Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
Éléments de cette leçon
3 Bronnen van energie Nederland en Frankrijk
Formatieve toets
Slide 1 - Diapositive
Welke energiebron gebruiken we in Nederland het meest?
Slide 2 - Question ouverte
Wat is niet waar over fossiele brandstoffen?
A
Bij de verbranding van fossiele brandstoffen komt CO₂ vrij
B
Fossiele brandstoffen zijn ontstaan uit planten- en dierenresten
C
Fossiele brandstoffen leveren veel energie.
D
Fossiele brandstoffen raken nooit op.
Slide 3 - Quiz
Wat is waar over steenkool?
A
Steenkool wordt vooral gebruikt om stroom te produceren
B
Steenkool is duurder dan aardolie.
C
Steenkool ontstaat uit stapels dood plankton op de zeebodem.
D
Steenkool is moeilijker en op minder plaatsen te winnen.
Slide 4 - Quiz
Juist of onjuist Geef voor elke stelling aan of deze juist of onjuist is. I Kernenergie wordt opgewekt door uranium te splitsen II Waterkracht is een hernieuwbare energiebron.
Kies het juiste antwoord
A
I= juist II= juist
B
I= onjuist II= onjuist
C
I= juist II= onjuist
D
I= onjuist II= juist
Slide 5 - Quiz
Wat is het versterkt broeikaseffect?
A
Het vasthouden van de kou door broeikasgassen waardoor het kouder wordt op aarde
B
Afname van broeikasgassen rondom de aarde
C
De massale ontbossing waardoor CO2 niet meer wordt opgenomen
D
Toename van broeikasgassen in de atmosfeer waardoor de temperatuur stijgt
Slide 6 - Quiz
Hoe heet het proces waarbij overgestapt wordt naar duurzame energiebronnen in plaats van fossiele energiebronnen?
Slide 7 - Question ouverte
Stelling 1: De energietransitie heeft voor Nederland als voordeel dat we minder afhankelijk worden van instabiele landen en regio’s. Stelling 2: Nederland wil de energietransitie, omdat aardolie nu al heel moeilijk te verkrijgen is.
Welke stellingen zijn juist?
A
Stelling 1 en 2 zijn juist
B
Stelling 1 is juist en 2 is niet juist
C
Stelling 1 is niet juist en stelling 2 is juist
D
Stelling 1 en 2 zijn niet juist
Slide 8 - Quiz
Uit aardolie wordt kerosine gemaakt
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Wat is een voordeel van kernenergie?
A
Het is een hernieuwbare energiebron.
B
Het is goedkoop en in alle landen ter wereld te verkrijgen.
C
Het produceert geen CO2-uitstoot tijdens de elektriciteitsopwekking.
D
kernenergie is een duurzame energiebron.
Slide 10 - Quiz
Geef voor elke stelling aan of deze juist of onjuist is: Stelling 1: Aardolie is een uitputbare energiebron. Stelling 2: Uranium is een fossiele brandstof.
A
stelling 1 is juist, stelling 2 is juist
B
stelling 1 is onjuist, stelling 2 is onjuist
C
stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
D
stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
Slide 11 - Quiz
Waarop werken de meeste thermische centrales nu nog in Nederland?
A
Aardgas
B
Aardolie
C
Steenkool
D
Biomassa
Slide 12 - Quiz
Geef voor elke stelling aan of deze juist of onjuist is: Stelling 1: In Frankrijk wordt meer energie geproduceerd dan in Nederland. Stelling 2: Het grootste deel van de elektriciteit in Frankrijk is afkomstig van kerncentrales.
A
stelling 1 is juist, stelling 2 is juist
B
stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
C
stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
D
stelling 1 is onjuist, stelling 2 is onjuist
Slide 13 - Quiz
Tekst
Zet in de juiste volgorde.
Hieronder staan losse woorden in willekeurige volgorde. Sleep alle woorden achter elkaar maar dan in de meest logische volgorde.
1
2
3
4
5
veen
aardgas
steenkool
plantenresten
bruinkool
Slide 14 - Question de remorquage
Het nadeel van sommige hernieuwbare energiebronnen is dat de opbrengsten gedurende het jaar wisselend zijn.
Noem twee hernieuwbare energiebronnen waarvan de opbrengsten wisselend zijn.
