Quiz Hoofdstuk 7
1 / 37
La durée de la leçon est: 10 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
In ons land zijn er verschillende overheidslagen. Noem 3 overheidslagen
Slide 2 - Question ouverte
Hoe noem je een ontwikkeling van nieuwe productie methodes of nieuwe producten?
A
Miljoenennota
B
Innovatie
C
Marktwerking
D
Collectieve goederen
Slide 3 - Quiz
Voor welke zaken kun je terecht bij het gemeentehuis?
Slide 4 - Carte mentale
Welke woord mist in de tekst?
De overheid en de instellingen voor de sociale zekerheid, zoals het UWV, ....... wil geen winst maken
De overheid en de instellingen voor de sociale zekerheid, zoals het UWV, ....... wil geen winst maken
A
Collectieve sector
B
innovatie
C
Rijksbegroting
D
Staatsschuld
Slide 5 - Quiz
Wat kan overheid bepalen voor burgers en bedrijven?
Slide 6 - Question ouverte
Landelijke overheid
Provinciale overheid
Gemeentelijke overheid
Slide 7 - Question de remorquage
Collectieve goederen worden geleverd door?
A
Bedrijven
B
Overheid
C
collectieve sector
D
Winkels
Slide 8 - Quiz
Collectieve sector
Particuliere sector
Bedrijven
Burgers
Instellingen sociale zekerheid
Overheid
Slide 9 - Question de remorquage
Wat betekent ''Marktwerking''?
Slide 10 - Question ouverte
Sociale zekerheid
Volksverzekeringen
Sociale voorzieningen
Sociale verzekeringen
Werknemers-verzekeringen
Slide 11 - Question de remorquage
Wat betekent ''Actieven''?
Slide 12 - Question ouverte
Uit welke uitkeringen groepen bestaat de sociale zekerheid?
Slide 13 - Question ouverte
Hoe noem je een groep uitkeringen die de overheid met belastinggeld betaalt?
A
markt
B
overheid
C
belastingen
D
sociale voorzieningen
Slide 14 - Quiz
Waarom heeft overheid het sociale minimum vastgesteld?
A
Om iedereen geld laten verdienen
B
om meer werkloze mensen te krijgen
C
Omdat ze deze idee leuk vonden
D
om overheid te steunen
Slide 15 - Quiz
Sociale zekerheid
Volksverzekeringen
Werknemersverzekeringen
voorbeelden:
voorbeelden:
voorbeelden:
Sociale verzekeringen
Sociale voorzieningen
WW
WIA
AOW
ANW
kinderbijslag
bijstand
Slide 16 - Question de remorquage
Welke 2 maatregelen heeft de overheid gemaakt om sociale zekerheid betaalbaar te houden?
A
Hogere belastingen
B
Meer werk aanbieden
C
Verhoging van de AOW-Leeftijd
D
De participatiewet
Slide 17 - Quiz
Als de overheid geld overhoudt dan noem je dat een ...............
Slide 18 - Question ouverte
Wat is 'Directe belasting"
Slide 19 - Question ouverte
Wat bevat Indirecte belasting?
A
Accijns
B
btw
C
geld van overheid
D
geen idee
Slide 20 - Quiz
Het grootste deel geeft de overheid uit aan ... en ...
Slide 21 - Question ouverte
wat is stadsschuld
Slide 22 - Question ouverte
Wat is het verschil tussen een begrotingstekort en een begrotingsoverschot?
Slide 23 - Question ouverte
Toelichting op de rijksbegroting door de minister van Financiën
A
Begroting
B
Miljoenennota
C
Rijksbegroting
D
Staatsschuld
Slide 24 - Quiz
Waarom geeft de overheid op producten en diensten subsidie?
A
Consumptie stimuleren
B
Consumptie remmen
C
Consumptie steunen
D
?
Slide 25 - Quiz
De overheid geeft in een bepaald jaar € 302,1 miljard uit. Nederland heeft 17,4 miljoen inwoners. Hoeveel geeft de overheid gemideld aan een inwoner.
A
€ 17.362
B
€ 16.362
C
€ 18.362
D
€ 19.362
Slide 26 - Quiz
Waaraan geeft de overheid het meeste geld uit?
A
Milieu en onderwijs
B
Sociale zekerheid en zorg
C
Belastingen
D
Inkomsten
Slide 27 - Quiz
Waarom is de WA-verzekering voor motorvoertuigen wettelijk verplicht?
A
Dat levert voor de overheid extra inkomsten op
B
De overheid wil dat verzekeraars geld kunnen verdienen
C
De overheid wil dat verkeersschade aan slachtoffers altijd wordt vergoed
D
De overheid wil dat verkeersschade altijd wordt vergoed
Slide 28 - Quiz
Als je met pensioen gaat ontvang je de volgende volksverzekering
A
AOW
B
WW uitkering
C
Zorgtoeslag
D
Wia uitkering
Slide 29 - Quiz
De AOW is een volksverzekering. Wie heeft hier recht op?
A
Kinderen
B
Pensioengerechtigden
C
Ouders
D
Alle inwoners van Nederland
Slide 30 - Quiz
Wie betaalt de sociale zekerheid?
Slide 31 - Question ouverte
Leg het begrip sociale zekerheid uit
Slide 32 - Question ouverte
Waarom is er sociale zekerheid?
Slide 33 - Question ouverte
Wie zijn de 'actieven'?
A
Mensen met een AOW
B
De mensen met betaald werk
C
Jongeren met een WAJONG uitkering
D
Mensen met vrijwilligerswerk
Slide 34 - Quiz
Door Corona meer of minder actieven
A
Meer
B
Minder
Slide 35 - Quiz
Wat is privatisering ?
A
een gebied beschermen door plaatsing van een hek
B
afstoten van overheidstaken naar de particuliere sector
C
als een ontwikkeling goed verloopt
D
afstoten van particuliere sector naar overheid.
Slide 36 - Quiz
Door privatisering wordt de .... steeds kleiner.
A
Particuliere sector
B
Collectieve sector
C
Werkloosheid
D
salaris
