P.13 Grammatica zinsdelen: bijwoordelijke bepaling

Welkom!
Pak je leesboek. 
Verder vandaag:
Start Grammatica paragraaf 11
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Pak je leesboek. 
Verder vandaag:
Start Grammatica paragraaf 11

Slide 1 - Diapositive

Grammatica zinsdelen
Bijwoordelijke bepaling

Slide 2 - Diapositive

doel van de les:


Ik weet wat een bwb is

Ik kan een bwb in de zin aanwijzen

Ik kan de pv, wg, ow, lv en mw in de zin aanwijzen

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Bijwoordelijke bepaling
Geeft antwoord op de volgende vragen: 

waar, wanneer, waarom, waarmee, waardoor, hoe en hoeveel.

Slide 5 - Diapositive

Bijwoordelijke bepaling
We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de prullenbak: alles wat je overhoudt na het benoemen, noem je bwb.

Slide 6 - Diapositive

Bijwoordelijke bepaling
Benoem eerst de PV, 
gezegde, OW, LV, MV.

Je mag pas als laatste de bijwoordelijke bepalingen gaan benoemen!

Slide 7 - Diapositive

Lees de volgende zin:


Lange mensen wensen graag meer beenruimte in het vliegtuig


Bovenstaande zin gaan we samen ontleden.

Slide 8 - Diapositive

Lees de volgende zin:


Ik ga vanavond een lied voor jou zingen.

Bovenstaande zin gaan we samen ontleden.

Slide 9 - Diapositive

Lees de volgende zin:


Vlak voor de herfstvakantie gaan we naar Heino.


Bovenstaande zin gaan we samen ontleden.

Slide 10 - Diapositive

even oefenen

Slide 11 - Diapositive

Zoek bwb uit deze zin:
In al die jaren heeft de auto hetzelfde uiterlijk gehad.
A
in al die jaren
B
hetzelfde uiterlijk
C
de auto
D
hetzelfde

Slide 12 - Quiz

Je wenst tijdens het kerstmenu iedereen
smakelijk eten.

Tijdens het kerstmenu=
A
ow
B
lv
C
mw
D
bwb

Slide 13 - Quiz

In een zin kan maar één BWB voorkomen
A
Waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Aan de slag
Open je boek op bladzijde 224.
Maak opdracht 1 met in twee- of drietallen. We bespreken deze over 8 minuten. 
Klaar? Begin met opdracht 2 en 3 (huiswerk). 
timer
8:00

Slide 15 - Diapositive