2A - herhaling zinsontleding

• Nederlands
• Secundair onderwijs

2A - herhaling zinsleer

onderwerp 

persoonsvorm 

gezegde (wwg + nwg) 

lijdend vw 

meewerkend vw

ONDERWERP 

PERSOONSVORM

ONDERWERP

PERSOONSVORM

In 1974 brak ABBA door op het Eurovisiesongfestival.

Agnetha, Björn, Benny en Anni-Frid vormen samen de Zweedse popgroep ABBA.

Nu zingen nog vele mensen uit volle borst mee met hun liedjes.

Waarschijnlijk zal je enkele liedjes herkennen.

Het onderwerp

Persoon of voorwerp dat de handeling in de zin uitvoert.

Kan uit verschillende woorden bestaan.

• Aan de piano zit Benny.
• Agnetha en Björn vormen een koppel.
• De vier bandleden zijn nog steeds goede vrienden.

Ja-neevraag: onderwerp op 2de plaats

Frida heeft rood, krullend haar. Heeft Frida rood, krullend haar?

De persoonsvorm

Werkwoord in de zin dat meer vertelt over wat het onderwerp doet.

Onderwerp en persoonsvorm zijn congruent. Ze staan in hetzelfde getal. 

• Veel mensen zingen mee met de liedjes. O + PV in het meervoud.
• Ik zing mee met de liedjes. O + PV in het enkelvoud.

Ja-neevraag: pv op 1ste plaats

ABBA is een Zweedse popgroep. --> Is ABBA een Zweedse popgroep?

HET GEZEGDE

WWG + NWG

Wat is het WWG in de zin?

De liedjes van ABBA zijn ook te horen in musicals en films.

1. de liedjes van ABBA
2. zijn te horen
3. zijn horen
4. zijn

Wat is het WWG in de zin?

In de film spelen Donna en Sophie de hoofdrol.

1. spelen
2. in de film
3. Donna en Sophie spelen
4. de hoofdrol

Sophie wil erg graag haar biologische vader ontmoeten.

ontmoeten = ?

1. persoonsvorm
2. infinitief
3. voltooid deelwoord
4. adpv

Daarom nodigt ze 3 mogelijke vaders uit op haar eigen huwelijk.

uit = ?

1. voltooid deelwoord
2. infinitief
3. wederkerend voornaamw.
4. adpv

Zal ze haar vader herkennen?

zal = ?

1. persoonsvorm
2. infinitief
3. voltooid deelwoord
4. wederkerend voornaamw.

HET WERKWOORDELIJK GEZEGDE

In het werkwoordelijk gezegde zitten volgende zinsdelen:

• persoonsvorm: ik zing, hij zingt, wij zingen
• voltooid deelwoord: ik heb gezongen
• infinitief (+te // + aan het): ik zal zingen, ik ben aan het zingen, ik begon te zingen
• wederkerend voornaamwoord: 
• adpv
• werkwoordelijke uitdrukking: hij zal een toontje lager zingen

DE VOORWERPEN

LV + MV

Wie zong het liedje 'Vuurwerk'?