1.5 - Neurale regulatie

Bs 5: neurale regulatie

Bij een zenuwcel in rust heeft het cytoplasma een negatieve elektrische lading ten opzichte van de buitenkant van de cel.
Het verschil is +- 70 milivolt.

1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Bs 5: neurale regulatie

Bij een zenuwcel in rust heeft het cytoplasma een negatieve elektrische lading ten opzichte van de buitenkant van de cel.
Het verschil is +- 70 milivolt.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe impulsgeleiding plaatsvindt, dus de stroom over een zenuwcel (neuron)

  • Je kunt beschrijven hoe impulsoverdracht plaatsvindt, dus 'informatie' van een zenuwcel over de synaps naar een andere zenuwcel. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep ieder onderdeel naar de juiste plek.
Axon
Dendriet
Cellichaam
Synaps
Myelineschede

Slide 3 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe wordt een impuls doorgegeven tussen twee zenuwcellen?
A
Via hormonen die binden aan receptoren
B
Via een elektrisch signaal
C
Via neurotransmitters die binden aan receptoren
D
Via eiwitten op de celmembraan

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrippen B5. - Binas 88 D-G
- Impulsgeleiding                                                                 - Sprongsgewijze impulsgeleiding
- Rustpotentiaal                                                                    - Impulsoverdracht
- Ionenpomp/Ion-kanaal                                                   - Neurotransmitter (exciterend/inhiberend)
- Drempelwaarde                                                                 - EPSP
- Actiefase                                                                               - IPSP
- Herstelfase                                                                           - Summatie
- Alles-of-niets principe
- Prikkeldrempel
- Impulssterkte
- Impulsfrequentie

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ionen
Verschil in lading komt door ionen.
Een ion is een een deeltje met een positieve of negatieve lading.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Impulsgeleiding
Vindt plaats door ion-kanalen:
  1. Natrium-kanaal 
  2. Kalium-kanaal
  3. Natrium-kalium pomp

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rustpotentiaal
  • Potentiaal = elektrische lading die staat op het membraan De lading komt tot stand door de verdeling van ionen binnen en buiten de cel , zie Binas 88D en E
    De rustpotentiaal is  negatief -> -70 milliVolt (mV) * waarom?
  • 3 Na+ naar buiten, 2 K+ naar binnen.  (salty banana)

Slide 8 - Diapositive

Zie Binas 88D en E

Ontstaan impuls
In zintuigcellen  kan een impuls ontstaan doordat de prikkel ervoor zorgt dat natriumkanaaltjes open gaan. 
 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontstaan impuls
Dit gebeurt alleen als de prikkel sterk genoeg is, er moeten namelijk meerdere natriumkanaaltjes open gaan voordat de prikkeldrempel is bereikt.
Het impuls ontstaat namelijk als het verschil in lading van -70 naar -50 milivolt gaat, over de drempelwaarde.

Als dit gebeurd gaan hierdoor
alle omliggende natriumkanaaltjes open.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 
Beantwoord de volgende vragen. Daarna gaan we ze nabespreken.​

  • Dat dit bij sommige patiënten gebeurt, komt misschien doordat zij
    een verhoogde stofwisseling hebben. Noem een hormoon die hier
     mee te maken kan hebben. ​
  • Leg uit op welke soort neuronen de narcose niet volledig werkt. ​ 

  • Normaal gesproken bindt een narcosemiddel aan een post-synaptische receptor, in plaats van de standaard neurotransmitter die aan deze receptor bindt. Hoe kan dit verklaren dat een patiënt geen pijn meer ervaart?

Slide 12 - Diapositive

schildklier - T4/tyroxine

- schakel en sensorisch en neuronen

- receptor is niet meer beschikbaar en kan dus niet meer reageren, geen nieuwe impuls veroorzaken 
L = R

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bs 5: neurale regulatie

opdr 38-42 

(+ afmaken basisstof 1.3 en 1.4)

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het 'dermatoom'
ventraal & dorsaal
gordelroos
varicella-zoster-virus, 'heractivatie waterpokken'.
verschijnt als een enkele streep blaren die zich rond de linker- of rechterkant lichaam (vaak romp)

Slide 15 - Diapositive

After primary infection, VZV is hypothesized to spread from mucosal and epidermal lesions to local sensory nerves. VZV then remains latent in the dorsal ganglion cells of the sensory nerves. Reactivation of VZV results in the clinically distinct syndrome of herpes zoster (i.e., shingles)
Korte herhaling impulsgeleiding! 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we 1 & 5 (-70mV)?
A
Beginwaarde
B
Elektrische rust
C
Rustpotentiaal
D
Actiefase

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er in de actiefase (2) als een
impuls wordt doorgegeven?

