WEBB 5.5 t/m 5.9

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom

4 HAVO ECONOMIE  ||  2022-2023

Programma

• Vorige les
• Lesdoelen
• Theorie
• Aan de slag
• Evaluatie

De beroepsbevolking, werkzaam = 7.323
De beroepsbevolking, werkloos = 680 en
de niet-beroepsbevolking = 3.009
Totaal = 11.012
Wat is het werkloosheidspercentage?

1. 9,3%
2. 6,2%
3. 33,5%
4. 8,5%

Lesdoelen

Aan het einde van de les

• Weet je van wie de bestedingen komen.
• Kun je het evenwichtsloon berekenen/aflezen. 
• Kun je het begrip loonstarheid uitleggen en verklaren.
• Conjuncturele, natuurlijke, frictie en structurele werkloosheid beschrijven en onderscheiden. 

Wie zorgen voor de bestedingen?

1. Consumenten
2. Consumenten, producenten
3. Consumenten, producenten, buitenland
4. Consumenten, buitenland

Vraaguitval

Consumenten

Producenten

Buitenland

--> minder besteden --> minder productie --> minder werkgelegenheid --> meer werkloosheid. 

Conjuncturele werkloosheid

Kenmerkend in een periode van Laagconjunctuur. 

Wat voor soort arbeidsmarkt is er in laagconjunctuur?

1. Krappe
2. Ruime

Leg in stappen uit wat er met de arbeidsmarkt gebeurd in hoogconjunctuur.

Conjuncturele werkloosheid

Door vraaguitval. 

Lonen zijn niet flexibel --> loonstarheid. 

• Gemaakt afspraken
• CAO

Onvrijwillige werkloosheid

Zonder CAO zijn de lonen flexibeler. 

Evenwichtsloon

Vraag en aanbod van arbeid zijn aan elkaar gelijk. 

We gaan hier mee rekenen: 

L = jaarloon --> eigenlijk je ontbrekende X

Wat is het evenwichtsloon bij
Qa = 0,6L - 3.000
Qv = -0,4L + 10.000

1. L=10.000
2. L=13.000
3. L=15.000
4. L=20.000

Wat is hier het evenwichtsloon?

1. 1
2. 9
3. 17
4. 40

Natuurlijke werkloosheid

Niet het gevolg van de op- en neergang van de economie. 

Frictiewerkloosheid

• Werkloos tijdens het zoekproces naar een baan. 

Structurele werkloosheid

• Veranderingen in de economie door technologische ontwikkelingen en verschuivingen tussen bedrijfssectoren. 

Onder welke werkloosheid vallen schoolverlaters die op zoek gaan naar een baan?

1. Conjuncturele
2. Frictie
3. Structurele

In slechte tijden in de economie worden er meer mensen werkloos. Onder welke werkloosheid valt dit?

1. Conjuncturele
2. Frictie
3. Structurele

Geef een voorbeeld van structurele werkloosheid.

Aan de slag

Maken H5.5 t/m 5.9

Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen

Klaar? Nakijken

Niet af? Huiswerk!