002 VH1F/V1H 1 september 2023

Noteer (in je schrift) steeds het onderwerp en de persoonsvorm:

1. Volgens dit onderzoek worden snurkers zelden wakker van hun eigen gesnurk.
2. Naar welke popgroep, zanger of zangeres luisteren je ouders volgens jou het liefst?
3. De zoons van de buren hebben deze zomer op camping Appelhof gekampeerd.
4. Na de voorstelling zullen we de actrice een bos bloemen geven.
timer
5:00
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Noteer (in je schrift) steeds het onderwerp en de persoonsvorm:

1. Volgens dit onderzoek worden snurkers zelden wakker van hun eigen gesnurk.
2. Naar welke popgroep, zanger of zangeres luisteren je ouders volgens jou het liefst?
3. De zoons van de buren hebben deze zomer op camping Appelhof gekampeerd.
4. Na de voorstelling zullen we de actrice een bos bloemen geven.
timer
5:00

Slide 1 - Diapositive


1. Volgens dit onderzoek worden snurkers zelden wakker van hun eigen gesnurk.
2. Naar welke popgroep, zanger of zangeres luisteren je ouders volgens jou het liefst?
3. De zoons van de buren hebben deze zomer op camping Appelhof gekampeerd.
4. Na de voorstelling zullen we de actrice een bos bloemen geven.

Slide 2 - Diapositive

De persoonsvorm (pv)
  • In elke zin staan werkwoorden. Één daarvan is de persoonsvorm.

  • De persoonsvorm geeft het getal en de tijd van de zin aan. 

Slide 3 - Diapositive

De persoonsvorm (pv)
  • Staat er maar één werkwoord in de zin? Dan is dat automatisch de persoonsvorm.

  • Als er zinnen aan elkaar vastgemaakt worden, heb je meerdere persoonsvormen.



Slide 4 - Diapositive

Hoe vind je de persoonsvorm?
  • Als je de zin in een andere tijd zet, verandert de persoonsvorm.
  • Als je de zin van enkelvoud naar meervoud verandert of
    andersom, verandert de persoonsvorm. (ook het onderwerp!)
  • Als je de zin vragend maakt, komt de persoonsvorm op de eerste plaats.

Slide 5 - Diapositive

PV & onderwerp
  • De persoonsvorm (PV) en het onderwerp horen bij elkaar
  • De PV past zich aan aan het onderwerp

  • Onderwerp vinden?
Wie/wat + persoonsvorm = onderwerp

Slide 6 - Diapositive

PVTT

Slide 7 - Diapositive

Twijfel je? SMURFEN!
Ik vind      - ik smurf          
jij vindt    - jij smurft
hij vindt  - hij smurft

vind jij    - smurf jij

Slide 8 - Diapositive

Aan de slag!
Maak op blz. 253 opdracht 2 en 4.

Klaar? Lees het groene blok op blz. 252.
timer
15:00

Slide 9 - Diapositive

1: bedrieg - lanterfant - eindig - schaats - snuffel - upload - relax - erger = BLESSURE 

2: val - eg - rot - wil - ontplof - natel - druk - inspan - nok - glim = VERWONDING
 
3: kloon - waak - ervaar - tuur - stoor - urineer - uniformeer - rook = KWETSUUR

4: kapseis - nies - erf - uitdoof - zwerf - invries - nablijf - glans = KNEUZING

Slide 10 - Diapositive

Pauze
    Pauze 
timer
5:00

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Persoonsvorm verleden tijd

Slide 14 - Diapositive

Aan de slag!
Blz. 253: opdracht 4 afmaken.
Blz. 254/255: opdracht 1 en 4 maken.

Klaar? Lees de groene blokken op blz. 252 en 254
timer
10:00

Slide 15 - Diapositive

Opdracht 4 (blz. 253)
1. vind
2. hangt
3. komt, wordt
4. verbindt
5. kijk, bevind, blijkt
6. bungelt
timer
1:00

Slide 16 - Diapositive

Opdracht 1 (blz. 254)
1. bevrijdde - bevrijdden
2. kuchte - kuchten
3. lozen - loosden
4. pufte - puften
5. verfraaien - verfraaide 
6. wachtte - wachtten
timer
1:30

Slide 17 - Diapositive

Opdracht 4 (blz. 255)
1. bouwden, geloofden
2. woonden, leidden
3. trouwde, behandelde, vrijde
4. leverde
5. baarde 
6. heerste, veroorzaakte
timer
1:30

Slide 18 - Diapositive

Aantekening werkwoordspelling

  • Drie manieren om een persoonsvorm te vinden
  • Regel voor persoonsvorm tegenwoordige tijd
  • Regel voor persoonsvorm verleden tijd (T X KFSCHP)


Slide 19 - Diapositive