt heen en weer geschopt door de kinderen

1. de rode voetbal
2. wordt
3. de kinderen
4. geschopt

Bovenliggend begrip:
tafel, stoel, bank, kast

Bovenliggend begrip:
hamer, zaag, tang, boor

Onderliggend begrip van 'smaak'

Onderliggend begrip van 'kleding'

Synoniem van 'chauffeur'

Synoniem van 'dooien'

Tegenstelling van 'open'

Tegenstelling van 'laat'.

Bijvoeglijk naamwoord:
In de winkel heb ik vandaag een blauwe jurk gekocht.

1. winkel
2. blauwe
3. vandaag
4. jurk

Typ het gedicteerde woord

Typ het gedicteerde woord