Kunstgeschiedenis 5 VWO Postimpressionisme

Post-Impressionisme
1880-1905
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Post-Impressionisme
1880-1905

Slide 1 - Diapositive

Kunst tot de 19e eeuw
Kunst vanaf de 19e eeuw
L'Art pour l'art
Werken zonder opdrachtgever
Kunst bijna altijd in dienst van het geloof
Werken volgens de academische regels
Complementaire kleuren gebruiken
Het dagelijks leven schilderen
Mythologische onderwerpen
Uitvinding van de fotografie

Slide 2 - Question de remorquage

Impressionisme
De Impressionisten registreerden de werkelijkheid zonder emoties of gevoel. Ze wilden een momentopname van de dag vastleggen. Om dat te bereiken moesten ze snel schilderen waardoor het werk er schetsmatig uitziet.

Slide 3 - Diapositive

Post-Impressionisme
Vincent van Gogh
Paul Cézanne
Georges Seurat
Paul Gauguin

Slide 4 - Diapositive

Post-Impressionisme
Vincent van Gogh
Paul Cézanne
Georges Seurat
Pointillisme (stipjes)
Paul Gauguin
Geometrische vormen en meerdere standpunten
Felle kleurvlakken en contouren
Gevoelens en eigen beleving

Slide 5 - Diapositive

Vergelijk in tweetallen Van Gogh en Gauguin met Monet en Degas.
1. Wat is het verschil qua betekenis?
2. Noem twee verschillen in vormgeving?

Monet                            
Van Gogh
Gauguin
Degas
timer
4:00

Slide 6 - Diapositive

1. Wat is het verschil qua betekenis? Gauguin en van Gogh zijn met een verhaal/betekenis bezig terwijl Monet en Degas slechts de werkelijkheid registreren.
2. Noem twee verschillen in vormgeving? Gauguin en van Gogh gebruiken egale kleurvlakken en contouren terwijl Monet en Degas met vage vormen/verftoetsen werken.
 

Monet
Van Gogh
Gauguin
Degas

Slide 7 - Diapositive

timer
4:00

Slide 8 - Diapositive

Pointillisme
  • Schilderen m.b.v. stippen.
  • Optische kleurmenging: mengt voor het oog.
  • Geen contourlijnen.
  • Complementair kleurcontrast.
  • Compositie: vaak statisch.
  • Alledaagse taferelen.
  • In atelier schilderen omdat deze werkwijze tijdrovend is.


Slide 9 - Diapositive

Wat klopt er niet volgens jullie? Overleg in tweetallen.
Meerdere standpunten in 1 schilderij
Paul Cézanne
timer
2:00

Slide 10 - Diapositive

Meerdere standpunten in één schilderij
Meerdere standpunten in 1 schilderij
Paul Cézanne
De mand zie je van voren terwijl je het fruit van boven ziet.
De pot links: opening van bovenaf maar je ziet tegelijkertijd de pot van de zijkant.

Slide 11 - Diapositive

Paul Cézanne
  • Structuur van ritmische vlakjes.
  • Kleur voor het eerst zelfstandig toegepast.
  • Gebruikt geometrische vormen.
  • Abstrahering van natuurlijke vormen naar geometrische vormen. Doet deze stijl je aan een stroming denken die later zal ontstaan?



Slide 12 - Diapositive

Paul Gauguin
  • Wil het onzichtbare weergeven, de stemming en gevoelens bij een beeld.
  • Persoonlijke interpretatie van Gauguin.
  • Inspiratie uit Japanse kunst.
  • Felle en egale kleurvlakken.
  • Vervormingen.
  • Omlijningen/contouren.
  • Hiernaast: Bretonse boerinnen. Gevecht van Jacob met de engel is de verbeelding van de biddende boerinnen na de preek.


Slide 13 - Diapositive

Paul Gauguin
Gauguin wil het aardse paradijs vastleggen: waar de 'nobele wilden' nog in harmonie leven met de natuur.
Emigreert naar Tahiti.



Slide 14 - Diapositive

Vincent van Gogh, 1887
Vincent van Gogh, 1889

Slide 15 - Diapositive

Welke verschillen zie je in vormgeving?

Slide 16 - Question ouverte

Welke verschillen zie je in voorstelling?

Slide 17 - Question ouverte

Van Gogh: Nederlandse periode

Slide 18 - Diapositive

Franse periode: Parijs
  • Kleurrijker
  • Invloed van Impressionisten en pointillisten

Slide 19 - Diapositive



Complementair kleurcontrast
  • Van Gogh schildert de wereld zoals hij die beleeft.
  • Kleur geel symbolisch gebruikt: kleur van het “goede”.
  • Complementair kleurcontrast: geel naast paars.
  • Dikke, streperige toetsen.
  • Met veel expressie/gevoel.



Slide 20 - Diapositive

Van Gogh werd geïnspireerd door de Japanse vormgeving.
Waar zie je dat aan?

Slide 21 - Diapositive

Van Gogh werd geïnspireerd door de Japanse vormgeving
  • Kleurgebruik: felle en egale kleurvlakken.
  • Complementair kleurcontrast: rood-groen; paars-geel; blauw-oranje.
  • Gebruik van contouren.
  • Weinig ruimtesuggestie.
  • Decoratief: bloemetjespatroon op de achtergrond.
  • Licht: geen schaduwen.
  • Van Gogh verzamelde Japanse prenten en schilderde deze ook na.


Slide 22 - Diapositive

Periode in de Provence
  • Geestesziek
  • Veel expressie/gevoel
  • Dikke kwaststreken
  • Invloed op het Expressionisme (stroming hierna)


Slide 23 - Diapositive

Japonisme
  • De Japanse kunst en cultuur is eind 19e eeuw te bewonderen op de wereldtentoonstellingen in Europa.
  • De kimono wordt gebruikt in het Europese modebeeld.
  • Veel kunstenaars verzamelen Japanse prenten.
  • De vormgeving is heel anders dan de tot dan toe gemaakte West-Europese kunst en de avant-garde kunstenaars raken erdoor geïnspireerd.


Van Gogh, La Courtisane, 1887

Slide 24 - Diapositive


A
Pointillisme
B
Paul Cézanne
C
Paul Gauguin
D
Vincent van Gogh

Slide 25 - Quiz


A
Pointillisme
B
Paul Cézanne
C
Paul Gauguin
D
Vincent van Gogh

Slide 26 - Quiz


A
Pointillisme
B
Paul Cézanne
C
Paul Gauguin
D
Vincent van Gogh

Slide 27 - Quiz


A
Pointillisme
B
Paul Cézanne
C
Paul Gauguin
D
Vincent van Gogh

Slide 28 - Quiz


A
Pointillisme
B
Paul Cézanne
C
Paul Gauguin
D
Vincent van Gogh

Slide 29 - Quiz

De volgende les gaat over het Expressionisme

Slide 30 - Diapositive