NT2 Kerstquiz - 2024

1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolBasisschoolvmbo lwooGroep 8Leerjaar 1

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  Are you ready to start?
  • Sit in your place - Op je plek zitten 
  • Phone in the Zakkie - Telefoon in het Zakkie 
  • Books, folder, pencil case on the desk- boeken, JdW-map, etui op tafel
  • Laptop on the desk - Laptop dicht op tafel
  • Earphones in your bag - Oortjes in de tas
  • Bag on the floor - Tas op de grond
  • Jacket over back of your chair - Jas over de stoel
timer
3:00

Slide 2 - Diapositive

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Kerstquiz 2024
Ho! Ho! Ho! MERRY QUIZMAS!!!!

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afspraken
- Lees de vragen goed!
- Ik zal de vragen voorlezen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zegt de kerstman?
A
Hohoho
B
Hahaha
C
Hihihi
D
Hehehe

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

6

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

01:08
Wat doet Mr Bean met de baard?
A
Hij streelt de baard
B
Hij eet de baard
C
Hij gooit de baard omhoog
D
Welke baard?

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

01:31
Wat pakt Mr Bean?
A
Een kertsbal
B
Een kersttbal
C
Een kirstbal
D
Een kerstbal

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

02:13
Wat zoekt Mr Bean?
A
Een stopcontact
B
Een vrouw
C
Baby Jezus
D
Zijn hersenen

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

03:53
Hoeveel schapen gooide Mr Bean?
A
7
B
8
C
9
D
10

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

04:51
Welk dier is dit?
A
Een saurusdino
B
Een dinosaurus
C
Een kip
D
Een eend

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

05:15
Hoe vliegt de engel binnen?
A
Op de rug van een vogel
B
Met zijn eigen vleugels
C
Met de helicopter
D
Samen met een vlieg

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel letters zitten er in het woord 'kerst'?
A
6
B
5
C
8
D
20

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zeg je 'fijne kerst' in het Engels?
A
Winter Wonderland
B
Holiday
C
Happy new year
D
Merry Christmas

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

2

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:12
Welk woord moet je hier schrijven?
Oh dennenboom, oh dennenboom, wat zijn je _________ wonderschoon?
A
taken
B
tokken
C
tikken
D
takken

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

00:40
Welk woord schrijf je hier?
Ik heb je laatst in 't ______ zien staan.
A
gras
B
school
C
bos
D
boos

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke dag vieren we Eerste Kerstdag?
A
23 december 2018
B
24 december 2018
C
25 december 2018
D
26 december 2018

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel letters zitten er in het woord 'kerstboom'?
A
9
B
8
C
10
D
11

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet je onder een hangende mistletoe (maretak) doen ?
A
Elkaar de hand geven
B
Elkaar een kus geven
C
Alleen maar huilen
D
Kerstliedjes zingen

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel sokken zag je op de foto?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel rode kerstballen zijn
er op de tekening te zien?
A
10
B
12
C
14
D
16

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar woont de kerstman?
A
Noordpool
B
Nederland
C
Spanje
D
Amerika

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Oh nee, ook een kerstboodschap van de Minions ...
The Minions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel Minions droegen er een kerstmuts in dit filmpje?
A
Allemaal
B
Drie
C
Een
D
Twee

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vieren wij met kerst?
A
De geboorte van Jezus
B
De geboorte van Kerstman
C
De geboorte van Sinterklaas
D
De geboorte van God

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke kleuren heeft het pak van de kerstman?
A
Rood en wit
B
Groen en rood
C
Rood en zwart
D
Rood en roze

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

5

Slide 31 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:25
Welk woord is weg?
.. gaan wij weer met hem _______
A
nee
B
mei
C
mee
D
neu

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

00:36
Welk woord is weg?
.. en _______ zit voorop
A
oma
B
apo
C
mama
D
opa

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

00:51
Wat zing je?
Jingle ____
A
Bills
B
Balls
C
Bells
D
Bulls

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

01:23
Hoeveel sneeuwmannen zag je?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

01:33
Welk woord is weg?
.. en ik hou me stevig _______
A
vist
B
vest
C
vaast
D
vast

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel letters heeft het woord 'kerstkaarten'?
A
21
B
11
C
12
D
22

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe lang duurt de Kerstvakantie?
A
2 maanden
B
2 dagen
C
2 uren
D
2 weken

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is het de of het?
____ kerstboom
A
het
B
de

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is het de of het?
____ lammetje
A
de
B
het

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is het de of het?
____ kerstbal
A
het
B
de

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is het de of het?
____ kerstfeest
A
het
B
de

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is het de of het?
____ kerstliedjes
A
de
B
het

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

3

Slide 44 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:12
Wat doen de Muppets?
A
Huilen
B
Lachen
C
Voetballen
D
Zingen

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

00:40
Wat houdt het monster vast?
A
Twee katten
B
Twee bellen
C
Twee pennen
D
Twee stoelen

Slide 46 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

01:06
Wat gebeurt er?
A
De bel valt naast hem.
B
De bel valt onder hem.
C
De bel valt voor hem.
D
De belt valt op hem.

Slide 47 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions