Economisch bekeken - H8.1 De timmerfabriek (K) en H8.1 productie (B)
8. Werk en bedrijf (K) 8. Werk en technologie (B)
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3
Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
8. Werk en bedrijf (K) 8. Werk en technologie (B)
Slide 1 - Diapositive
Productie (B1) en de Timmerfabriek (K1)
De kaasspeciaalzaak (K2) en Arbeid en technologie (B5)
Studie en beroep (K3/B2)
Vakantiewerk (K5/B3)
Collectieve arbeidsovereenkomst (K6/B4)
Betaald en onbetaald werk (K4) en oefentoets (B)
Planning van hoofdstuk 8 (BK) - Boek 3B
Slide 2 - Diapositive
8.1. De timmerfabriek (K) 8.1. Productie (B)
Slide 3 - Diapositive
OPDRACHT
Een ondernemer start een kano-bedrijf. Hij produceert en verkoopt authentieke houten kano's.
Je krijgt 2 minuten de tijd om 5 dingen te noteren die hij nodig heeft (mag een product zijn, maar hoeft niet).
timer
2:00
OPDRACHT
Slide 4 - Diapositive
Aan het eind van deze paragraaf kun je:
uitleggen wat er nodig is om te produceren.
uitleggen welke soorten productie er zijn
uitleggen wat formele productie / betaalde productie en informele productie / onbetaalde productie is.
uitleggen wat productiefactoren zijn en de productiefactoren kunnen noemen en uitleggen.
uitleggen wat kapitaalgoederen en investeren betekenen .
uitleggen wat kapitaalintensief en arbeidsintensief betekent *.
Wat gaan we leren?
Slide 5 - Diapositive
Er zijn twee soorten van produceren, waarvan één betaalde productie is.
Betaalde productie / Formele productie: Dat is iets wat bedrijven of de overheid doen of maken tegen betaling. Er is ook een administratie.
Voorbeelden: Eten in een restaurant, een pizza bestellen, naar de kapper gaan etc.
Betaalde productie / Formele productie
Slide 6 - Diapositive
Er zijn twee soorten van produceren, waarvan één onbetaalde productie / informele productie is.
Onbetaalde productie / informele productie
Dat is iets doen of maken zonder betaald te worden. Er is geen administratie.
Voorbeelden: eten koken, de was doen en je fiets repareren.
Onbetaalde productie / Informele productie
Slide 7 - Diapositive
Kapitaal = Hulpmiddelen bij de productie in bedrijven (Kapitaalgoederen).
Arbeid = Het werken van mensen.
Natuur = Alles wat niet door mensen is gemaakt, zoals de bodem, zonlicht, regenwater, grondstoffen uit de bodem.
Ondernemerschap
Productiefactoren
Slide 8 - Diapositive
Kapitaal = Hulpmiddelen bij de productie in bedrijven (Kapitaalgoederen).
Arbeid = Het werken van mensen.
Natuur = Alles wat niet door mensen is gemaakt, zoals zonlicht, regenwater, grondstoffen uit de bodem.
Productiefactoren
Slide 9 - Diapositive
Kapitaalgoederen zijn hulpmiddelen die je nodig hebt om te kunnen produceren.
Bijvoorbeeld: Machines, gebouw, robots, voertuigen, voorraad grondstoffen, voorraad eindproducten etc.
Kapitaalgoederen
Slide 10 - Diapositive
Investeren
Het kopen van kapitaalgoederen door bedrijven noemen we investeren!
Een bedrijf die bijvoorbeeld wilt uitbreiden en meer producten wilt produceren moet nieuwe machines erbij kopen dus investeren.
Investeren
Slide 11 - Diapositive
Kapitaalintensief
Arbeidsintensief
Kapitaalintensief en arbeidsintensief *
Slide 12 - Diapositive
VRAGEN?
Slide 13 - Diapositive
OPDRACHTEN
Basis: Maak de opgaven 1 t/m 27 op bladzijde 86 t/m 87 van werkboek 3B! Kader: Maak de opgaven 1 t/m 11 op bladzijde 106 t/m 109 van werkboek 3B!
Klaar? Dan heb je geen huiswerk voor de volgende les!
timer
15:00
Rood = Zelfstandig en stil werken.
Geel = Fluisteren en overleggen toegestaan
Groen = Praten
Slide 14 - Diapositive
Gatentekst
1) _______ is iets doen of maken tegen betaling, bijvoorbeeld door bedrijven. Hiervoor zijn 2) _______ nodig. Dit zijn de middelen die nodig zijn om te produceren. Dit zijn kapitaal, arbeid en natuur (KAN, KANO). 3) _______ zijn machines, gebouwen, gereedschappen en grondstoffen die nodig zijn om iets te maken. 4) _______ is de tijd en de inzet van mensen die iets maken of doen. 5) _______ zijn de natuurlijke hulpbronnen die gebruikt worden om iets te maken, zoals olie, gas, hout en water. 6) _______zijn goederen die nodig zijn om te kunnen produceren, zoals machines en gebouwen. 7) _______betekent het aanschaffen van kapitaalgoederen om zo meer productie mogelijk te maken en inkomsten te vergroten. Als er veel kapitaalgoederen nodig zijn is de productie 8) _______.
Vul in in de tekst!
Investeren
Natuur
Kapitaalintensief
Kapitaal
Betaald produceren
Kapitaalgoederen
Arbeid
Productiefactoren
Slide 15 - Diapositive
Gatentekst
BETAALD PRODUCEREN is iets doen of maken tegen betaling, bijvoorbeeld door bedrijven. Hiervoor zijn PRODUCTIEFACTOREN nodig. Dit zijn de middelen die nodig zijn om te produceren. Dit zijn kapitaal, arbeid en natuur (KAN, KANO). KAPITAAL zijn machines, gebouwen, gereedschappen en grondstoffen die nodig zijn om iets te maken. ARBEID is de tijd en de inzet van mensen die iets maken of doen. NATUUR zijn de natuurlijke hulpbronnen die gebruikt worden om iets te maken, zoals olie, gas, hout en water. KAPITAALGOEDEREN zijn goederen die nodig zijn om te kunnen produceren, zoals machines en gebouwen. INVESTEREN betekent het aanschaffen van kapitaalgoederen om zo meer productie mogelijk te maken en inkomsten te vergroten. Als er veel kapitaalgoederen nodig zijn is de productie KAPITAALINTENSIEF.
Slide 16 - Diapositive
Huiswerk voor de volgende les:
Basis: Maak de opgaven 1 t/m 27 op bladzijde 86 t/m 87 van werkboek 3B!
Kader: Maak de opgaven 1 t/m 11 op bladzijde 106 t/m 109 van werkboek 3B
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.