het lichaam (LOWAN) dag 2

• NT2
• Buitengewoon secundair onderwijs

Startklaar

• Op je plek zitten 
• Telefoon in het Zakkie 
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
• Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.

het lichaam

Leerdoelen

• Je kan woorden over het lichaam noemen
• Je kan zinnen schrijven met woorden van het lichaam

de lip

het haar

het oor

de neus

het oog

de kin

het hoofd

de m..d

de m.nd

het h..r

het h..fd

het h..fd

het ..g

de k.n

het ..r

de n..s

de l.p

de w.ng

het g.z.ch.

MAAK een woorddictee.

1. NEEM de woordenlijst(blz. 5 van je werkboek)
2. KIES acht woorden(1t/m13 van de woordenlijst op blz.5).
3. VORM een duo.
4. NEEM elk om beurt een dictee af.
5. CONTROLEER! 

Wat ga ik leren?

Nieuwe woorden bij thema het lichaam. 

LUISTER goed en ZEG het woord na.

de tand

de kies

het gebit

de tong

de keel

de nek

de schouder

de arm

de elleboog

de hand

de vinger

de borst

de buik

de heup

HERHAAL.

MAAK een woordenlijst. 

NEEM een balpen en jouw schrift.

SCHRIJF het woord.                              VERTAAL of TEKEN het woord.

- de hand                                                    la mano

ZOEK het juiste woord. SCHRIJF het op.

g      r

   u   

p      h

   e

        u

b    o

   l  g

o      e

   e   l

s     d

   r    c

h    o

   u   e

b   g

   i    e

t

e

     l

e                 k

o    n

    g

t

n

     a

t       d

t       s

    o

b     r

DILEMMA: KIES.

1 slechte tand      of      gebit kwijt

DILEMMA: KIES.

grijs haar   of      geen haar

DILEMMA: KIES.

3 armen   of    3 benen

DILEMMA: KIES.

gespierde borstkas of gespierde rug

DILEMMA: KIES.

1O vingers of 2 handen

 

Differentiatie

• Schrijf de woorden 14 t/m 27 in het meervoud(pluralis) op blz. 50 van je werkboek.
• Maak zinnen met de woorden(14 t/m 27 op blz. 50 van je werkboek).
•  Schrijf de zinnen vervolgens in een andere tijd(imperfectum en perfectum).
• Doe een dictee met een andere leerling.

Maak zinnen met de woorden(blz. 6 van je werkboek).

Bijvoorbeeld: haar

Zij heeft mooi lang haar.

Schrijf de zinnen vervolgens in een andere tijd(imperfectum en perfectum).

Bijvoorbeeld: Zij heeft mooi blond haar.

Imperfectum: Zij had mooi blond haar.

Perfectum: Zij heeft mooi blond haar gehad.

www.lowan.nl

NEEM jouw gsm of LOG in op de pc.

1. het gebit
2. de kies
3. het kies
4. de mond

1. de arm
2. de schouder
3. de heup
4. de elleboog

1. de buik
2. de borst
3. de arm
4. de buyk

1. de arm
2. de keel
3. de vinger
4. de elleboog

1. de borst
2. de schouder
3. het gebit
4. de keel

MAAK de oefeningen op papier.

1. NEEM jouw bundel.
2. MAAK de oefeningen (pagina 10 tot 16).
3. Klaar?

SPREEK samen.

1. ZIT in een cirkel.

2. VERTEL waar je pijn hebt: "Ik heb pijn in mijn ..."

3. De persoon naast jou vult aan: "Ik heb pijn in mijn ... en in mijn ..."

4. DOE dit verder tot de cirkel rond is.

QUIZ.

https://create.kahoot.it/details/34957f45-5d59-4b29-9905-cb9560d03765

Wat heb je vandaag geleerd?