M3 Het onvoltooid deelwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 3

GIDS NEDERLANDS

INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS

DOEL

- je weet wat een onvoltooid deelwoord is

- je kunt onvoltooide deelwoorden correct spellen

- je weet wat een infintief en een voltooid deelwoord is (herhaling)

- je kunt voltooide deelwoorden correct spellen (herhaling)

- je kunt persoonsvormen correct spellen (herhaling)

Het onvoltooid deelwoord

Leg uit wat een infinitief is.

Ben je het vergeten? Zoek het dan op!

Leg uit wat een voltooid deelwoord is.

Ben je het vergeten? Zoek het dan op!

Infinitief of voltooid deelwoord?

twijfelen

1. infinitief
2. voltooid deelwoord

Infinitief of voltooid deelwoord?

gebukt

1. infinitief
2. voltooid deelwoord

Infinitief of voltooid deelwoord?

verzachten

1. infinitief
2. voltooid deelwoord

Infinitief of voltooid deelwoord?

passen

1. infinitief
2. voltooid deelwoord

Infinitief of voltooid deelwoord?

gereden

1. infinitief
2. voltooid deelwoord

Infinitief of voltooid deelwoord?

gereden

1. infinitief
2. voltooid deelwoord

Doe oortjes in

en bekijk het volgende filmpje!

Het onvoltooid deelwoord

Een onvoltooid deelwoord geeft aan dat iets nog gaande is.

Het is dus nog niet voltooid:

Rillend stond ik op de schaatsbaan.

Lachend zwaaide ik naar mijn vriend.

Zittend keken we naar de optocht.

Het onvoltooid deelwoord

- maak je door achter het hele werkwoord een -d te zetten.

lachend

fluitend

lopend

knippend

Het onvoltooid deelwoord

Een onvoltooid deelwoord kun je net als

het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruiken:

Een lachende vrouw.

De gillende kinderen.

De huilende man.

Noteer het onvoltooid deelwoord van:

twijfelen

Noteer het voltooid deelwoord van:

twijfelen

Noteer het onvoltooid deelwoord van:

huilen

Noteer het voltooid deelwoord van:

huilen

Noteer het onvoltooid deelwoord van:

rijden

Noteer het voltooid deelwoord van:

rijden

OEFENING

In de volgende slides staan zinnen.

 

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden tussen haakjes.

De persoonsvormen staan in de tegenwoordige tijd.

Fouten maken mag,

verbeter deze wel!

De postbezorger (bezorgen) elke dag (fluiten) de post.

Bijna iedereen (worden) het liefst (slapen) rijk.

De leeuw (naderen) ( dreigen) het jonge zebrakalfje.

Melvin (lezen) (stotteren) zijn verhaal voor aan de klas.

Zachtjes (neuriën) (begeleiden) de muziekleraar het koor op zijn gitaar.

Razendsnel (voltooien) Brian de wiskundeopdracht.

OEFENING

In de volgende slides staan zinnen.

 

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden tussen haakjes.

De persoonsvormen staan in de verleden tijd.

Fouten maken mag,

verbeter deze wel!

Cas (bestellen) (blozen) nog een vierde hamburger.

Al (snotteren) (melden) Laura zich af voor de basketbaltraining.

Stef (staan) wel tien minuten (bibberen) op de hoge duikplank.

De zanger (beantwoorden) de vragen over zijn trouwplannen (bevestigen).

Volgens de dierenbescherming (verwaarlozen) de boer zijn schapen (voortduren).

OEFENING

In de volgende slides staan zinnen.

 

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden tussen haakjes.

Het zijn voltooide en onvoltooide deelwoorden die als bijvoeglijk naamwoord gebruikt worden.

Fouten maken mag,

verbeter deze wel!

's Ochtends om vijf uur werden we gewekt door een (kraaien) haan.

De voetbalcoach treurde om de (missen) kans van de spits.

Als ze tomaten eet, krijgt Eefje altijd (jeuken) bultjes op haar wangen.

Omdat zijn eigen fiets stuk is, gaat Armin op de (lenen) fiets naar school.

De (verrassen) uitslag van de wedstrijd tussen Ajax en Vitesse was 2-3.

Zijn vrienden hadden een surpriseparty georganiseerd voor de (verbazen) jarige.

De blij (verrassen) winnaar van het songfestival kon zijn tranen niet bedwingen.

OEFENING

Je hebt je schrift en een pen nodig.

In de volgende slide staat een tekst.

Lees de tekst en noteer de juiste vorm

van de werkwoorden tussen haakjes.

De persoonsvormen die je moet invullen staan in

de verleden tijd.

Lees de tekst 'Vergeten' in reuzenrad.

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden.

GELEERD?

- je weet wat een onvoltooid deelwoord is

- je kunt onvoltooide deelwoorden correct spellen

- je weet wat een infintief en een voltooid deelwoord is (herhaling)

- je kunt voltooide deelwoorden correct spellen (herhaling)

- je kunt persoonsvormen correct spellen (herhaling)

Het onvoltooid deelwoord

Schrijf één ding op wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.

GIDS NEDERLANDS

INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS