Week 13 - les 1

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Le programme:

* Discuter les devoirs
* Répéter les phrases-clés
* Répéter la grammaire
* Oefentoets
* La fin

PW chapitre 5: 13 of 20 april in de les.
Aan het einde van de les:

* kan je de zinnen van dit hoofdstuk vertalen met behulp van je boek.
* kan je de passé composé maken in het Frans.
* kan je het bijvoeglijk naamwoord kloppend maken in het Frans.
* kan je aangeven wat je nog moeilijk vindt van hoofdstuk 5.


Slide 2 - Diapositive

Le programme:

* Discuter les devoirs
* Répéter les phrases-clés
* Répéter la grammaire
* Oefentoets
* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je de zinnen van dit hoofdstuk vertalen met behulp van je boek.
* kan je de passé composé maken in het Frans.
* kan je het bijvoeglijk naamwoord kloppend maken in het Frans.
* kan je aangeven wat je nog moeilijk vindt van hoofdstuk 5.


Slide 3 - Diapositive

Corriger les devoirs
Ex. 4a (p. 127)
1. a joué
2. a chanté
3. ai filmé
4. a regardé
5. a organisé

Slide 4 - Diapositive

Ex. 4b
1. Oui, j'ai mangé.
2. Non, elle n'a pas dansé.
3. Oui, ils ont chanté.
4. Non, il n'a pas joué.
5. Oui, le concert a commencé.
6. Oui, on a regardé.

Slide 5 - Diapositive

Ex. 5a

1. élégante
2. blonds
3. timide
4. belle
5. sévères
6. petits
Ex. 5b

1. vert
2. grande
3. contente
4. vieille
5. méchants
6. belles
7. triste

Slide 6 - Diapositive

Ex. 5c
1. mon ami / mon copain - français
2. sa famille
3. nouveau - ma classe
4. drôle
5. nos devoirs
6. grande
7. leur jardin

Slide 7 - Diapositive

Hoe ging dit?
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Sondage

Le programme:

* Discuter les devoirs
* Répéter les phrases-clés
* Répéter la grammaire
* Oefentoets
* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je de zinnen van dit hoofdstuk vertalen met behulp van je boek.
* kan je de passé composé maken in het Frans.
* kan je het bijvoeglijk naamwoord kloppend maken in het Frans.
* kan je aangeven wat je nog moeilijk vindt van hoofdstuk 5.


Slide 9 - Diapositive

Répéter les phrases-clés
1. Ja, ik heb een film gekeken.
2. Met mijn broer en mijn vriend.
3. Wanneer ben je jarig?
4. Mijn verjaardag is op 18 augustus.
5. Mijn zus heeft zwarte haren.
6. Zijn zij groot?
7. Nee, zij zijn klein.
8. Ja, zij houdt van volleybal.
timer
8:00
Traduisez les phrases avec ton livre (p. 42)
Tip: onderwerp - werkwoorden - rest van de zin

Slide 10 - Diapositive

Corriger les phrases-clés
  1. Oui, j'ai regardé un film.
  2. Avec mon frère et mon ami (copain).
  3. C'est quand ton anniversaire?
  4. Mon anniversaire est le dix-huit aout.
  5. Ma soeur a les cheveux noirs.
  6. Ils sont grands? (of: Elles sont grandes?)
  7. Non, ils sont petits. (of: Elles sont petites.)
  8. Oui, elle aime le volleyball.  

Slide 11 - Diapositive

Le programme:

* Discuter les devoirs
* Répéter les phrases-clés
* Répéter la grammaire
* Oefentoets
* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je de zinnen van dit hoofdstuk vertalen met behulp van je boek.
* kan je de passé composé maken in het Frans.
* kan je het bijvoeglijk naamwoord kloppend maken in het Frans.
* kan je aangeven wat je nog moeilijk vindt van hoofdstuk 5.


Slide 12 - Diapositive

Passé composé
Stap 1: onderwerp + vorm van avoir
Stap 2: voltooid deelwoord (R eraf, streepje op e)

Slide 13 - Diapositive

Zet in de passé composé:
tu __ ____ (jouer)

Slide 14 - Question ouverte

Zet in de passé composé:
Sophie __ ____ (travailler)

Slide 15 - Question ouverte

Zet in de passé composé:
ils __ ____ (danser)

Slide 16 - Question ouverte

Zet in de passé composé:
nous __ ____ (chanter)

Slide 17 - Question ouverte

Herhaling: bloc H
Hoe ging het ook alweer met het bijvoeglijk naamwoord?





Uitzonderingen: beau/belle, nouveau/nouvelle, vieux/vieille


man
vrouw
ev
-
-e
mv
-s
-es

Slide 18 - Diapositive

Zet het woord tussen haakjes in de goede vorm. Schrijf alleen dat woord op.
Ma soeur est _____ (méchante)

Slide 19 - Question ouverte

Zet het woord tussen haakjes in de goede vorm. Schrijf alleen dat woord op.
Les profs sont _____ (gentil)

Slide 20 - Question ouverte

Zet het woord tussen haakjes in de goede vorm. Schrijf alleen dat woord op.
Mon grand-père est _____ (beau)

Slide 21 - Question ouverte

Zet het woord tussen haakjes in de goede vorm. Schrijf alleen dat woord op.
Les filles sont _____ (petit)

Slide 22 - Question ouverte

Zet het woord tussen haakjes in de goede vorm. Schrijf alleen dat woord op.
Gérard et Jean sont _____ (vieux)

Slide 23 - Question ouverte

Zet het woord tussen haakjes in de goede vorm. Schrijf alleen dat woord op.
la _____ (mauvais) note

Slide 24 - Question ouverte

C'était comment?
Hoe ging dit? (alle grammatica)
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Sondage

Le programme:

* Discuter les devoirs
* Répéter les phrases-clés
* Répéter la grammaire
* Oefentoets
* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je de zinnen van dit hoofdstuk vertalen met behulp van je boek.
* kan je de passé composé maken in het Frans.
* kan je het bijvoeglijk naamwoord kloppend maken in het Frans.
* kan je aangeven wat je nog moeilijk vindt van hoofdstuk 5.


Slide 26 - Diapositive

Au travail!
Faites: maak de oefentoets, zie het document in Magister of in de chat van Teams. Je maakt de oefentoets op PAPIER! (in je schrift of op een los blaadje)

Temps: 10 minutes, après = devoirs
Questions? Posez-les!
Prêt? Apprenez les mots de chapitre 5

Slide 27 - Diapositive

Le programme:

* Discuter les devoirs
* Répéter les phrases-clés
* Répéter la grammaire
* Oefentoets
* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je de zinnen van dit hoofdstuk vertalen met behulp van je boek.
* kan je de passé composé maken in het Frans.
* kan je het bijvoeglijk naamwoord kloppend maken in het Frans.
* kan je aangeven wat je nog moeilijk vindt van hoofdstuk 5.


Slide 28 - Diapositive

La fin!
Faire: oefentoets op papier.
Apprendre: de moeilijke onderdelen van chapitre 5.

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive