La musique havo 4 18 novembre afsluiting

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

Important! Kies of je in DELF B1 wilt werken aan:

luisteren: Jarno, Anouk, Jort

lezen: Andy en Duan

Gedragsregels voor een rustig klimaat waarin geleerd kan worden

1 Telefoons in de telefoonbak 

2) Je zit op een vaste plaats

3) Iedereen is aan het werk. Niets doen is geen optie.

4) Begrijp je iets niet --> ik verwacht dat je mijn hulp vraagt

5) Iedereen concentreert zich op de lesstof 

6) Stel je een vraag, dan gaat die

vraag over de lesstof.

7) Boeken heb je aan het begin van de les bij je. Daar hoort ook een schrift bij. 

8) De pauze zorgt voor te veel onrust. Daarom is er geen pauze meer in het blokuur. Er zijn leerlingen die zich wel aan de 5 minuten houden. Voor jullie is het heel jammer. Maar dit besluit geldt voor iedereen. 

Gedragsregels voor een rustig klimaat waarin geleerd kan worden

Lukt dit je niet, dan...

- Waarschuw ik je 1 x

- Waarschuw ik je een 2e keer en zet ik je apart

- Waarschuw ik je een 3e keer en ga je op het Leerplein verder werken. 

Zo gaan we de komende tijd werken. 

Bonjour à tous et toutes!

Aujourd'hui on travaillera 

plus sur la musique!

-Telefoons in de telefoonbak!

                  

Ce qu'on va faire:

- décrire une chanteuse (Maëlle)

- décrire un artiste à choix

- deviner l'artiste décrit 

- explication grammaire: le passé composé

Objectifs:

- een persoon kunnen beschrijven

- informatie geven in simpel begrijpelijk Frans 

- de onderdelen van de passé composé weten

- je weet hoe je de passé composé maakt

- Frans voca voor meningen gebruiken om jouw eigen mening te geven

Vue d'ensemble (overnemen --> -->)

    - 1genre

     -2 instruments

     - 3 âge

     - 4 nationalité

      -5 les paroles*

1 C'est un groupe de (+ genre)

2 Ils font de la musique (+ genre)

3 Elle est chanteuse de (+ genre)

Kent iedereen de NL betekenis?

2 Il/elle joue de + instrument

Exercice: -mijn zus speelt keyboard

                     -moi, je....

3 Il /elle a 25 ans

4 Ils sont néerlandais/

C'est un groupenéerlandais

5 Les paroles portent sur...*

Lees de vragen eens:

1) in welke werkwoordtijd staan de vragen?

2) en over welke tijd gaat dat? heden of verleden?

3) dus je gaat doen alsof je je droomvakantie al gehad hebt en daar heel enthousiast over vertelt

Texte: biographie sur Maëlle

Objectif: parler de Maëlle en français

Préparation

 1) tekst lezen en antwoorden uit de tekst opschrijven

2) eigen formulering maken 

3) aan jouw medeleerling presenteren

Ik deel de opdracht uit en leg hem uit aan de hand van de blokken.

Loop het stappenplan bij langs 

Specificeer waar de leerling de antwoorden in moet vullen

Vertel wat ze dus per stap gaan doen voor informatiepuntje 1

Zelfwerken opdracht KLAAR? Dan hand opsteken 

                                         HULP? Na 2 minuten én eerst woordenboek gebruiken

Texte: biographie sur Maëlle

Etape 1: zoek in de tekst info over de punten hieronder en schrijf die info op in je schrift

   - 1 genre

     -2 instruments

     -3 âge

     - 4 nationaliteit

     - 5 waar de paroles over gaan

Étape 1

1) We lezen allemaal zelf en stil

- schrijf antwoorden in FR op

-Na 5 minuten mag je jouw 

antwoorden vergelijken met jouw buur. 

- Verschillend antwoord? Leg elkaar uit waarom jij denkt dat jouw antwoord juist is.

- nabespreking in de klas

Ik deel de opdracht uit en leg hem uit aan de hand van de blokken.

Loop het stappenplan bij langs 

Specificeer waar de leerling de antwoorden in moet vullen

Vertel wat ze dus per stap gaan doen voor informatiepuntje 1

Zelfwerken opdracht KLAAR? Dan hand opsteken 

                                         HULP? Na 2 minuten én eerst woordenboek gebruiken

2) Préparer ton monologue

Étape 2: tout le monde va...

- écrire ses propres phrases

- outils: les ''standaardzinnen''

et le dictionnaire

- temps disponible: 7 minutes

Rollenspel met als doel: te oefenen met het maken van zinnen over vakantie

Instructie:

1) modellen van inhoudspunt 1 

3) Présenter ton monologue

Étape 3: présenter Maëlle 

-quoi: les 5 points de l'exercice (genre, âge, paroles…)

-comment: 1 fois avec tes phrases

                       1 fois par coeur (uit je hoofd)

-combien de fois: 2 fois

-Écouteur: note 1 tip et 1 top

-Conclusion en classe

Rollenspel met als doel: te oefenen met het maken van zinnen over vakantie

Instructie:

1) modellen van inhoudspunt 1 

Afsluiting in de klas: leerlingen een tip en top laten noteren over leerlingen die klassikaal hun verhaaltje houden

4) Décrire un(e) chanteur ou chanteuse célèbre 

Tu vas décrire l'un des artistes

ci-dessous

- Taylor Swift

- Rihanna

- David Guetta 

- Rolling Stones

Tu vas de nouveau parler de:

     - 1 genre

     -2 instruments

     -3 âge

     - 4 nationaliteit

     - 5 waar de paroles over                                gaan

Hergebruik de standaardzinnen

Verklap jouw artiest niet!

4) Décrire un(e) chanteur ou chanteuse célèbre 

-Beschrijf nu jouw gekozen artiest. Vertel over genre t/m de paroles. Praat langzaam. Vertel sowieso 2 keer. Zonder zinnen voor te lezen.

-De luisteraar gaat de gekozen artiest raden. Maak aantekeningen. 

Tu vas de nouveau parler de:

     - 1 genre

     -2 instruments

     -3 âge

     - 4 nationaliteit

     - 5 waar de paroles over                  gaan

Le passé composé: introduction

Wat: De passé composé is de voltooid tegenwoordige tijd. Wat moet je je daarbij voorstellen?

-->Nederlands: Ik heb gehoopt; jij hebt gegeten; ik ben gebleven

Question 1: hoeveel werkwoorden in de NL voorbeelden?

Question 2: wat zijn de 2 hulpwerkwoorden in de voorbeelden?

Le passé composé: règle de construction

De hulpwerkwoorden in NL: hebben en zijn

De hulpwerkwoorden in FR: avoir et être

Dus de passé maak je met:

1) avoir + voltooid deelwoord 

2) être + voltooid deelwoord

Le passé composé: de hulpwerkwoorden

De hulpwerkwoorden in FR: avoir et être

We herhalen de vervoeging eerst mondeling. Wie kent het hele rijtje nog???

Je 

tu 

il/elle

nous 

vous 

ils 

Le passé composé: het voltooid deelwoord

Les parties du passé composé:

1) avoir + voltooid deelwoord

2) être + voltooid deelwoord

Het voltooid deelwoord: 3 manieren

1) van ww op -er: passer - er --> pass --> passé

2) van ww op -ir:  choisir - ir --> chois --> choisi

3) van ww op -re: vendre - re --> vend --> vendu 

                                                                    

Neem -er als uitgangspunt.

Bij -er moet je -er van het hele werkwoord eraf halen.

Wat zou je dan bij 

choisir moeten doen

vendre moeten doen

Faire le passé composé en -er

Objectifs: mondeling...

- hulpwerkwoorden vervoegen (let op de persoon!)

- voltooid deelwoord maken van ww op -er 

Avoir                                                 Être

- Je (manger)                               - je (tomber)

- nous (manger)                         - nous (tomber)

- vous (raconter)                        - vous (rester)

- ils (raconter)                             - ils (rester)

Je ziet de persoon en een werkwoord op -er erachter

Het hele werkwoord staat er

Wat is het doel? Tweeledig.

- oefenen van het vervoegen van avoir of être

- oefenen van het maken van het voltooid deelwoord op -er

Je moet het hele werkwoord dus in de passé composé zetten

Faire le passé composé en -er, -ir et -re

1 Je (vendre) mes vêtements usés

2 Ma soeur (parler) des films horreur

3 Les enfants (manger) des glaces

4 Vous (finir) votre plat? 

5 Nous (choisir) une destination de vacances.

6 Mon grand-père (vendre) sa vieille voiture.

7 Je (perdre) mon sac à dos

8 Nous (regarder) des séries toute la nuit.

Vervolg instructie: 

Je krijgt 2 minuten de tijd om in groepjes van 2 te oefenen. Werk om de beurt. Lees de zin en probeer zo snel mogelijk de zin op te lezen mét vervoegd werkwoord. De luisteraar moet controleren: dus die maakt de zin in zijn of haar hoofd. Je moet het eens zijn met jouw buur die het werkwoord hardop vervoegt.

Resultaat: ik roep een nummer, dan een naam en jij geeft de zin mét vervoegd werkwoord.

Dit moet aardig snel kunnen, zo gaat het in echte communicatie op straat ook.

1 Weten we wat ze betekenen?

2 We maken een passé composé met descendre, venir, revenir

Si tu veux donner ton opinion

Lis le texte --> --> --> --> 

1) Zoek de woorden waarmee je een mening kunt geven (parce que, etc.)

2.1) Luister het liedje ''Toutes les machines ont un coeur'' 

2.2) Geef je mening over het liedje.

J'aime écouter de la musique, parce que c'est passionnante. J'écoute surtout le rap comme Maître Gims. Je pense que c'est super moderne et cool.  Par contre, je  n'écoute pas de musique classique. Je trouve que c'est très démodée. Pourtant, ma soeur aime la musique classique, car elle joue du violoncelle. 

Si tu veux donner ton opinion

2.1) Luister het liedje ''Toutes les machines ont un coeur''

2.2) Geef je mening over het liedje.

         --> Je pense que... / je trouve que / je trouve la chanson....

uitleg op het bord:

Steden) à + stad 

                à + Marseille/Berlin/