Leestekst 3.5 De Ulixe et Polyphemo

Wat weet je nog over Odysseus?
1 / 33
suivant
Slide 1: Carte mentale
LatijnSecundair onderwijs

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Wat weet je nog over Odysseus?

Slide 1 - Carte mentale

Het eiland van de cyclopen
Ulixes comitesque ventis in cyclopum (cycloop) insulam ducti erant.
Hi homines ingentes unum tantum oculum media in fronte (voorhoofd) habebant et ovium (ovis, -is: schaap) hominumque carne (carnis, -is: vlees) vivebant.  
Inter eos cyclopes erat Polyphemus, Neptuni filius. 

Slide 2 - Diapositive

Waarom kwamen Odysseus en zijn kameraden aan bij de cyclopen?
A
Ze kenden de weg niet.
B
De wind blies hen erheen.
C
Ze konden geen kaart lezen.
D
Ze wilden nog niet naar huis.

Slide 3 - Quiz

Hoe ziet een cycloop eruit?
A
Een cycloop heeft geen ogen
B
Een cycloop is een reus
C
Een cycloop is deels paard
D
Een cycloop heeft maar één oog

Slide 4 - Quiz

Wat eten cyclopen?
A
Paardenvlees
B
Geitenvlees
C
Schapenvlees
D
Mensenvlees

Slide 5 - Quiz

Hoe heet de cycloop over wie dit verhaal gaat?
A
Odysseus
B
Achilles
C
Polydorus
D
Polyphemus

Slide 6 - Quiz

Wie is de vader van Polyphemus?
A
Jupiter, hij heeft overal kinderen!
B
Pluto
C
Neptunus
D
Bacchus

Slide 7 - Quiz

Olim ab oraculo monitus erat:
‘Cave (cavere, -eo: oppassen voor) Ulixem! 
Si apud te venerit, caecum (blind) te reddet!’  
Sed cyclops, quamquam oraculum bene intellexerat (intellegere, -o: begrijpen), risit:
‘Si speluncam (grot) meam intraverit, eum devorabo (devorare, -o: verslinden)!’ 

Slide 8 - Diapositive

Praesens
Imperfectum
Futurum simplex
Perfectum
Reddet
Risit
Devorabo

Slide 9 - Question de remorquage

Ulixes cum comitibus cibum quaerebat et, 
dum Polyphemus abest, 
forte speluncam eius intravit.
Eodem vespero (dezelfde avond) autem Polyphemus 
cum magna ovium grege rediit 
speluncaeque exitum (exitus, -us: uitgang) ingenti saxo clausit.

Slide 10 - Diapositive

Geweld en drank
Subito Ulixem comitesque conspexit 
et, quod eos fures (fur, -is: dief) habuit, 
duos Ulixis comites corripuit. 
Primum eos magna vi humi (tegen de grond) prostravit (postrare, -o:werpen): 
sanguis (bloed) eorum per totam speluncam sparsus est (spargere, -o: verspreiden).  Deinde, sicut leo in montibus, eos devoravit.

Slide 11 - Diapositive

In welke naamval staat 'comites'?
A
Nominatief
B
Accusatief
C
Datief
D
Ablatief

Slide 12 - Quiz

Welke functie heeft 'comites'?
A
Onderwerp
B
BWB
C
LV
D
MV

Slide 13 - Quiz

Welke naamval is 'montibus'?
A
Nominatief
B
Genitief
C
Accusatief
D
Ablatief

Slide 14 - Quiz

Wat is de functie van 'in montibus'?
A
Onderwerp
B
BVB
C
MV
D
BWB

Slide 15 - Quiz

Nihil carnis aut ossium (os, ossis: beenderen) reliquit. 
Denique obdormivit (obdormire, -io: in slaap vallen). 
Postero (posterus, -a, -um: volgende) die Ulixes ipse cyclopis mentem avertere (de aandacht afleiden) temptavit 
et: ‘Ecce, hoc vinum tibi donum (als...) offero, Polypheme!’ 
inquit, ‘Optimum est!’