Hint spiek in Binas 88F!
A
Na+ / K+ pomp gaat werken
B
Na+ kanaal gaat open
C
K+ kanaal gaat open
D
Beide kanalen gaan open

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hiernaast zie je activiteit van gehoorzenuw

Wat gebeurt er als je in plaats van een
zacht geluid een hard geluid hoort?
A
Frequentie wordt sneller
B
Frequentie wordt trager
C
De golf (amplitude) wordt hoger
D
De golf (amplitude) wordt breder

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Refractionaire periode - waarin er geen / moeilijker een nieuw actiepotentiaal onstaat

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

kan de impuls ook teruglopen naar het cellichaam?

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Myelineschede
sprongsgewijze
impulsgeleiding
(1,5 mm)

± 50X sneller
dan zonder
myelineschede

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Impulsfrequentie
  • Je lichaam vertaalt prikkels naar impulsen. Hoe sterker de prikkel is, hoe meer impulsen er per seconde worden gegenereerd (hogere impulsfrequentie)

  • Bijvoorbeeld: 
       - hard geluid = veel impulsen per seconde
        - zacht geluid = weinig impulsen/sec.  

Komt door alles-of-niets-principe

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waardoor gaat het
actiepotentiaal zich als een
'wave' over het zenuwmembraan?

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontstaan impuls
Dit gebeurt alleen als de prikkel sterk genoeg is, er moeten namelijk meerdere natriumkanaaltjes open gaan voordat de prikkeldrempel is bereikt.
Het impuls ontstaat namelijk als het verschil in lading van -70 naar -50 milivolt gaat, over de drempelwaarde.

Als dit gebeurd gaan hierdoor
alle omliggende natriumkanaaltjes open.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Neurotransmitter in synaps en impulsoverdracht

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Neurotransmitters en impulsoverdracht Binas 88G-I
  • Impulsen worden tussen zenuwcellen overgegeven door neurotransmitters (signaal dus 'chemisch' ipv elektrisch)
  • Waardoor komen de blaasjes met neurotransmitters vrij? 

  • Neurotransmitters binden aan receptoren
  • Deze receptoren zijn ion-kanalen voor Na+ die open gaan, zodra een neurotransmitter eraan bindt
  • Het opengaan van deze receptor ion-kanalen zorgt ervoor dat er een verandering optreedt in elektrische lading
  • Verandert de elektrische lading naar boven de drempel-waarde  dan wordt de impuls doorgegeven
  • Als de neurotransmitter los laat/afgebroken wordt door enzymen, gaan de ion-kanalen weer dicht

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Neurotransmitters
  • Stoffen die de werking van het zenuwstelsel beïnvloeden
  • Meer dan 50 verschillende stoffen 
  • Vooral in de hersenen veel verschillende
  • Kunnen stimulerend (exciterendof juist
    remmend (inhiberendwerken op de impulsoverdracht
  • Stelregel: elke zenuwcel geeft maar een type neurotransmitter af! (Kan wel meerdere ontvangen). 

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Binas
(tabel?)

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Hoe kan een neurotransmitter inhiberend werken? Wat voor poort wordt er dan geopend? 

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


             *waarom kan informatie op axon alleen 'digitaal' zijn? 

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Geneesmiddelen en genotmiddelen
Mechanismen:
  • meer of minder afgifte neurotransmitters
  • neurotransmitters blijven langer of juist korter in synapsspleet doordat ze niet/minder snel of respectievelijk sneller worden afgebroken
  • imitatie neurotransmitter
  • blokkade van receptor
  • stimuleren van receptor 

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.5 impulsgeleiding en overdracht

Eerst: Posteropdracht
Klaar?  opdrachten van 1.3 , 1.4 en 1.5 afmaken

]

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Posteropdracht 
Vb. Drug: cafeine. 
- molecuul, (structuur, oorsprong, concentratie, etc.) 
- uitleg werking van synaps (of ander deel zenuwstelsel waar drug op inwerkt) 
- wat de drug doet (Niveau: molecuul ->  cel -> organisme) 
- Gezondheidsrisico's/voordelen bij langdurig gebruik

Zelf 2/3-tal vormen en kijken of drug nog beschikbaar is bij de docent - kijk via https://drugsindehersenen.jellinek.nl/ ​ 

Klaar? opdrachten van 1.3 , 1.4 en 1.5 afmaken
timer
45:00

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je gaat je verdiepen in het zenuwstelsel en neurotransmitters, en de invloed van drugs hierop. Hiervoor gebruik je de volgende website: https://drugsindehersenen.jellinek.nl/ ​

  •  Groepjes van 2 / 3 
  •  Kies een drug van de website ​
  •  Poster maken over de werking van zenuwcellen en neurotransmitters​
  •  Twee situaties moeten op de poster staan: de normale werking van de neuronen neurotransmitter(s) en de invloed van de drug op de neuronen en neurotransmitter(s)​
  • 1 uur de tijd
  •  iedereen moet dit kunnen presenteren – 

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions