Herhaling H1

Welke natuurverschijnselen ontstaan er als een oceanische plaat onder een continentale plaat duikt?
A
vulkaan en een trog
B
vulkaan, aardbeving en trog
C
gebergte , trog en vulkaan
D
Trog, vulkaan, gebergte en aardbeving
1 / 33
suivant
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welke natuurverschijnselen ontstaan er als een oceanische plaat onder een continentale plaat duikt?
A
vulkaan en een trog
B
vulkaan, aardbeving en trog
C
gebergte , trog en vulkaan
D
Trog, vulkaan, gebergte en aardbeving

Slide 1 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij divergentie hoort het volgende soort vulkanisme:
A
effusief vulkanisme
B
explosief vulkanisme

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het opbreken van Pangea zorgde voor enorm veel vulkanen (door snelle platentektoniek). Hoe beïnvloedde dit het klimaat op lange termijn?
A
Het werd warmer
B
Het werd kouder

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een Lahar?
A
Een vulkanische modderstroom
B
Een vloedgolf als gevolg van een aardbeving
C
Vulkanisch materiaal dat vrijkomt bij een uitbarsting
D
Een gestolde lavastroom

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een vulkaan waarbij het dak instort onder zijn eigen gewicht is een na een explosieve eruptie
A
Stratovulkaan
B
Schildvulkaan
C
Spleetvulkaan
D
Calderavulkaan

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn kenmerken van een stratovulkaan?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Kegelvormig
B
Geplette stratovulkaan
C
Effusief vulkanisme
D
Explosief vulkanisme

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor soort vulkaan vind je bij een divergente breuk?
A
Hotspot
B
Schild
C
Strato
D
Caldera

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn meer vulkanen onder de oceaan dan op land
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom zijn er in de landen aan de westkust van Zuid-Amerika zoveel vulkanen?


A
Er is bij Zuid-Amerika divergente plaatbeweging.
B
Er is bij Zuid-Amerika een dunne aardkorst.
C
Er is bij Zuid-Amerika een hotspot.
D
Er is bij Zuid-Amerika subductie.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk de afbeelding. Er zijn veel vulkanen in Indonesië. Zouden deze vulkanen voornamelijk explosieve of effusieve vulkanen zijn?
A
Explosief
B
Effusief

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vulkanen horen bij effusief vulkanisme?
A
Schildvulkanen
B
Caldeiravulkanen
C
Stratovulkanen
D
Spleetvulkanen

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het gevolg van grote aswolken na een uitbarsting van een vulkaan?

A
opwarming
B
rook
C
afkoeling
D
minder C02

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het ontstaan van vulkanen is een direct gevolg van het botsen van platen
A
correct
B
incorrect

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn kenmerken van een schildvulkaan?
(meerder antwoorden mogelijk)
A
Geplette stratovulkaan
B
Effusief vulkanisme
C
Explosief vulkanisme
D
Kegelvormig

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zware aardbevingen
Grootste bergketen ter wereld
Vulkanisme
Divergent
Convergent
Transform

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Tornado
Orkaan
Aardbeving

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Midden op plaat
schildvulkaan
stratovulkaan
Hawaii
Bij mantelpluim
bij divergentie
bij convergentie
steil
flauw hellend
Hotspot 
Zware aardbevingen
Lichte aardbevingen

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Convergente breuk
Divergente breuk
Transforme breuk
Nieuwe aardkorst
Aardbevingen
Korst verdwijnt
Mid-oceanische rug
Gebergtevorming

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

NIET
1. Stollingsgesteente
2. kustvlakte
3. oceanische korst
4. tektonische rust
5. schild
6. laagland
7. chemische verwering
8. aardbevingen + vulkanisme
9. continentale korst
10. sedimentgesteente
11. hoogvlakte
12. zoutmeer
13. ertsaders
14. fossiele brandstof

Slide 19 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

In gebieden met zogenaamde "vlakke subductie" komt dit verschijnsel niet voor.
A
Aardbevingen
B
Vulkanisme
C
Plooiingsgebergte

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

True or false: In Chili vinden geen aardbevingen, vulkanen en gebergtevorming plaats want het ligt niet op een plaatgrens.
A
True
B
False

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen kenmerk van vulkanen bij hotspots?
A
Schildvulkanen
B
Effussieve eruptie
C
Taai magma
D
Weinig gassen

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk de bronnen. Een belangrijke
oorzaak voor het vulkanisme in Italië
is de subductiezone bij de Calabrische
trog ten zuiden van Sicilië en Calabrië.
Welke uitspraak over de zone is NIET juist?
A
Hoe verder van de subductiezone, hoe dieper de magmahaard van de vulkaan
B
Hoe verder van de subductiezone, hoe geringer de activiteit van de vulkaan
C
Hoe verder van de subductiezone, hoe groter de kans op het ontstaan van een caldera
D
Hoe verder van de subductiezone, hoe minder explosief het vulkanisme

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom vallen er bij vulkaanuitbarstingen het Andes-gebergte minder slachtoffers dan bij uitbarstingen in Indonesië of de Filippijnen ?
A
Hogere vulkanen
B
Lagere bevolkingsdichtheid bij vulkanen
C
Minder explosief magma-mengsel
D
Beter hazard-management

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij transforme plaatbewegingen komen..
A
Zware aardbevingen voor
B
Vulkanen voor
C
Lichte aardbevingen voor
D
Ontstaan gebergte

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een krater in een vulkaan heet een caldeira.

A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz

D is fout: een caldeira is ontstaan bij een zeer grote, ingestorte magmakamer.

Welke vulkanen horen bij explosief vulkanisme?
A
Stratovulkaan en Caldeiravulkaan
B
Schildvulkaan en spleetvulkaan
C
Beide antwoorden zijn goed
D
Beide antwoorden zijn fout

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een verzamelnaam voor al het losse vloeibare of vaste materiaal dat een vulkaan uitspuwt?
A
Magma
B
Lava
C
Pyroklastica
D
Effusief

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het gevolg van deze beweging?
A
Alleen vulkanen
B
Gebergte en aardbevingen
C
Alleen aardbevingen
D
Vulkanen en aardbevingen

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van een exogene kracht?
A
Erosie
B
Vulkanisme
C
Aardbevingen

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij andere subductie plekken op aarde (zoals Japan of Indonesië) zijn vulkanen veel explosiever. Waarom is dat niet zo in Zuid-Amerika?
A
Het is juist wel explosiever in Zuid-Amerika
B
Dat heeft te maken met het type gesteente, het bestaat namelijk uit Andesiet niet uit Graniet
C
Dat heeft te maken met het type gesteente, het bestaat namelijk uit Graniet en niet uit Basalt.
D
Dat heeft te maken met vlakke subductie

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor
vulkaan zien we hier?
A
Schild
B
Strato
C
Caldera

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk natuurverschijnsel kan niet voorkomen bij een transforme plaatbeweging?
A
een tsunami
B
een aardbeving
C
een vulkaan

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions