Les 8 (Week 23, 04/06)- V1Y

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

1HV1 Première leçon
Les objectifs:
  • Ik kan eenvoudige vragen stellen met gebruik van vraagwoorden (où, quand, comment, ect..) 
Le programme :
  • Dictée + Proefwerk bespreken
  • Chapitre 6 - Slimstampen A,B,C,D
Mardi 4 juin

Slide 2 - Diapositive

Vertaal:
C'est tout droit et ensuite à gauche.
timer
1:00

Slide 3 - Question ouverte

Vertaal:
te voet, lopend
timer
1:00

Slide 4 - Question ouverte

Vertaal:
En bus
timer
0:30

Slide 5 - Question ouverte

Vertaal:
Is het ver?
timer
0:30

Slide 6 - Question ouverte

Vertaal:
Alors, on y va en voiture
timer
1:00

Slide 7 - Question ouverte

Vertaal:
Ik zoek de bakkerij
timer
1:00

Slide 8 - Question ouverte

Vertaal:
Vous pouvez répéter?
timer
0:45

Slide 9 - Question ouverte

Wat is het juiste vraagwoord voor: wanneer
timer
0:15
A
B
quoi
C
quand
D
pourquoi

Slide 10 - Quiz

Wat is het juiste vraagwoord voor: waar
timer
0:15
A
B
comment
C
pourquoi
D
quand

Slide 11 - Quiz

Tu habites chez tes parents?
In deze zin staat een vraagwoord.
timer
0:15
A
Vrai
B
Faux

Slide 12 - Quiz

Welk vraagwoord past in de zin:
"Tu as ... de sac à dos?"
timer
0:15
A
quel
B
pourquoi
C
comment
D
combien

Slide 13 - Quiz

Hoe vertaal je het vraagwoord: combien?
timer
0:15
A
Hoe
B
Hoeveel
C
Wanneer
D
Wie

Slide 14 - Quiz

Welk vraagwoord past het beste in de zin?

.............. tu t'appelles?
timer
0:15
A
Qui
B
Comment
C
Pourquoi
D
Quand

Slide 15 - Quiz

Welk vraagwoord past in de zin:
" ... tu aimes l'histoire?"
timer
0:15
A
quand
B
pourquoi
C
qu'est-ce que
D
qui

Slide 16 - Quiz

Zelfstandig werk - Chapitre 6

- Va naar de Grandes Lignes methode via Magister.
- Choisis Chapitre 6, slimtampen.
- Fais les slimstampen A, B, C en D.

Klaar?
Apprendre A, B, C, D + H leren (aller et faire). Gebruik ook Verbuga. Kies de werkwoorden "avoir, être" en een paar werkwoorden op -er.

Slide 17 - Diapositive

Les devoirs pour Jeudi 6 juin





6 juni: SO Apprendre A,B,C,D

Slide 18 - Diapositive