Slide 15 - Question ouverte
Frankrijk moet veel olie en gas importeren uit het buitenland.
Geef hiervoor een natuurlijke verklaring.
Slide 16 - Question ouverte
Waterkrachtcentrales in Frankrijk
Leg uit waarom Frankrijk meer geschikt is voor de aanleg van waterkrachtcentrales dan Nederland.
Slide 17 - Question ouverte
Wanneer men in de wereld direct zou stoppen met het opwekken van kernenergie, zal men desondanks nog jarenlang last hebben van de negatieve gevolgen.
Leg uit waarom.
Slide 18 - Question ouverte
Je ziet hier een rijtje woorden: Thermische centrale – Kerncentrale – Getijdencentrale - Waterkrachtcentrale
Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
A
Thermische centrale
B
Kerncentrale
C
Getijdencentrale
D
Waterkrachtcentrale
Slide 19 - Quiz
Je ziet hier een rijtje woorden: Waterkracht – Kernenergie – Windkracht - Zonne-energie
Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
A
Waterkracht
B
Kernenergie
C
Windkracht
D
Zonne-energie
Slide 20 - Quiz
Je ziet hier een rijtje woorden: Aardgas – Aardolie – Biomassa – Steenkool
Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
A
Aardgas
B
Aardolie
C
Biomassa
D
Steenkool
Slide 21 - Quiz
Van alle fossiele brandstoffen komt bij de verbranding van aardgas het minste CO2 vrij
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quiz
Aardolie ontstaat uit stapels dood plankton
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quiz
Het grootste deel van de aardolie die Nederland invoert wordt verwerkt in de Europoort, Rotterdam. De olie die in Frankrijk binnenkomt wordt verwerkt in Le Havre en Marseille.
In een ... wordt de olie verhit en omgezet in brandstoffen zoals benzine, diesel en kerosine. Kerosine is brandstof voor vliegtuigen. Wat moet op de ... staan?
Wat moet bij de vraagtekens staan?
A
thermische centrale
B
LNG-terminal
C
aardolieterminal
D
raffinaderij
Slide 24 - Quiz
De CO2 uitstoot van een Fransman is maar de helft van een Nederlander. Hoe kan dat?
A
Door het gebruik van offshore windparken
B
Door het gebruik van zonnepanelen en en het openbaar vervoer
C
Door de combinatie kerncentrales en waterkrachtcentrales
D
door de combinatie zonneparken en windparken
Slide 25 - Quiz
In het havengebied van Rotterdam zijn veel thermische centrales te vinden.
Wat maakt de ligging ( / locatie) van Rotterdam hiervoor zo geschikt?
Slide 26 - Question ouverte
Wat is geen voordeel van kernenergie?
A
Betrouwbare energie
B
is uitputbaar
C
Geen CO2-uitstoot
D
De beschikbare voorraad uranium is nog groot
Slide 27 - Quiz
Welk woord hoort in de zin? Een kerncentrale gebruikt uranium om energie van te maken. Uranium wordt (1).... waarbij (2).... ontstaat.
A
1. gesplitst
2. brandstof
B
1. verbrand
2. brandstof
C
1. gesplitst
2. gevaarlijk afval
D
1. verbrand
2. gevaarlijk afval
Slide 28 - Quiz
Komt CO2 vrij bij de bouw en productie rondom een kerncentrale?
A
Er komt CO2 vrij bij productie en bouw
B
Er komt helemaal geen CO2 vrij
C
Er komt alleen CO2 vrij bij de productie
D
Er komt alleen CO2 vrij bij de bouw
Slide 29 - Quiz
Dit is een grote opslagplek voor energiebronnen als olie of (vloeibaar) gas.
Slide 30 - Question ouverte
Zet de zinnen over de werking van een thermische centrale in de juiste volgorde. 1. Aanvoer van brandstoffen. 2. De stoom maakt dat een turbine gaat draaien. 3. In een generator wordt elektriciteit opgewekt. 4. Verbranding van de brandstof. 5. Via hoogspanningsleidingen verlaat de stroom de centrale. 6. Water wordt verhit tot stoom.
A
1 - 6 - 4 - 2 - 3 - 5
B
1 - 4 - 6 - 2 - 3 - 5
C
1 - 4 - 6 - 3 - 2 - 5
D
1 - 4 - 6 - 2 - 5 - 3
Slide 31 - Quiz
Bij verbranding van biomassa juist / onjuist komt er CO2 vrij.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 32 - Quiz
Wat is de juiste volgorde?
stoom – uranium – elektriciteit –turbine
A
stoom- uranium- turbine - elektriciteit
B
uranium - stoom - elektriciteit- turbine
C
uranium - turbine- stoom- elektriciteit
D
uranium - stoom - turbine - elektriciteit
Slide 33 - Quiz
Twee uitspraken: 1. Nederland heeft welgeteld 1 kernenergiecentrale, deze staat in Borssele (zie plaatje)
2. Eb en vloed spelen een belangrijke rol bij energieopwekking via een getijdencentrale.
A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist
Slide 34 - Quiz
Wat is een ander woord voor aardwarmte?
Slide 35 - Question ouverte
In Nederland wordt de meeste duurzame energie opgewekt door het verbranden van biomassa. Gebruik bron 27 op blz. 94 in je boek.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 36 - Quiz
2 stellingen: 1. Thermische centrales staan aan het water zodat de elektriciteit makkelijker getransporteerd kan worden. 2. Steenkool werd in Nederland meestal in dagbouw gewonnen
A
stelling 1 is juist,
2 onjuist
B
stelling 1 is onjuist,
2 juist
C
beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist
Slide 37 - Quiz
Waardoor krijgen we door winning van gas aardbevingen in Groningen?
A
Omdat het apparaat wat het gas wint heel erg trilt
B
Omdat de druk in de aardlaag kleiner wordt hierdoor zakt de grond
Slide 38 - Quiz
Over welk begrip gaat de omschrijving? ''de straling die vrijkomt bij de productie van kernenergie en waarvan kleine hoeveelheden als erg schadelijk zijn''
Slide 39 - Question ouverte
Over welk begrip gaat de omschrijving? ''het gebruiken van warmte die vrijkomt bij industriële processen (in fabrieken of elektriciteitscentrales)''
Slide 40 - Question ouverte
Over welk begrip gaat de omschrijving? ''een kabel waardoor stroom wordt getransporteerd''
Slide 41 - Question ouverte
Over welk begrip gaat de omschrijving? ''organisch materiaal zoals mest, plantenresten, houtsnippers of frituurvet. Door het te verbranden, kan stroom opgewekt worden. Er kan ook (bio)brandstof van gemaakt worden.''
Slide 42 - Question ouverte
Over welk begrip gaat de omschrijving? ''een brandstof die ontstaat als aardolie of steenkool lange tijd onder druk staat''
Slide 43 - Question ouverte
Over welk begrip gaat de omschrijving? ''een elektriciteitscentrale waar stroom wordt opgewekt door de waterstroom die ontstaat bij de wisseling tussen eb en vloed''
Slide 44 - Question ouverte
Over welk begrip gaat de omschrijving? ''een fabriek die afval verbrandt. De warmte die hierbij vrijkomt kan gebruikt worden om gebouwen te verwarmen of om stroom mee te produceren.''
Slide 45 - Question ouverte
Over welk begrip gaat de omschrijving? ''een fabriek waar aardolie geschikt wordt gemaakt voor verder gebruik''
Slide 46 - Question ouverte
Over welk begrip gaat de omschrijving? ''buizen waardoor vloeistoffen of gassen getransporteerd kunnen worden''
Slide 47 - Question ouverte
Over welk begrip gaat de omschrijving? ''een elektriciteitscentrale die stroom produceert door het verbranden van bijvoorbeeld kolen, aardgas of biomassa''
Slide 48 - Question ouverte
Over welk begrip gaat de omschrijving? ''een natuurlijk proces waarbij broeikasgassen in de dampkring ervoor zorgen dat de warmte van de zon deels op aarde vastgehouden wordt''
Slide 49 - Question ouverte
Over welk begrip gaat de omschrijving? ''een brandstof die miljoenen jaren geleden ontstaan is uit dood plankton''
Slide 50 - Question ouverte
Welk begrip moet er op de stippenlijn staan? Een brandstof die miljoenen jaren geleden ontstaan is uit plantenresten, die onder hoge druk veranderen in veen en vervolgens in ... en daarna pas in steenkool.