Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Evolutie
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen?
Korte herhaling basisstof 5
Uitleg basisstof 6
Verwerking basisstof 6
Quiz
Evaluatie
Slide 2 - Diapositive
Wat zijn mutaties?
A
verschillende fenotypes
B
Verschillende genen
C
veranderingen in DNA
D
veranderingen in genotype
Slide 3 - Quiz
ongeslachtelijke voortplanting is met
A
eicellen
B
stuifmeelkorrels
C
beide
D
beide niet
Slide 4 - Quiz
Wat is kanker?
A
Een tumor
B
Een goedaardige tumor
C
Een kwaadaardige tumor
D
Een gezwel
Slide 5 - Quiz
Wat veroorzaakt geen mutaties?
A
Ze kunnen spontaan ontstaan.
B
Mutagene stoffen (asbest, sigarettenrook)
C
Mutagene straling
(UV straling, röntgenstraling)
D
Geslachtelijke voortplanting.
Slide 6 - Quiz
Veranderd het DNA bij stekken?
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quiz
Wat houdt uitzaaiing van kanker in?
A
Dat de kankercellen in de bloedbaan terecht gekomen zijn
B
Dat je een kwaadaardige tumor hebt.
C
Dat je ziek geworden bent.
Slide 8 - Quiz
Leerdoelen
Je kunt omschrijven wanneer organismen tot één soort behoren.
Je kunt beschrijven wat de evolutietheorie inhoudt en hoe geslachtelijke voortplanting, mutatie en natuurlijke selectie bijdragen aan het ontstaan van nieuwe rassen en soorten.
Slide 9 - Diapositive
Soorten en ras
Organismen behoren tot hetzelfde soort:
als ze zich samen kunnen voortplanten
en de nakomelingen vruchtbaar zijn
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Verandering door natuurlijke selectie
Slide 16 - Diapositive
Voorbeeld van natuurlijke selectie
(survival of the fittest)
van evolutie
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Argumenten voor evolutie
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Aan het werk
Maak van basisstof 3.6
Opdracht 1 t/m 6
Opdracht 3 hoeft niet
Slide 26 - Diapositive
Wat is evolutie?
A
het veranderen van gedaante bij een organisme
B
ontwikkeling die een organisme tijdens zijn leven doormaakt
C
het ontstaan, veranderen en/of verdwijnen van soorten
D
het groter worden van een populatie
Slide 27 - Quiz
1. Kunnen twee verschillende rassen zich met elkaar voortplanten ?
2. Kunnen twee soorten zich met elkaar voortplanten?
A
1 en 2 Juist
B
1 en 2 onjuist
C
1 Onjuist, 2 Juist
D
1 Juist, 2 Onjuist
Slide 28 - Quiz
Hoe ontstaan nieuwe soorten?
A
Door isolatie
B
Door erfelijke variatie
C
Door natuurlijke selectie
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 29 - Quiz
Wat is natuurlijke selectie?
A
De best aangepaste diersoort zal overleven en nakomelingen krijgen.
B
De geleidelijke ontwikkeling van diersoorten op aarde.
C
Het reconstrueren van organismen aan de hand van fossiele resten.
D
Het onderzoek naar de overeenkomsten in erfelijke eigenschappen.
Slide 30 - Quiz
Rassen kunnen meer van elkaar verschillen in uiterlijk dan twee verschillende soorten.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 31 - Quiz
Wanneer is er een nieuwe soort ontstaan?
A
Als de populaties niet meer op elkaar lijken
B
Als de populaties zijn geïsoleerd van elkaar
C
Als de populaties niet meer onderling kunnen voortplanten
D
Als de organismen mutaties hebben gekregen
Slide 32 - Quiz
Kan je nu?
Omschrijven wanneer organismen tot één soort behoren.
Beschrijven wat de evolutietheorie inhoudt
Hoe geslachtelijke voortplanting, mutatie en natuurlijke selectie bijdragen aan het ontstaan van nieuwe rassen en soorten.