week 1 les 2

Typ het woord dat je hoort
1 / 20
suivant
Slide 1: Question ouverte
SpellingBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Typ het woord dat je hoort

Slide 1 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 2 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 3 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 4 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 5 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 6 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 7 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 8 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 9 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 10 - Question ouverte

wij schrokken
t.t. wij.........

Slide 11 - Question ouverte

Saskia vroeg
t.t. Saskia.........

Slide 12 - Question ouverte

de honden verslonden
t.t. de honden........

Slide 13 - Question ouverte

jij sprak
t.t. jij ........

Slide 14 - Question ouverte

De docent ------------(verhalen, tt) alle kosten op de school.

Slide 15 - Question ouverte

Wanneer je er niet aan krabt, ----------(verdwijnen, tt) dat puistje vanzelf.

Slide 16 - Question ouverte

Martijn ----------(worden, vt) verliefd op het knapste meisje van de klas.

Slide 17 - Question ouverte

Bart ---------------------(vrezen, vt) dat hij te laat zou komen.

Slide 18 - Question ouverte

geven [vd] Wij hebben een goed optreden _____________.

Slide 19 - Question ouverte

liggen [vd] We hebben op het bed _____________.

Slide 20 - Question ouverte