Basisstof 10.1 Het zenuwstelsel

Welkom
Ga  rustig op je stoel zitten.
Leg je boek/ laptop/ etui op je tafel.
Log vast in bij LessonUp
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Ga  rustig op je stoel zitten.
Leg je boek/ laptop/ etui op je tafel.
Log vast in bij LessonUp

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thema 10 Regeling
Basisstof 10.1 Het zenuwstelsel

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen?
Toets thema 9 bespreken
Start thema 10
Uitleg basisstof 10.1 + 10.2
Aan de slag
Les afsluiten

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het eind van de les
  • kun je de delen en de functies van het zenuwstelsel noemen.
  • kun je in een afbeelding van een zenuwcel de delen benoemen.
  • kun je drie typen zenuwcellen noemen met hun functies en kenmerken.
  • kun jet omschrijven wat een zenuw is en je kunt drie typen zenuwen noemen met hun kenmerken.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je rijdt op je scooter en je ziet het stoplicht op rood springen. Je remt. Beschrijf de rol van het zenuwstelsel.

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Het stoplicht springt op rood.
  • Het oog registreert deze verandering.
  • Signaal naar hersenen
  • Hersenen 'weten' dat groen licht rood wordt.
  • Signaal naar spieren
  • Spieren knijpen in de rem

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel zorgt ervoor dat ons lichaam kan reageren op veranderingen.

Inwendig: honger - pijn - evenwicht etc.
Uitwendig: licht - geluid - temperatuur etc.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het zenuwstelsel
  • Zintuig registreert prikkel en maakt impuls.
  • Zenuw brengt de impuls naar het centrale zenuwstelsel
  • Het centrale zenuwstelsel verwerkt de impuls en start een actie, stuurt een impuls naar de spieren/klieren.
  • Zenuw brengt de impuls naar de spier / klier.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het zenuwstelsel
1. Centrale zenuwstelsel
  • Grote hersenen
  • Kleine hersenen
  • Hersenstam
  • ruggenmerg

2. Zenuwen

Slide 9 - Diapositive

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Centraal zenuwstelsel
  • Verwerkt de impulsen zodat je jezelf bewust wordt van wat je ziet/ruikt/voelt...
  • Reageren door het versturen van nieuw impulsen.

  • Grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam
  • Ruggenmerg 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Prikkels en impulsen
  • Zintuigcellen zijn de receptoren
  • Prikkels zijn signalen uit de omgeving
  • Impulsen zijn de signalen die je lichaam gebruikt om informatie door te geven
  • Drempelwaarde: wanneer een prikkel sterk genoeg is dat de prikkel door de zintuigen word omgezet in een impuls

Slide 11 - Diapositive

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Eigenschappen prikkels
  • Zijn signalen van binnen of buiten
  • Worden door zintuigen van het lichaam waargenomen
  • Prikkels vormen de basis voor het gedrag wat jij laat zien
  • Prikkel die je bij het zintuig hoort noem je een adequate prikkel 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitwendige prikkels

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inwendige prikkels

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je ruikt een pizza en het water loopt je in de mond.

  • Wat is de prikkel?
  • Wat is het zintuig?
  • Wat is spier/klier die in actie komt?

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 5 zintuigen zijn er?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk onderdeel van de hersenen is betrokken bij alle bewuste functies?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Ruggenmerg

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke manier communiceert het zenuwstelsel?
A
Via de bloedbaan.
B
Via de lymfevaten.
C
Via elektrische stroompjes.
D
Met vluchtige hormonen.

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kan het dat je blind wordt als de oogzenuw aangetast is door een ziekte?

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke zenuwcel is nu welke?
Bewegins-
zenuwcel
Schakelcel
Gevoels-
zenuwcel

Slide 31 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions


Dit is een ...
A
Bewegingszenuwcel
B
Gevoelszenuwcel
C
Schakelcel
D
Zenuw

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke zenuwcel is dit?
A
Bewegingszenuwcel
B
Gevoelszenuwcel
C
Schakelcel
D
Zenuw

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Welke zenuwcel is dit?
A
Bewegingszenuwcel
B
Gevoelszenuwcel
C
Schakelcel
D
Zenuw

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke type zenuwcellen bevat een gemengde zenuw?
A
bewegingszenuwcellen
B
gevoelszenuwcellen
C
bewegingszenuwcellen en gevoelszenuwcellen
D
schakelcellen

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke type zenuwcellen bevat een gevoelszenuw?
A
gevoelszenuwcellen
B
bewegingszenuwcellen
C
schakelcellen
D
gevoelszenuwcellen en bewegingszenuwcellen

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Bewegingszenuwen geleiden impulsen van ...
A
zintuigen naar het ruggenmerg
B
het ruggenmerg naar zintuigen
C
spieren naar het ruggenmerg
D
het ruggenmerg naar spieren

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevoelszenuwen geleiden impulsen van ....
A
zintuigen naar het ruggenmerg
B
het ruggenmerg naar zintuigen
C
spieren naar het ruggenmerg
D
het ruggenmerg naar spieren

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk de afbeelding.
Welk type geeft een bewegingszenuw weer?
A
Type 1
B
Type 2
C
Type 3

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk type zenuwcel kan of kunnen in zijn geheel in een been voorkomen?
A
Type 1
B
Type 2
C
Type 3

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie voor het laagje bindweefsel om een zenuw heen?
A
Zorgt ervoor dat de impuls geleiding snel verloopt
B
Bescherming van de zenuw
C
zorgt ervoor dat zenuwcellen worden gescheiden van elkaar

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag......
Lezen basisstof 10.1 + 10.2
Maken van basisstof 10.1: opdracht 1 t/m 3
Maken van basisstof 10.2: opdracht 1 t/m 3

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions