2.3 IJstijdaarde

2.3 IJstijdaarde

1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

2.3 IJstijdaarde

Slide 1 - Diapositive

Inhoud LessonUp
Deze Les bestaat uit drie delen:
  • stukje herhaling vorige les
  • uitleg 2.3 ijstijdaarde
  • zelfstandig aan de slag!

Slide 2 - Diapositive

schrijf op een blaadje (je mag samenwerken met je buurman)
1.tijdens het krijt was het erg warm wat was de reden daarvoor?
2.Hoe kwam het dat het aan het einde van het krijt weer kouder werd?
3.kan je daar een negatieve of positieve terugkoppeling bij geven?
4.bonusvraag: wat was de reden voor het einde van het krijt en dus ook de dinosauriërs? 

Slide 3 - Diapositive

Krijt: broeikasaarde
Warm klimaat - subtropische omstandigheden:
  • Continenten dreven uit elkaar -> warme zeestroom rondom tropen -> warme zee wereldwijd
  • Hoge concentraties CO2 -> broeikaseffect
  • Minder grote temperatuurverschillen (breedte) -> minder sterkte luchtstromen -> minder sterke zeestromen -> geen opwellend water

Slide 4 - Diapositive

Wat zie je?

Slide 5 - Diapositive

Krijtsteen
  • Zeeniveau tijdens krijt hoger en klimaat warmer -> ondiepe zeeën
  • In ondiepe zeeën staat veel koraal en komen veel kalkhoudende zeedieren voor. Die gaan dood en zinken naar de bodem. 
  • De zeedieren maken een skelletje van calcium uit sediment. 
  • Dit sediment ontstaan door zure regen.

  • Er was meer CO2 in de lucht, dus meer zure regen, dus meer sediment, dus meer kalkhoudende zeedieren. 


Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

wat klopt er niet aan het filmpje?

behalve dat dieren niet kunnen praten...

Slide 9 - Diapositive

Geologische tijdschaal
holoceen (warm)
pleistoceen (afwisseling warm en koud)

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Hoe ziet een ijstijd eruit?

Slide 12 - Diapositive

Verschillende ijstijden

Slide 13 - Diapositive

Laatste drie ijstijden
glaciaal
interglaciaal
glaciaal
interglaciaal
glaciaal

Slide 14 - Diapositive

Data uit de ijskernen
400.000 jaar geleden
10.000 jaar geleden
2000 jaar geleden

Slide 15 - Diapositive

Hoe weten we dat er gletsjers in Nederland waren?
Zien jullie het in de kaart?

Slide 16 - Diapositive

Zie jullie het hier?

Slide 17 - Diapositive

Stuwwallen

Slide 18 - Diapositive

Stuwwal landschap

Slide 19 - Diapositive

Keileem en stuwwallen

Slide 20 - Diapositive

Veel dekzand en löss
waarom in een ijstijd?

Slide 21 - Diapositive

Het grote plaatje

Slide 22 - Diapositive

Het kleine plaatje

Slide 23 - Diapositive

Wat weten we?
I. De temperatuur op aarde veranderd cyclisch;
II. De aarde heeft ijstijden (glaciale perioden) gekend;
III. We leven nu in een interglaciale periode;
IV. Er is een correlatie tussen CO2 en temperatuur;
V. De aarde hoeft maar een beetje kouder te zijn en
     Noord-Europa is bedekt met ijs;
VI. We zouden nu eigenlijk weer een ijstijd moeten krijgen;





Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Klimaat verandering
In geschiedenis (pleistoceen) constante afwisseling van glacialen (ijstijden) en interglacialen (tussen ijstijden)

Slide 26 - Diapositive

Waardoor ontstaan IJstijden?
  • Randvoorwaarden: ligging continenten
  • Sturende mechanismen: De Milankovitch variabelen

Slide 27 - Diapositive

Ligging van de continenten
IJskappen kunnen alleen ontstaan op continenten. Een voorwaarde voor een ijstijd is dus dat er (veel) land in de buurt van de polen ligt.

Randvoorwaarden:
  • Antarctica afgescheiden op de zuidpool (ijskap, albedo)
  • Continenten in krans rond Noordpool (zeeijs, albedo)
  • Sluiting Noord en Zuid-Amerika bij Panama (warme zeestroom)

Slide 28 - Diapositive

Milankovic variabelen

  1. excentriciteit
  2. scheefheid aardas
  3. precessie

Slide 29 - Diapositive

Excentriciteit
  • baan van de aarde rondom de zon
  • mate van cirkelvormigheid
  • varieert op tijdschaal van 100.000 jaar

Momenteel: 
  • redelijk cirkelvormig
  • Januari 7% meer zonne-energie dan juli

Bij hoge excentriciteit:
januari 20-30% meer zonne-energie dan juli

Slide 30 - Diapositive

Scheefheid aardas
  • De hoek van de aardas ten opzichte van de baan om de zon. 
  • hoe schever de aardas, hoe groter de verschillen tussen de seizoenen
  • varieert op tijdschaal van 41.000 jaar

Momenteel:
  • hoek van 23,5 graden
  • Groot verschil zomer en winter

Slide 31 - Diapositive

Precessie
  • tollende beweging van de aarde
  • tolt meer of minder
  • varieert op een tijdschaal van 23.000 jaar

Momenteel:
  • tijdens winter het minst ver van de zon
  • Winter 7 dagen korter dan zomer

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo

Sturend mechanisme
De verdeling van energie op aarde kan verschillen. 

In gebieden op hoge breedte kan er meer sneeuw vallen dan er afsmelt. Er ontstaat een ...........   terugkoppeling.

Meer ijs   -->   albedo neemt toe   -->   lagere temperaturen --> meer ijs.

Slide 34 - Diapositive

Sturend mechanisme

Slide 35 - Diapositive

https://youtube.com/shorts/Pm7d7KWk06w?si=pCWnwBnfjIrbeiO1  

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

zelfstandig aan de slag!
eerst in stilte lezen 5 minuten 2.3 ijstijdaarde blz: ...
maken opdracht: 1 t/m 6

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Vidéo