2havo - Lezen H3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

2havo

Nederlands

 januari 2021

Online lessen afspraken

Wie? Jij

Wat? Zit achter een tafel of bureau. Doet mee met de les. Stelt vragen in de chat

Waar? Thuis

Hoe? Doet oortjes in, camera aan, microfoon uit.

Planning

Lezen > Tekstverbanden en signaalwoorden

Vragen over huiswerk?

Welke 12 tekstverbanden ken je nu?

Welke signaalwoorden horen bij een voorwaardelijk verband?

1. Adhv, zodat, om te, dmv, met, middels en opdat
2. Als, indien, tenzij, wanneer, als dan
3. Kortom, samengevat, met andere woorden en al met al.
4. Ook al, zij het dat, weliswaar, alhoewel, ofschoon, desondanks,

Wat wordt bedoeld met een toegevend verband?

Doel deze les

Aan het einde van de les herken

je de volgende verbanden in teksten:

doel-middel

vergelijkend

samenvattend

chronologisch

concluderend

oorzakelijk

opsommend

toelichtend

redengevend

tegenstellend

voorwaardelijk

toegevend

Een alternatief voor geld

Hoewel contant geld steeds minder wordt gebruikt en veelal is verdrongen door pinnen of internetbankieren, gebruiken veel mensen tegenwoordig nog dagelijks papiergeld en munten om te betalen. Lang geleden echter ging het betalen voor producten heel anders. Toen werd gehandeld door goederen rechtstreeks uit te wisselen. Zo werden lange tijd allerlei voorwerpen, dieren en producten als betaalmiddel gebruikt: kralen, schelpen, vee, rijst, zout en vele andere artikelen. Een brood werd bijvoorbeeld geruild voor vijf eieren. Deze manier van handelen wordt ruilhandel genoemd.

Schrijf alle signaalwoorden die jij herkent in de tekst in je schrift. 

Een alternatief voor geld

Hoewel contant geld steeds minder wordt gebruikt en veelal is verdrongen door pinnen of internetbankieren, gebruiken veel mensen tegenwoordig nog dagelijks papiergeld en munten om te betalen. Lang geleden echter ging het betalen voor producten heel anders. Toen werd gehandeld door goederen rechtstreeks uit te wisselen. Zo werden lange tijd allerlei voorwerpen, dieren en producten als betaalmiddel gebruikt: kralen, schelpen, vee, rijst, zout en vele andere artikelen. Een brood werd bijvoorbeeld geruild voor vijf eieren. Deze manier van handelen wordt ruilhandel genoemd.

Een alternatief voor geld

Hoewel contant geld steeds minder wordt gebruikt en veelal is verdrongen door pinnen of internetbankieren, gebruiken veel mensen tegenwoordig nog dagelijks papiergeld en munten om te betalen. Lang geleden echter ging het betalen voor producten heel anders. Toen werd gehandeld door goederen rechtstreeks uit te wisselen. Zo werden lange tijd allerlei voorwerpen, dieren en producten als betaalmiddel gebruikt: kralen, schelpen, vee, rijst, zout en vele andere artikelen. Een brood werd bijvoorbeeld geruild voor vijf eieren. Deze manier van handelen wordt ruilhandel genoemd.

Noteer nu welk tekstverband ieder signaalwoord aangeeft. 

Een alternatief voor geld

Hoewel contant geld steeds minder wordt gebruikt en veelal is verdrongen door pinnen of internetbankieren, gebruiken veel mensen tegenwoordig nog dagelijks papiergeld en munten om te betalen. Lang geleden echter ging het betalen voor producten heel anders. Toen werd gehandeld door goederen rechtstreeks uit te wisselen. Zo werden lange tijd allerlei voorwerpen, dieren en producten als betaalmiddel gebruikt: kralen, schelpen, vee, rijst, zout en vele andere artikelen. Een brood werd bijvoorbeeld geruild voor vijf eieren. Deze manier van handelen wordt ruilhandel genoemd.

Welke tekstverbanden heb jij gezien?

> Check je antwoord in de volgende dia

Tekstverbanden in de tekst

Toegevend - chronologisch

 oorzakelijk 

toelichtend - opsommend

 tegenstellend

Welke kleur is welk verband?

Hoewel contant geld steeds minder wordt gebruikt en veelal is verdrongen door pinnen of internetbankieren, gebruiken veel mensen tegenwoordig nog dagelijks papiergeld en munten om te betalen. Lang geleden echter ging het betalen voor producten heel anders. Toen werd gehandeld door goederen rechtstreeks uit te wisselen. Zo werden lange tijd allerlei voorwerpen, dieren en producten als betaalmiddel gebruikt: kralen, schelpen, vee, rijst, zout en vele andere artikelen. Een brood werd bijvoorbeeld geruild voor vijf eieren. Deze manier van handelen wordt ruilhandel genoemd.

Toegevend - chronologisch - oorzakelijk - toelichtend - opsommend - tegenstellend

Groen - rood - roze - fel blauw - licht blauw - paars - geel

Wat is het onderwerp van de tekst?

1. bankieren
2. betaalmiddelen
3. contant geld
4. ruilhandel

H3 Lezen

maken opdr. 6 af 

Vragen in Meet of chat!

Vragen bij opdracht 6?

H3 Lezen

maken opdr. 8

Vragen in Meet of chat!

Lesdoel behaald?

Welke signaalwoorden horen bij een toegevend verband?

1. Adhv, zodat, om te, dmv, met, mbv, middels en opdat
2. Als, als dan, indien, tenzij, wanneer,
3. Kortom, samengevat, met andere woorden en al met al.
4. Ook al, zij het dat, weliswaar, alhoewel, ofschoon, desondanks,

Het doel-middel verband herken ik aan de signaalwoorden...

HUISWERK

Lees in je leesboek 15 minuten

Afmaken opdr. 6 en 8 bij Lezen H3 

Tekstverbanden hoofdstuk

Tekstverbanden hoofdstuk