V6 - litt 20ième siècle - petit apercu

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Aan welke woorden / begrippen /
ideeën / zaken denk je als het
gaat over
LA BELLE ÉPOQUE?

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Diapositive

WIE zie je op de foto links?
En wat doet dat theekopje daar rechts?

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Diapositive

Wat is 'la mémoire involontaire'?
(verwerk 3 elementen/aspecten in je antwoord)

Slide 6 - Question ouverte

Waarom worden de jaren '20,
de periode na LA GRANDE GUERRE,
'LES ANNÉES FOLLES' genoemd?

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Wat betekent het woord
'LES SYNDICATS'?
A
misdaadorganisaties
B
weekbladen
C
vakbonden
D
sportverenigingen

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Geef een voorbeeld van
een 'dadaïstische'
kunstuiting

Slide 11 - Carte mentale

Welk woord moet op de open plek staan?

"De surrealisten wilden _____ systematisch onderzoeken, om tot een superieure realiteit - surréalité - te komen."
A
het onderbewustzijn
B
de realiteit
C
de fantasie
D
alle kunstvormen

Slide 12 - Quiz

Geef een definitie van 'un calligramme'.

Slide 13 - Question ouverte

Ik geef de voorkeur aan het meer traditionele gedicht
"Le pont Mirabeau" boven de calligrammes van Apollinaire
Ja
Nee

Slide 14 - Sondage

Hoe was de situatie in Frankrijk
tijdens WO II?
Noem ook 1 of 2 belangrijke NAMEN

Slide 15 - Question ouverte

Wat hoort NIET thuis
in les TRENTE GLORIEUSES,
de periode 1945-1975?
A
woningnood
B
werkloosheid
C
la sécurité sociale
D
la guerre d'Algérie

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Vlak na de oorlog publiceerde de dichter
PRÉVERT een beroemde dichtbundel
met de titel...

Slide 19 - Question ouverte

Noem 1 of meer kenmerken
van de dichtstijl / de gedichten
van Jacques Prévert

Slide 20 - Carte mentale

Slide 21 - Diapositive

Kun je uitleggen in hoeverre ideeën van het EXISTENTIALISME terug te zien zijn in "Les jeux sont faits"
Ja
Nee

Slide 22 - Sondage

Wat betekent de titel
"Les jeux sont faits"?
A
De ogen zijn opgemaakt
B
Je hebt mooie ogen
C
Wij hebben goed gespeeld
D
Het spel is uit

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

Waar gaat de roman
"Charlotte" van
David Foenkinos
vooral over?

Slide 25 - Carte mentale

Slide 26 - Diapositive

Dit vond ik het leukste/
meest interessante/minst erge ;-)
van wat we gedaan/gelezen hebben
van de littérature fr du 20ième siècle

Slide 27 - Carte mentale