02-11-2020 Toetsbespreking & gebiedende wijs

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Deutsch

die Planung

- Toetsbespreking

- Weektaak week 44 bespreken

- Herhalen gebiedende wijs

die Ziele

- Je kunt de gebiedende wijs toepassen

Toetsbespreking

Stap 1: Bekijk je toets.

Stap 2: Pak een schrift/blaadje en schrijf op bij welke onderdelen je het beste / minst goed hebt gescoord.

Stap 3: Noteer vervolgens 3 dingen die je anders moet doen (kan zijn huiswerk/in de les/leren/enz.) om een beter resultaat te kunnen halen. 

Stap 4: tel je punten na en bereken je cijfer

[serieus] Wat is je plan voor
de volgende keer?

Weektaak week 44

Wat is er aan de hand? 

Huiswerkcontrole

Gebiedende wijs 

Werkwoord: kommen

- du vorm: komm!

- ihr vorm: kommt!

- Sie vorm: kommen Sie

Gebiedende wijs: wat is de du-vorm van machen?

1. Machst!
2. Mach!
3. Machen Sie!
4. Macht!

Gebiedende wijs: wat is de ihr vorm van laufen?

1. lauft!
2. laufen Sie!
3. lauf!
4. lauftet!

Met een stam op -d of -t

Werkwoord: Antworten

Wat is de stam? 

du vorm: antworte!

ihr vorm: antwortet!

Sie vorm: antworten Sie! 

Wat is de du vorm van raten?

1. rat!
2. ratest du!
3. ratet!
4. rate!

e/i wechsel: hoe zat het?

Sterke werkwoorden met een -e- in de stam:

 de 'e' wordt een i of ie. 

Alleen bij 2e en 3e persoon enkelvoud ( du + er/sie/es) in de tegenwoordige tijd. 

Ich gebe

Du gibst

Er/sie/es gibt

e/i wechsel

Wanneer nou een i en wanneer een ie?

Korte e = i. Sprechen: ich spreche, du sprichst, er spricht

Lange e = ie. Lesen: du liest, er liest

Uitzondering: geben. Lange -e-, maar toch een i.

Hoe zit dat bij de gebiedende wijs?

Werkwoord: geben.

Du vorm: gib! 

Ihr vorm: gebt! 

Sie vorm: geben Sie!

Wat is de du vorm van lesen? (let op: lange e)

1. Lese!
2. Lis!
3. Les!
4. Lies!

Wat nu?

Zorg dat je morgen de bijbehorende opdrachten af hebt, mocht je dat nog niet hebben. (= 7 t/m 9).

Die Ziele

- Je kunt de gebiedende wijs toepassen

Kun je de opdrachten over de gebiedende wijs maken? (Met behulp van de uitleg in je boek)

1. Begrijp het en kan ermee aan de slag!
2. Vind het nog lastig, maar gaat lukken!
3. Ik ga het proberen, maar ik heb m'n twijfels.
4. Ik vind het te moeilijk, ik zie het echt niet.