Economisch bekeken - H8.1 De timmerfabriek (K) en H8.1 productie (B)

8. Werk en technologie 
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

8. Werk en technologie 

Slide 1 - Diapositive

  1. Productie 
  2. Studie en beroep 
  3. Vakantiewerk 
  4. Collectieve arbeidsovereenkomst 
  5. Arbeid en technologie
Planning van hoofdstuk 8 - Boek 3B

Slide 2 - Diapositive

8.1. Productie

Slide 3 - Diapositive

OPDRACHT
  • Een ondernemer start een kano-bedrijf. Hij produceert en verkoopt authentieke houten kano's.
  • Je krijgt 2 minuten de tijd om 5
     dingen te noteren die hij nodig
     heeft (mag een product zijn, maar
     hoeft niet).
timer
2:00
OPDRACHT

Slide 4 - Diapositive

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • uitleggen wat er nodig is om te produceren.
  • uitleggen welke soorten productie er zijn
  • uitleggen wat formele productie / betaalde productie en informele productie / onbetaalde productie is.
  • uitleggen wat productiefactoren zijn en de productiefactoren kunnen noemen en uitleggen.
  • uitleggen wat kapitaalgoederen en investeren betekenen .
Wat gaan we leren?

Slide 5 - Diapositive

Er zijn twee soorten van produceren, waarvan één betaalde productie is.

  • Betaalde productie / Formele productie:       Dat is iets wat bedrijven of de overheid   doen of maken tegen betaling. Er is ook een
     administratie.

  • Voorbeelden: Eten in een restaurant, een
      pizza bestellen, naar de kapper gaan etc.




Betaalde productie / Formele productie 

Slide 6 - Diapositive

Er zijn twee soorten van produceren, waarvan één onbetaalde productie / informele productie is.

Onbetaalde productie / informele productie
  • Dat is iets doen of maken zonder betaald te worden. Er is geen administratie.
  • Voorbeelden: eten koken, de was doen en je fiets repareren.




Onbetaalde productie / Informele productie

Slide 7 - Diapositive

  • Kapitaal = Hulpmiddelen bij de
      productie in bedrijven
      (Kapitaalgoederen).
  • Arbeid = Het werken van mensen.
  • Natuur = Alles wat niet door
      mensen is gemaakt, zoals
      de bodem, zonlicht, regenwater,
      grondstoffen uit de bodem.
  • Ondernemerschap
Productiefactoren

Slide 8 - Diapositive

  • Kapitaal = Hulpmiddelen bij de
      productie in bedrijven
      (Kapitaalgoederen).
  • Arbeid = Het werken van mensen.
  • Natuur = Alles wat niet door
      mensen is gemaakt, zoals
      zonlicht, regenwater,
      grondstoffen uit de bodem.
Productiefactoren

Slide 9 - Diapositive

  • Kapitaalgoederen zijn     hulpmiddelen die je nodig hebt   om te kunnen produceren.
  • Bijvoorbeeld: Machines, gebouw, robots, voertuigen, voorraad grondstoffen, voorraad eindproducten etc.
Kapitaalgoederen

Slide 10 - Diapositive

Investeren
  • Het kopen van kapitaalgoederen door bedrijven noemen we investeren!
  • Een bedrijf die bijvoorbeeld wilt uitbreiden en meer producten wilt produceren moet nieuwe machines erbij kopen dus investeren. 
Investeren

Slide 11 - Diapositive

VRAGEN?

Slide 12 - Diapositive

OPDRACHTEN
  • Basis: Maak de opgaven 1 t/m 27 op bladzijde 86 t/m
     88 van werkboek 3B!

  • Klaar? Dan heb je geen huiswerk voor de volgende les!






timer
15:00
Rood = Zelfstandig en stil werken. 
Geel = Fluisteren en overleggen toegestaan
Groen = Praten

Slide 13 - Diapositive

Gatentekst
1) _______ is iets doen of maken tegen betaling, bijvoorbeeld door bedrijven. Hiervoor zijn 2) _______ nodig. Dit zijn de middelen die nodig zijn om te produceren. Dit zijn kapitaal, arbeid en natuur (KAN, KANO). 3) _______ zijn machines, gebouwen, gereedschappen en grondstoffen die nodig zijn om iets te maken. 4) _______ is de tijd en de inzet van mensen die iets maken of doen. 5) _______ zijn de natuurlijke hulpbronnen die gebruikt worden om iets te maken, zoals olie, gas, hout en water. 6) _______ zijn goederen die nodig zijn om te kunnen produceren, zoals machines en gebouwen. 7) _______ betekent het aanschaffen van kapitaalgoederen om zo meer productie mogelijk te maken en inkomsten te vergroten. Als er veel kapitaalgoederen nodig zijn is de productie 8) _______.
Vul in in de tekst!
  • Investeren
  • Natuur
  • Kapitaalintensief
  • Kapitaal
  • Betaald
     produceren
  • Kapitaalgoederen
  • Arbeid
  • Productiefactoren

Slide 14 - Diapositive

Gatentekst
BETAALD PRODUCEREN is iets doen of maken tegen betaling, bijvoorbeeld door bedrijven. Hiervoor zijn PRODUCTIEFACTOREN nodig. Dit zijn de middelen die nodig zijn om te produceren. Dit zijn kapitaal, arbeid en natuur (KAN, KANO). KAPITAAL zijn machines, gebouwen, gereedschappen en grondstoffen die nodig zijn om iets te maken. ARBEID is de tijd en de inzet van mensen die iets maken of doen. NATUUR zijn de natuurlijke hulpbronnen die gebruikt worden om iets te maken, zoals olie, gas, hout en water. KAPITAALGOEDEREN zijn goederen die nodig zijn om te kunnen produceren, zoals machines en gebouwen. INVESTEREN betekent het aanschaffen van kapitaalgoederen om zo meer productie mogelijk te maken en inkomsten te vergroten. Als er veel kapitaalgoederen nodig zijn is de productie KAPITAALINTENSIEF.

Slide 15 - Diapositive

Huiswerk voor de volgende les:
  • Basis: Maak de opgaven 1 t/m 27 op
      bladzijde 86 t/m 87 van werkboek 3B!


Huiswerk

Slide 16 - Diapositive

Bedankt en fijne dag!

Slide 17 - Diapositive