Bloedsomloop en hart
1 / 15
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Vraag 1
Welk bloedvat heeft kleppen?
Welk bloedvat heeft kleppen?
A
de aders
B
de haarvaten
C
de slagaders
Slide 3 - Quiz
Vraag 2
Welk bloedvat heeft een wand van slechts één laag?
Welk bloedvat heeft een wand van slechts één laag?
A
de aders
B
de haarvaten
C
de slagaders
Slide 4 - Quiz
Vraag 3
Welk bloedvat is gewond wanneer bloed eruit spuit?
Welk bloedvat is gewond wanneer bloed eruit spuit?
A
de aders
B
de haarvaten
C
de slagaders
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Vidéo
Vraag 4
Tussen welke organen loopt de kleine bloedsomloop?
Tussen welke organen loopt de kleine bloedsomloop?
A
tussen het hart en de lichaamsorganen
B
tussen de longen en het hart
Slide 7 - Quiz
Vraag 5
Tussen welke organen loopt de grote bloedsomloop?
Tussen welke organen loopt de grote bloedsomloop?
A
tussen het hart en de lichaamsorganen
B
tussen de longen en het hart
Slide 8 - Quiz
Vraag 6
Welk bloedvat brengt zuurstofgas van de longen naar het hart?
Welk bloedvat brengt zuurstofgas van de longen naar het hart?
A
longaders
B
longslagaders
Slide 9 - Quiz
Vraag 7
Welk bloedvat brengt zuurstofrijk bloed van het hart naar het lichaam?
Welk bloedvat brengt zuurstofrijk bloed van het hart naar het lichaam?
A
de holle aders
B
de aorta
C
de longaders
D
de longslagaders
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Lien
Vraag 8
Welk deel van het hart
herken je bij nummer 9?
Welk deel van het hart
herken je bij nummer 9?
A
de linkerboezem
B
de linkerkamer
C
de rechterboezem
D
de rechterkamer
Slide 13 - Quiz
Vraag 9
Welk deel van het hart
herken je bij nummer 5?
Welk deel van het hart
herken je bij nummer 5?
A
de aorta
B
de holle aders
C
de longslagaders
D
de longaders
