Franse leenwoorden gr. 7

Engelse en Franse leenwoorden
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Engelse en Franse leenwoorden

Slide 1 - Diapositive

Leenwoorden
- Een leenwoord is een woord dat we uit een andere taal hebben overgenomen.
- Je schrijft het vaak op een andere manier dan je het uitspreekt.

computer, feedback   -> uit het Engels
bagage, maillot          -> uit het Frans

Slide 2 - Diapositive

ch klinkt als sj     -> chauffeur 
ou klinkt als oe   -> douche 
air klinkt als er    -> populair
eau klinkt als oo -> bureau 

Slide 3 - Diapositive

Mijn moeder stond een uur onder de....
A
does
B
douche
C
doeche
D
doese

Slide 4 - Quiz

Mijn kleine zusje draagt een ….
A
malot
B
majoo
C
majo
D
maillot

Slide 5 - Quiz

Mijn tante sleept een hoop …. mee op vakantie.
A
bagagje
B
bagazje
C
bagage
D
bagagge

Slide 6 - Quiz

Mijn opa heeft een duur …. gekregen voor zijn verjaardag.
A
horloge
B
horloze
C
horlozje
D
horlogu

Slide 7 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
Biscuit
B
Bescuit
C
Biskuit
D
Biskuid

Slide 8 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
Treener
B
Trainar
C
Trianer
D
Trainer

Slide 9 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
Eksact
B
Exact
C
Exakt
D
Eksakt

Slide 10 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
Clakson
B
Klaxon
C
Claxon
D
Klakson

Slide 11 - Quiz


Slide 12 - Question ouverte


Slide 13 - Question ouverte


Slide 14 - Question ouverte


Slide 15 - Question ouverte