Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
55. Blok 8, week 2, les 5 en flitsen 5 Franse Leenwoorden en woorden op isch(e)
Franse leenwoorden
1 / 44
suivant
Slide 1:
Carte mentale
Spelling
Basisschool
Groep 8
Cette leçon contient
44 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Franse leenwoorden
Slide 1 - Carte mentale
Is dit een Frans leenwoord?
A
ja
B
nee
Slide 2 - Quiz
Is dit een Frans leenwoord?
A
ja
B
nee
Slide 3 - Quiz
Is dit een Frans leenwoord?
A
ja
B
nee
Slide 4 - Quiz
weet je nog
Vandaag leer ik een aantal Franse leenwoorden.
Dit zijn
weetwoorden
en leenwoorden schrijf je vaak anders dan je ze uitspreekt.
Slide 5 - Diapositive
Leenwoorden
- Een leenwoord is een woord dat we uit een andere taal hebben overgenomen.
- Je schrijft het vaak op een andere manier dan je het uitspreekt.
computer, feedback -> uit het Engels
bagage, maillot -> uit het Frans
Slide 6 - Diapositive
ch klinkt als sj -> chauffeur
ou klinkt als oe -> douche
air klinkt als er -> populair
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Mijn kleine zusje draagt een ….
A
malot
B
majoo
C
majo
D
maillot
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Diapositive
Schrijf het woord op!
Slide 15 - Question ouverte
Schrijf het woord op!
Slide 16 - Question ouverte
Schrijf het woord op!
Slide 17 - Question ouverte
Schrijf het woord op!
Slide 18 - Question ouverte
Schrijf het woord op!
Slide 19 - Question ouverte
Slide 20 - Question ouverte
Slide 21 - Question ouverte
Slide 22 - Question ouverte
oefendictee woord 1
Slide 23 - Question ouverte
oefendictee woord 2
Slide 24 - Question ouverte
oefendictee woord 3
Slide 25 - Question ouverte
oefendictee woord 4
Slide 26 - Question ouverte
oefendictee woord 5
Slide 27 - Question ouverte
Slide 28 - Carte mentale
lesdoel 8
Ik kan woorden die eindigen op
isch(e)
correct schrijven.
Slide 29 - Diapositive
isch-woorden
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Question ouverte
Slide 32 - Question ouverte
Slide 33 - Question ouverte
maak woorden met isch(e)
elastiek: een .................. broek
Slide 34 - Question ouverte
maak woorden met isch(e)
chaos: een .................. dag
Slide 35 - Question ouverte
maak woorden met isch(e)
komiek: een .................. situatie
Slide 36 - Question ouverte
maak woorden met isch(e)
kritiek: een .................. opmerking
Slide 37 - Question ouverte
Zet achter het woord ....isch
drama
A
dramisch
B
dramaische
C
dramatisch
D
dramaties
Slide 38 - Quiz
Zet achter het woord ....isch
economie
A
economiesch
B
economies
C
economisch
D
ekonomies
Slide 39 - Quiz
Kaas en tulpen zijn ........... Hollandse producten.
Slide 40 - Question ouverte
Bij geschiedenis behandelen we elke keer een ander thema. Dat noem je ........ onderwijs.
Slide 41 - Question ouverte
Voor je rijbewijs moet je de theorie leren.
Je moet jouw ....... examen halen.
Slide 42 - Question ouverte
Als je alleen maar aan jezelf denkt dan ben je .......
Slide 43 - Question ouverte
spelling
thema 8 - week 2
les 5
Flitsles 5
Plussen
Slide 44 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
les 14a en 14b
Octobre 2023
- Leçon avec
25 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 8
Franse en Engelse leenwoorden
Mai 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 8
Franse leenwoorden gr. 7
Juillet 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 7
spelling
Mai 2023
- Leçon avec
13 diapositives
Weetwoorden groep 7
Novembre 2022
- Leçon avec
14 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 7
108 Engelse leenwoorden
Octobre 2022
- Leçon avec
13 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 7
Franse Leenwoorden
Septembre 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 8
Engelse leenwoorden
Octobre 2024
- Leçon avec
30 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 7