8.3 Je bloed vervoert

Welkom! 
Tekstboek, werkboek en schrift op tafel
Beantwoord deze vragen in je hoofd:
1) Welke organen horen bij je ademhalingsstelsel?
2) Wat is het verschil tussen de borst- en buikademhaling?

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom! 
Tekstboek, werkboek en schrift op tafel
Beantwoord deze vragen in je hoofd:
1) Welke organen horen bij je ademhalingsstelsel?
2) Wat is het verschil tussen de borst- en buikademhaling?

Slide 1 - Diapositive

Hoe komt het zuurstof dat je inademt in je bloed?

Slide 2 - Question ouverte

Bij een ademhaling komt er lucht binnen langs verschillende onderdelen van het ademhalingsstelsel.
Wat is de juiste volgorde (1, 2, 3) bij een diepe ademhaling? 

Juiste moet hier!
1 bronchiën
2 luchtpijp
3 longblaasjes 
1 longblaasjes
2 luchtpijp
3 bronchiën 
1 luchtpijp
2 bronchiën
3 longblaasjes 
1 luchtpijp
2 longblaasjes
3 bronchiën 
1 bronchiën
2 longblaasjes
3 luchtpijp
1 longblaasjes 
2 bronchiën
3 luchtpijp 

Slide 3 - Question de remorquage

Bij een adembeweging trekken de tussenribspieren en middenrifspieren samen.
Wat gebeurt hierdoor?


A
De borstkas wordt groter, je ademt in.
B
De borstkas wordt groter, je ademt uit.
C
De borstkas wordt kleiner, je ademt in.
D
De borstkas wordt kleiner, je ademt uit.

Slide 4 - Quiz

Sleep de namen naar de juiste onderdelen 
Longblaasje
Luchtpijp
Keelholte
Brongiën 
Neusholte

Slide 5 - Question de remorquage

8.3 je bloed vervoert 
Leerdoelen:
Je kunt beschrijven hoe je bloed stoffen vervoert.
- Je kunt de bouw van het hart en de route van het bloed door je hart beschrijven.
- Je kunt beschrijven hoe het hart klopt. 

Slide 6 - Diapositive

Geef 3 redenen waarom het belangrijk is om door je neus te ademen.

Slide 7 - Question ouverte

Hoe vervoert je bloed stoffen?
  • Volwassenen hebben tussen de 5 en 6 liter bloed
in hun lichaam. Een baby ongeveer 400 ml.
  • Bloed vervoert voedingsstoffen en zuurstof naar de organen en voert afvalstoffen weg. 
  • Bij het vervoer zijn de stoffen opgelost in je bloed en is zuurstof vastgehecht aan de rode bloedcellen.

Slide 8 - Diapositive

Bloed bestaat uit:

  1. Bloedplasma= waterige deel, vervoer : voedingsstoffen, afvalstoffen, hormonen
  2. Bloedplaatjes: zorgen voor genezing van een wond: korstje 
  3. Bloedcellen: 
  • rode bloedcellen: vervoer van zuurstof, d.m.v. de stof hemoglobine
  • witte bloedcellen: vernietigen bacteriën en andere ziekteverwekkers  
  


Slide 9 - Diapositive

Hemoglobine 

  • Hemoglobine: rode kleurstof in  rode bloedcellen
  • In hemoglobine zit ijzer
  • Zuurstof hecht aan het ijzer in hemoglobine

Slide 10 - Diapositive

Het hart
Boezems, kamers en bloedvaten.

Aders en slagaders
Longslagader, Longader
Aorta, Hole ader

Hartkleppen en slagaderkleppen

Slide 11 - Diapositive

Route door het hart
1. bloed komt binnen via de holle ader
2. rechterboezem (zuurstofarm)
3. rechterkamer (zuurstofarm)
4. longslagader (zuurstofarm)
5. longen
6. longader (zuurstofrijk)
7. linkerboezem (zuurstofrijk)
8. linkerkamer (zuurstofrijk)
9. aorta (zuurstofrijk)

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Je hart klopt
Je hart pomp het bloed door je lichaam. Een hartslag bestaat uit 3 stappen:

1. De boezems knijpen samen en pompen het bloed naar de kamers.
2.De kamers knijpen samen en pompen het bloed naar de longslagader en de aorta.
3. De hart neemt een pauze, waarin de boezems weer vollopen met bloed uit de aders.

Slide 14 - Diapositive

0

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Vidéo

Maken
Zelf bestuderen/doorlezen: 8.3 5 min pagina 50
Maken 8.3 opdr. 1 t/m 10 pagina 77

Klaar? ga aan de slag met de blauwe steropdrachten 

timer
6:00

Slide 17 - Diapositive

Afsluiter
Nog even herhalen  "exit vragen":

Slide 18 - Diapositive

Uit welke bestanddelen bestaat bloed?

Slide 19 - Question ouverte

Vul de ontbrekende woorden in.
Een rode bloedcel vervoert ....1... in je bloed
Een bloedplaatjes helpt mee met het .....2.... van je bloed
A
1 = koolstofdioxide 2 = stollen
B
1 = zuurtof 2 = vervoeren
C
1 = zuurstof 2 = schoonmaken
D
1 = zuurstof 2 = stollen

Slide 20 - Quiz

rode bloedcel
witte bloedcel
bloedplaatje
Het bestrijden van ziekteverwekkers
Het laten stollen van bloed
Het transporteren van zuurstof

Slide 21 - Question de remorquage