bs 5

BS5: neurale regulatie
- je kunt beschrijven hoe impulsregulatie plaatsvindt
-je kunt beschrijven hoe impulsoverdracht plaatsvindt
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

BS5: neurale regulatie
- je kunt beschrijven hoe impulsregulatie plaatsvindt
-je kunt beschrijven hoe impulsoverdracht plaatsvindt

Slide 1 - Diapositive

Rustpotentiaal
Bij een zenuwcel in rust heeft het cytoplasma een negatieve elektrische lading ten opzichte van de buitenkant van de cel.
Het verschil is +- 70 milivolt.
Dit noemen we het rustpotentiaal.

Slide 2 - Diapositive

Ionen
Verschil in lading komt door ionen.
Een ion is een een deeltje met een positieve of negatieve lading.

Slide 3 - Diapositive

Ionen
In het cytoplasma meer K+ ionen.
Buiten cel meer Na+ ionen.
Binnen de cel meer negatief geladen ionen waardoor negatieve lading binnenkant.
actief transport

Slide 4 - Diapositive

Ionen
 kunnen door ionkanaaltjes door het celmembraan heen. Er zijn speciale ionkanaaltjes voor K+ en voor Na+.
Daarnaast heeft het celmembraan ook natrium-kaliumpompen.

Slide 5 - Diapositive

Ontstaan impuls
In zintuigcellen  kan een impuls ontstaan doordat de prikkel ervoor zorgt dat natriumkanaaltjes open gaan. Omdat er +ionen van buiten weg gaan er er in de cel bijkomen wordt de binnenkant van de cel positiever ten opzichte van de buitenkant van de cel.
 

Slide 6 - Diapositive

Ontstaan impuls
Dit gebeurt alleen als de prikkel sterk genoeg is, er moeten namelijk meerdere natriumkanaaltjes open gaan voordat de prikkeldrempel is bereikt.
Het impuls ontstaat namelijk als het verschil in lading van -70 naar -50 millivolt gaat. Als dit gebeurt gaan hierdoor alle omliggende natriumkanaaltjes open.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Aantal begrippen
Drempelwaarde: Wanneer de elektrische lading afneemt (tot ong -50 mV) ontstaat een impuls. Alles of niets principe.
Actiefase: celmembraan heeft een positieve lading
Herstelfase: geen impulsen, binnenkant celmembraan wordt weer negatief.
Impulsfrequentie: aantal impulsen per tijdseenheid.

Slide 10 - Diapositive

Myelineschede
sprongsgewijze impulsgeleiding
50X sneller dan zonder myelineschede

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Verstoring impulsoverdracht
Impulsen worden doorgegeven door neurotransmitters.
Door bepaalde stoffen kan de aanmaak/afgifte van deze neurotransmitters worden geremd of gestimuleerd.
Bepaalde stoffen kunnen neurotransmitters nadoen en de plek innemen op de receptoren, hierdoor kan de impulsoverdracht worden geremd of gestimuleerd. 
Het effect hangt af van het type neurotransmitter en de plaats waar deze zich bevindt.

Slide 13 - Diapositive

Verstoorders impulsoverdracht
Geneesmiddelen (morfine tegen pijnprikkels)
 Genotmiddelen (alcohol remt, nicotine stimuleert)
drugs

Slide 14 - Diapositive

Maken
36-41

Slide 15 - Diapositive