1H - 31/1 - herhaling lidwoorden en getallen - c.1

Aujourd'hui...
  • lidwoorden
  • getallen 


Doel: aan het einde van de les ken je de lidwoorden en de getallen 0-20 in het Frans.
Lundi 31 janvier
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Aujourd'hui...
  • lidwoorden
  • getallen 


Doel: aan het einde van de les ken je de lidwoorden en de getallen 0-20 in het Frans.
Lundi 31 janvier

Slide 1 - Diapositive

de & het

Slide 2 - Diapositive

ENKELVOUD
le     = mannelijk 

la     = vrouwelijk

 l'      = mannelijk en vrouwelijk  voor woorden die beginnen met een klinker of stomme 'h'
MEERVOUD

les  = mannelijk en vrouwelijk meervoud (let op: het zelfstandig naamwoord krijgt een 's'

Slide 3 - Diapositive

een

Slide 4 - Diapositive

ENKELVOUD

un 
    = mannelijk 

une     = vrouwelijk


MEERVOUD

des  = mannelijk en vrouwelijk meervoud

let op 1: het zelfstandig naamwoord krijgt een 's'
let op 2: des betekent in het Nederlands niets!

Slide 5 - Diapositive

Vul het lidwoord in:
... jour (m)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 6 - Quiz

Vul het juiste lidwoord in:
... musique (v)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 7 - Quiz

Vul het juiste lidwoord in:
... prix (m)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 8 - Quiz

Vul het juiste lidwoord in:
... cousins (m/mv)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 9 - Quiz

Vul het juiste lidwoord in:
... famille (v)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 10 - Quiz

Vul het juiste lidwoord in:
... âge (m)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 11 - Quiz

Schema Lidwoorden
lidwoord
m
v
mv
bepaald
le/l'
la/l'
les
onbepaald
un
une

Slide 12 - Diapositive

Verander het lidwoord in un/une:
le jardin
A
un jardin
B
une jardin

Slide 13 - Quiz

Verander het lidwoord in un/une:
le truc
A
un truc
B
une truc

Slide 14 - Quiz

Verander het lidwoord in un/une:
la photo
A
un photo
B
une photo

Slide 15 - Quiz

Verander het lidwoord in un/une:
la fille
A
un fille
B
une fille

Slide 16 - Quiz

Verander het lidwoord in le/la/les:
de katten
A
le chats
B
les chats
C
la chats

Slide 17 - Quiz

Verander het lidwoord in le/la/les:
un problème
A
le problème
B
la problème
C
les problèmes

Slide 18 - Quiz

Verander het lidwoord in le/la/les:
de berichten
A
la message
B
le message
C
les messages

Slide 19 - Quiz

Wat is het meervoud van 'le chien'?

Slide 20 - Question ouverte

Wat is het meervoud van 'la famille'?

Slide 21 - Question ouverte

Wat is het meervoud van 'le garçon'?

Slide 22 - Question ouverte

Wat is het meervoud van 'la tente'?

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Diapositive

sept
dix
quatre
six
un
neuf
cinq
huit
deux
trois
1
2
3
5
4
6
7
8
9
10

Slide 25 - Question de remorquage

Quatorze
A
15
B
14
C
11
D
4

Slide 26 - Quiz

dix-sept
A
7
B
15
C
17
D
13

Slide 27 - Quiz

huit
A
18
B
6
C
3
D
8

Slide 28 - Quiz

cinq
A
5
B
15
C
4
D
10

Slide 29 - Quiz

douze
A
2
B
19
C
12
D
9

Slide 30 - Quiz

quinze
A
15
B
16
C
5
D
8

Slide 31 - Quiz

6
13
12
2
17
DIX-SEPT
DEUX
DOUZE
TREIZE
SIX

Slide 32 - Question de remorquage

Tekst
DIX-HUIT
VINGT
CINQ
QUATRE
UN
1
4
5
20
18

Slide 33 - Question de remorquage

avoir
Ga naar:
www.verbuga.eu

Werkwoorden: AVOIR

Tijden: PRÉSENT

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive