Training 5 H3. Van Verdrag van Versailles tot nazi-Duitsland

H3. Het interbellum 
Van Verdrag van Versailles (1919) tot nazi-Duitsland (1933-1939)
 mavo 4 
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H3. Het interbellum 
Van Verdrag van Versailles (1919) tot nazi-Duitsland (1933-1939)
 mavo 4 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de belangrijkste gebeurtenissen en begrippen van Verdrag van Versailles tot nazi-Duitsland (interbellum) benoemen en de gevolgen hiervan beschrijven.

Slide 2 - Diapositive

Dit is het doel van de les. Vertel dit aan de leerlingen aan het begin van de les, zodat ze weten wat ze zullen leren.
Verdrag van Versailles
Verdrag dat in 1919 werd ondertekend en zware strafbepalingen voor Duitsland bevatte, zoals herstelbetalingen, gebiedsafstand, en demilitarisatie.

Slide 3 - Diapositive

Laat de leerlingen kort vertellen wat ze al weten over het Verdrag van Versailles en leg uit wat het inhoudt.
Oprichting van de Volkenbond
Na de Eerste Wereldoorlog werd de Volkenbond opgericht om internationale samenwerking en vrede te bevorderen. 

Mislukking: VS, Duitsland en SU namen niet deel. 

Slide 4 - Diapositive

Leerlingen uitleggen wat de Volkenbond was en waarom deze werd opgericht.
?
Je ziet president Wilson met een bellenblaas, op de kan staat idealisme.
Wat wil de tekenaar zeggen?   

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De tekenaar ziet de Volkenbond als
A
positief, want het lukt met de bellenblaas
B
positief want zo krijg je vrede
C
negatief want het is niet sterk en doelmatig genoeg
D
negatief want hij vindt de president een prutser

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Actief kiesrecht voor vrouwen
In 1919 kregen vrouwen algemeen actief kiesrecht.

Slide 7 - Diapositive

Vertel de leerlingen wat algemeen actief kiesrecht betekent en waarom dit belangrijk was.
Republiek van Weimar
Na de Eerste Wereldoorlog werd Duitsland een parlementaire democratie, de Republiek van Weimar genaamd.

Slide 8 - Diapositive

Laat de leerlingen uitleggen wat een parlementaire democratie is en waarom dit belangrijk is.
Dolkstootlegende
De dolkstootlegende was een mythe die in Duitsland ontstond na de Eerste Wereldoorlog en die beweerde dat Duitsland de oorlog niet had verloren op het slagveld, maar door verraders thuis. (Liberalen/democraten)

Slide 9 - Diapositive

Leg de leerlingen uit wat de dolkstootlegende was en hoe het bijdroeg aan de opkomst van het nazisme.
Bezetting van het Ruhrgebied
In 1923 bezetten Franse en Belgische troepen het Ruhrgebied als vergelding voor het niet nakomen van de herstelbetalingen door Duitsland.

Slide 10 - Diapositive

Vertel de leerlingen over de bezetting van het Ruhrgebied en hoe dit de economische situatie in Duitsland beïnvloedde.
Mislukte staatsgreep door Hitler
In 1923 pleegde Hitler een mislukte staatsgreep in München, bekend als de Beer Hall Putsch.

Slide 11 - Diapositive

Beschrijf de leerlingen de Beer Hall Putsch en hoe deze bijdroeg aan de opkomst van het nazisme.
Dawesplan
Het Dawesplan was een plan om de economie van Duitsland te stabiliseren en de herstelbetalingen te reorganiseren.

Slide 12 - Diapositive

Laat de leerlingen uitleggen wat het Dawesplan was en hoe het de Duitse economie beïnvloedde.
Economische crisis en democratie
De economische crisis (1929 -Beurskrach) had grote gevolgen voor het vertrouwen in de democratie in Europa, en in het bijzonder voor Duitsland.

Slide 13 - Diapositive

Vertel de leerlingen over de economische crisis en hoe dit het vertrouwen in de democratie heeft beïnvloed.
Wereldwijde economische crisis
De Beurskrach op Wall Street in 1929 leidde tot een wereldwijde economische crisis, die Duitsland extra zwaar trof vanwege de economische situatie na de Eerste Wereldoorlog.

Slide 14 - Diapositive

Vertel de leerlingen over de Beurskrach van 1929 en hoe dit de economische situatie in Duitsland beïnvloedde.
Opkomst van nazi-Duitsland
De nazi's kwamen in 1933 aan de macht in Duitsland en schaften de parlementaire democratie af, vestigden een dictatuur en voerden terreur uit.

Slide 15 - Diapositive

Laat de leerlingen kort vertellen wat ze al weten over de opkomst van de nazi's en leg uit wat er gebeurde toen ze aan de macht kwamen.
Nationaal-socialisme
Het nationaalsocialisme was de ideologie van de nazi's, die zich kenmerkte door 
1 totalitair leiderschap, 2 antisemitisme en 3 rassenleer.

Slide 16 - Diapositive

Leg aan de leerlingen uit wat nationaal-socialisme betekent en welke ideeën het omvat.
Nazi-organisaties
De nazi's hadden verschillende organisaties, zoals de NSDAP, SA, SS, Gestapo, Hitlerjugend en Bund Deutscher Mädel.

Slide 17 - Diapositive

Laat de leerlingen uitleggen wat de verschillende nazi-organisaties waren en wat ze deden.
Waarvoor werd de Volkenbond opgericht?
A
Internationale samenwerking en vrede bevorderen
B
Economische samenwerking bevorderen
C
Politieke macht uitoefenen
D
Territorium uitbreiden

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was de dolkstootlegende?
A
Een mythe die beweerde dat Duitsland de Eerste Wereldoorlog niet verloor op het slagveld, maar door verraders thuis (liberalen/democraten)
B
Een mythe die beweerde dat Duitsland de oorlog verloor op het slagveld
C
Een legende over een magische dolk
D
Een legende over een heldhaftige soldaat

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk land werd extra zwaar getroffen door de wereldwijde economische crisis vanwege de economische situatie na de Eerste Wereldoorlog?
A
Italië
B
Frankrijk
C
Duitsland
D
Spanje

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was de oorzaak van de wereldwijde economische crisis in 1929?
A
De Beurskrach op Wall Street
B
Het einde van de Eerste Wereldoorlog
C
Een natuurramp
D
Een politieke onrust

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 23 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 24 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 25 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.