Woordenschat les 2

Woordenschat les 2
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Woordenschat les 2

Slide 1 - Diapositive

Wat is het tegenovergestelde van....
1) mentaal
2) rivaal
3) vitaal
4) ietwat


Slide 2 - Diapositive

Wat is het tegenovergestelde van....
1) mentaal
2) rivaal
3) vitaal
4) ietwat


  1. fysiek
  2. vriend / partner / helper
  3. ongezond, zwak
  4. heel veel/erg

Slide 3 - Diapositive

Zelf oefenen
Lees Tekst A: Catch-22'
Opdracht:
schrijf aan de rechterkant van de woorden 1 t/m 30 wat volgens jou de betekenis is. Synoniem of beschrijving. We kijken hem straks na.
Tip: gebruik de woordraadstrategieën!

Je mag het alleen of samen invullen, maar iedereen schrijft mee.
Klaar? Planning v.d. vorige les afmaken. 

Slide 4 - Diapositive

Nakijken
Met het online boek

Slide 5 - Diapositive

repressie
A
onderdrukking
B
herhaling

Slide 6 - Quiz

vergaren
A
Als iets een lopende draad heeft
B
Aan elkaar bevestigen
C
verzamelen
D
verbanden zoeken

Slide 7 - Quiz

Een ornitholoog bestudeert...
A
Kunstgebitten
B
Vogels
C
buitenaards leven
D
Schimmels

Slide 8 - Quiz

proviand is
A
een halfslachtige oplossing
B
een tentenkamp
C
voedsel
D
een bepaald streven

Slide 9 - Quiz

Consensus is
A
overeenstemming
B
onenigheid
C
gelijkspel
D
een dominee in een protestantse kerk

Slide 10 - Quiz

Het tegenovergestelde van loyaal is
A
krap
B
ruim
C
trouw
D
ontrouw

Slide 11 - Quiz

Een ander woord voor rivaal is
A
concurrent
B
vijand
C
waterweg
D
rivier

Slide 12 - Quiz

Een bepaalde houding noem je een
A
consensus
B
attitude
C
analyse
D
sabotage

Slide 13 - Quiz

drastisch is
A
drassig
B
reusachtig
C
ingrijpend
D
dramatisch

Slide 14 - Quiz

Een leek is een...
A
persoon die doet alsof
B
persoon die overleden is
C
persoon die niet-deskundig is
D
persoon die veel ruzie zoekt

Slide 15 - Quiz