23-5 B1B Zinsdelen en woordsoorten en start met Meervouden
Welkom
Alle zinsdelen en woordsoorten;
Meervouden.
Nederlands
Wat heb je nodig?
1. Leesboek
2. Agenda
3. Schrift+Pen
4. Lesboek
5. Laptop
timer
2:30
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1
Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Welkom
Alle zinsdelen en woordsoorten;
Meervouden.
Nederlands
Wat heb je nodig?
1. Leesboek
2. Agenda
3. Schrift+Pen
4. Lesboek
5. Laptop
timer
2:30
Slide 1 - Diapositive
Planning vandaag 23 mei 2023
10 minuten lezen;
Terugblik vorige les;
Uitlegvideo over meervouden;
Huiswerkcheck;
Zelfstandig werken aan opdrachten over zinsdelen en meervouden;
Afsluiting.
Slide 2 - Diapositive
timer
10:00
10 minuten in stilte zelfstandig lezen.
Slide 3 - Diapositive
Terugblik - Stappenplan zinsontleding
Terugblik vorige les
Alle zinsdelen en woordsoorten door elkaar.
Het lesdoel was: Aan het eind van de les kan ik alle zinsdelen herkennen en benoemen, zoals pv, wg/ng en het ow en het lv is dit voor iedereen gehaald?
Slide 4 - Diapositive
Aantekeningen maken
Slide 5 - Diapositive
Lesdoel
Aan het eind van de les weet ik het verschil tussen zinsontleding en woordsoorten benoemen. En kan ik dit toepassen in een tekst. Daarnaast weet ik het verschil tussen enkelvoud en meervoud en weet ik hoe ik meervouden op -en en -s moet spellen.
Slide 6 - Diapositive
Zinsontleding vs woordsoortbenoeming
Slide 7 - Carte mentale
www.google.com
Slide 8 - Lien
Huiswerk
af voor de les van vrijdag
Cursus 7 § 4 Meervouden opdr. 1 t/m 4.
en § 5 Verkleinwoorden opdr. 1 t/m 7.
Probeer minimaal 70% te behalen.
Slide 9 - Diapositive
Werken aan opdrachten
Lees
De theorie (groene blok) en de opdrachten goed.
Maak
Maak online van cursus 7 Spelling §4 Meervouden opdr. 1 t/m 4 en § 5 Verkleinwoorden opdr. 1 t/m 7. Probeer minimaal 70% te behalen.
Hoe
In de methode voor Nederlands, je mag fluisterend overleggen met je schoudermaatje en vragen stellen aan je docent.
Tijd
Tot de docent het aangeeft.
Klaar?
Laat je werk zien aan de docent.
Huiswerk
Bovenstaande opdrachten.
Slide 10 - Diapositive
Nu kan ik..
het verschil tussen zinsontleding en woordsoorten benoemen. En kan ik dit toepassen in een tekst. Daarnaast weet ik het verschil tussen enkelvoud en meervoud en weet ik hoe ik meervouden op -en en -s moet spellen.