BS 3 Het verteringsstelsel KGT

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Lezen

0

Doel van de les

• Je kunt de functie van vertering, verteringssappen en enzymen beschrijven. 
• Je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie.
• Je kunt de werking en functie van de darmperistaltiek beschrijven.

Verteren

Verteren is het afbreken van grote voedingsstoffen tot kleinere stoffen: de verteringsproducten. Deze stoffen kunnen wel door de darmwand heen en in het bloed worden opgenomen.

De vertering gebeurt in twee stappen:

• voedsel in kleine stukjes verdelen door te kauwen

• voedingsstoffen afbreken met behulp van verteringssappen

Stoffen die je niet hoeft te verteren

Sommige voedingsstoffen kunnen door de wand van het darmkanaal heen. Deze stoffen kunnen dus meteen in het bloed worden opgenomen. Je hoeft ze niet eerst te verteren. Dit zijn glucose, mineralen, vitaminen en water.

Voedingsstoffen die wel verteerd moeten worden

Andere voedingsstoffen kunnen niet door de darmwand heen. Dit zijn eiwitten, de meeste koolhydraten (bijvoorbeeld suiker en zetmeel) en vetten. 

Deze voedingsstoffen moeten dus eerst worden verteerd voordat ze kunnen worden opgenomen in het bloed.

Verteringssappen

Verteringssappen bevatten enzymen

Onverteerde resten noemen we voedingsvezels.

De peristalitiek gaat daardoor beter.

0

0

01:11

Waar moeten de voedingsstoffen uiteindelijk naar toe ?

1. naar de maag
2. naar de darmen
3. naar de organen
4. naar de cellen

01:11

Wat vervoert de voedingsstoffen naar alle organen en cellen?

1. de maag
2. het bloed
3. de darmen
4. je speeksel

01:11

Wat is een ander woord voor spijs?

1. water
2. speeksel
3. enzymen
4. voedsel

01:11

Wat is verteren?

1. het klein maken van voedsel
2. het kneden van voedsel
3. water bij voedsel doen
4. speeksel bij voedsel doen

02:22

Waar worden enzymen toegevoegd aan het voedsel?

1. alleen in de mond
2. in de mond en in de maag
3. in de maag en in de darmen
4. in de mond, maag en darmen

02:22

Welk verteringssap verteert zetmeel?

1. maagsap
2. speeksel
3. enzymen
4. darmsap

02:22

Waar worden eiwitten verteerd?

1. mond
2. maag
3. darmen
4. endeldarm

03:40

Waar komt gal bij de voedselbrij?

1. in de maag
2. in de 12 vingerige darm
3. in de galblaas

03:40

Wat is de functie van gal?

1. het groter maken van vet
2. water bij het vet doen
3. het kleiner maken van vet

03:40

Hoe lang is de dunne darm?

1. 1 meter
2. 5 meter
3. 6 meter
4. 8 meter

03:40

Waar gaan de voedingsstoffen die over zijn in het bloed?

1. in de maag
2. in de 12 vingerige darm
3. in de dunne darm
4. in de endeldarm

mond met speekselklieren

• slokdarm
• maag
• 12vingerige darm
• lever met galblaas
• alvleesklier
• dunne darm
• dikke darm
• endeldarm
• anus

Gal maakt vetten kleiner=emulgeren

5 meter lang! Voedingsstoffen gaan door de wand in het bloed

Water wordt uit de brij gehaald.

Emulgeren

0