maagklachten (zelfzorg/FPZ)
1 / 22
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Welke leefregels ken je voor maagklachten?
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Diapositive
ken je een middel tegen maagklachten?
Slide 8 - Carte mentale
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Wanneer stuur je iemand naar de huisarts?
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Antacida is een groep geneesmiddelen bij maagklachten
A
goed
B
fout
Slide 14 - Quiz
Welke patiënten met maagklachten stuur je gelijk door naar de huisarts?
A
Pijn dat uitstraalt naar de armen en rug
B
Als de pijn al meer dan 1 week aanhoud
C
Pijn dat overgaat nadat je wat gegeten hebt
D
Pijn bij zure oprispingen
Slide 15 - Quiz
Welke groep pijnstillers kunnen maagklachten veroorzaken?
A
Paracetamol, alle soorten
B
NSAID 's
C
Morfine
Slide 16 - Quiz
Wat is geen middel dat gebruikt wordt bij maagklachten?
A
loperamide
B
omeprazol
C
cimetidine
D
antagel
Slide 17 - Quiz
Waarom hebben NSAIDS als bijwerking maagklachten?
A
Omdat de prostaglandine aanmaak geremd wordt
B
Omdat er meer prostaglandine vrij komt.
C
Omdat het maagzuur zuurder wordt.
D
Omdat het geneesmiddel de maag irriteert.
Slide 18 - Quiz
GEEFT IBUPROFEN VAAK MAAGKLACHTEN?
A
JA
B
NEE
Slide 19 - Quiz
Reflux hoort bij maagklachten
A
goed
B
fout
Slide 20 - Quiz
WAT VALT ER NIET ONDER MAAGKLACHTEN?
A
ZUURBRANDEN
B
MISSELIJKHEID
C
OBSTIPATIE
D
REFLUXKLACHTEN
Slide 21 - Quiz
Antagel is een eerste keuzemiddel bij maagklachten?
A
Ja
B
Nee
