2. Gaat vooral over de onderste laag van de bevolking
3. Begint al voor, maar vooral gelijk na de 'val' van het Romeinse Rijk (eerder dan feodale stelsel)
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Antwoord
• De Romeinse keizers symboliseren de eenheid van een groot rijk, dat bovendien eeuwenlang bestond. Zo’n symbool wilde Karel de Grote ook wel zijn. (2p)
• De bron is bruikbaar om deze suggestie te ondersteunen, want uit de bron blijkt dat Karel de Grote dezelfde titels (Imp Aug) kreeg als de Romeinse keizers van weleer. (2p)
Slide 13 - Diapositive
Vraag
Gebruik bron 4.
Je wilt een presentatie geven over de economische situatie in het Frankische Rijk in de tijd van Karel de Grote en je vindt deze bron. Beoordeel in hoeverre:
• de bron bruikbaar is voor je presentatie (2p);
• de bron een representatief beeld geeft van de economische situatie in het Frankische Rijk in de tijd van Karel de Grote. (2p)
Slide 14 - Diapositive
Antwoord
• De bron is bruikbaar, want de uit het Frankische Rijk afkomstige munt wordt gebruikt om betalingen te verrichten en zegt dus iets over de economische situatie in het Frankische Rijk. (2p)
• De bron geeft niet een heel representatief beeld van de economische situatie in het Frankische Rijk in de tijd van Karel de Grote, want er waren veel autarkische boerengemeenschappen en die gebruikten geen geld / handel werd slechts door een klein deel van de bevolking van het Frankische Rijk bedreven. (2p)
Slide 15 - Diapositive
Vraag
Rond 800 is in West-Europa, in vergelijking met de Tijd van Grieken en Romeinen, veel veranderd. Er zijn veranderingen op politiek, sociaaleconomisch en religieus-cultureel gebied. Een voorbeeld van een verandering is het ontstaan van het hofstelsel.
Leg uit of het ontstaan van het hofstelsel een politieke, een sociaaleconomische of een religieus-culturele verandering is. (2p)
Slide 16 - Diapositive
Antwoord
Het ontstaan van het hofstelsel is een sociaaleconomische verandering (1p), omdat het een systeem is dat vorm geeft aan leven, werken, produceren en consumeren in een boerengemeenschap. (1p)