Slide 16 - Diapositive

Ideo Polyphemus uno haustu (haustus, -us: slok) totum poculum (poculum, -i: beker) exhausit (exhaurire, io:uitdrinken) et ridens (lachend) dixit: ‘Tu mihi places, homuncule (mensje), 
nam magno gaudio (gaudium, i: vreugde) me implevisti (implere, -eo: vullen)! 
Hoc vinum multo (veel) melius (beter) est quam (dan) lac (melk), quod (die) bibere soleo. Dic mihi nomen tuum!'

Slide 17 - Diapositive

In welke naamval staan de woorden? Sleep ze naar de juiste zone.
Nominatief
Accusatief
Datief
Ablatief
Genitief
Vocatief
haustu
poculum
gaudio
vinum
melius

Slide 18 - Question de remorquage

Welke functie hebben de woorden? Sleep ze naar de juiste zone.
Onderwerp
LV
BVB
NWD
BWB
MV
haustu
poculum
gaudio
vinum
melius

Slide 19 - Question de remorquage

Odysseus, een man met een plan
Ulixes, vir callidus, respondit: ‘Ego Nemo sum.’ 
Ad quae (daarop) Polyphemus: 
‘Donum pulchrum Nemini dabo,’ inquit, 
‘Neminem ultimum (als laatste) devorabo!’
Multa pocula bibit, et quod numquam vinum biberat, cito obdormivit (obdormire, -io: in slaap vallen). 

Slide 20 - Diapositive

Hoe zegt Odysseus dat hij heet?
(alleen de naam typen in het Nederlands)

Slide 21 - Question ouverte

Welke beloning geeft Polyphemus aan Odysseus?

Slide 22 - Question ouverte

Tunc Ulixes cum validis (validus, -a, -um: sterk) comitibus trunco (truncus, -i: boomstam) ardenti (gloeiend) cyclopis oculum percussit (percutere,-io: doorboren).  Sanguis e vulnere fluxit (fluctere, -o: vloeien) et Polyphemus, dolore amens (uitzinnig), magnum clamorem sustulit (tollere, -o: beginnen roepen) Graecosque corripere frustra (tevergeefs) temptabat.

Slide 23 - Diapositive

Ulixes cum validis
comitibus
cyclopis
trunco ardenti

Slide 24 - Question de remorquage

Wie haalt het?
Tandem ceteros cyclopes vocavit: 
‘Venite, amici, ac servate mihi vitam!’ 
Hi accurrerunt (ad+...) rogaveruntque: 
 ‘Quid accidit, Polypheme?  Cur media
nocte clamas?’ Respondit Neptuni filius:
‘Nemo me necare voluit! Nemo me
caecavit (caecare, -o: blind maken)!’ 

Slide 25 - Diapositive

Responderunt alii cyclopes:




'Si nemo te necare vult, 
te adiuvare non possumus. Neptunum patrem ora. Fortasse tibi mentem sanam reddet!’ 

Slide 26 - Diapositive

Je krijgt 2 minuten tijd om alle PV's in de indicatief
en alle persoonlijke voornaamwoorden in de datief
bij mekaar te tellen...
timer
2:00

Slide 27 - Diapositive

Wat is je antwoord?
A
9
B
12
C
14
D
geen van deze

Slide 28 - Quiz

Dit was het juiste antwoord:
        12
PV's
in de ind  + 2 pers vnwn in de datief  =   14

Slide 29 - Diapositive

Et Polyphemus infelix relictus est.
Postero die caecatus (blind gemaakt)
cyclops saxum a speluncae exitu removit
(removere, -eo: verwijderen);
oves enim exire volebant. 
Sic Ulixes cum comitibus, 
qui (die) sub ovium ventribus (venter, ventris: buik) vincti erant, e spelunca effugere (ex+....) potuit.

Slide 30 - Diapositive

Welke Latijnse zin is afgebeeld in dit bronzen reliëf?
A
Comes sub ovis ventre vinctus est.
B
Saxum a speluncae exitu removit.
C
Polyphemus infelix relictus est.
D
Ulixes e spelunca effugit.

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Lien

Hoe vond je deze manier
om met Latijnse tekst bezig te zijn?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Sondage