Ademen en eten bij dieren

'Ademen en eten bij dieren'
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

'Ademen en eten bij dieren'

Slide 1 - Diapositive

Waar en door wat wordt je voedsel verteerd?
  1. Mondholte: speeksel 
  2. Maag: maagsap
  3. 12 vingerige darm: alvleessap
  4.  Dunne darm: darmsap


Slide 2 - Diapositive

Vertering
Vertering gebeurt in maagdarmkanaal.

Verteringsklieren voegen veteringssappen toe met enzymen.

Slide 3 - Diapositive

Verteren?
Vertering = voedsel klein maken zodat het in je bloed kan worden opgenomen

Slide 4 - Diapositive

Niet verteren
Glucose, Mineralen, Water, Vitaminen
Wel verteren
Vetten, Eiwitten, Koolhydraten

Slide 5 - Diapositive

verteringsklieren
  • speekselklieren            vertering zetmeel, doden bacteriën
  • maagsapklieren           doden bacteriën, vertering eiwitten
  • alvleesklier                     vertering eiwitten, koolhydraten, vetten
  • darmsapklieren            vertering eiwitten, koolhydraten, vetten

enzymen versnellen het proces!

Slide 6 - Diapositive

Darmbacteriën maken enzymen om stoffen in onverteerde voedselresten af te breken. Verteringssappen die door verteringsklieren van de mens gemaakt worden bevatten ook enzymen voor de afbraak van voedingsstoffen.
Noem twee verteringssappen die verteringsenzymen bevatten.

Slide 7 - Question ouverte

Er zijn verschillende zuiveldrankjes te koop die zeer veel bacteriën bevatten. De fabrikanten van de drankjes beweren dat deze bacteriën een positieve invloed hebben op de werking van de darmen. De meeste van die bacteriën komen echter niet levend in de twaalfvingerige darm aan na inname via de mond.
Leg uit waardoor de meeste bacteriën uit die zuiveldrankjes niet levend in de twaalfvingerige darm aankomen.

Slide 8 - Question ouverte

3. In onze voeding zitten voedingsstoffen. Sommige voedingsstoffen leveren energie, andere voedingsstoffen leveren geen energie. Welk van de volgende rijtjes voedingsstoffen bevatten uitsluitend energieleverende voedingsstoffen?
A
Alcohol, koolhydraten en vitamines
B
Alcohol, vetten en eiwitten
C
Eiwitten, koolhydraten en mineralen
D
Mineralen, vetten en water

Slide 9 - Quiz

Beschermende voedingsstoffen zijn
A
Vetten, mineralen en vitamines
B
Vitamines en mineralen
C
Koolhydraten, mineralen en vitamines
D
Vetten en vitamines

Slide 10 - Quiz

Deze voedingsstoffen zijn bouwstoffen
A
Alle voedingsstoffen
B
Water, mineralen eiwitten en vitaminen
C
Koolhydraten, vetten eiwitten en vitaminen
D
Alleen koolhydraten en vetten

Slide 11 - Quiz

Voedingsvezels zijn voedingsstoffen.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Bekijk de voedingsmiddelentabel.
Hoeveel kcal bevat 200 gram bloemkool? Noteer je berekening. Bedenk hoeveel kcal 1 kJ is. 1 kcal = 4,2 kJ

Slide 13 - Question ouverte

Het glazuur beschermt je gebit
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Antwoord: Slokdarm met uitleg de ander heeft kraakbeenringen die bij luchtpijp horen.

Slide 16 - Diapositive

Zet deze organen van het verteringsstelsel op de goede volgorde
Dikke darm - Maag - Mond - Anus - 12vingerige darm - Endeldarm - Slokdarm - Dunne darm

Slide 17 - Question ouverte

In de mond wordt het voedsel gekauwd. Noem 2 redenen waarom het voor de spijsvertering belangrijk is!

Slide 18 - Question ouverte

Met letter P is het deel aangegeven waarmee het voedsel het verteringskanaal in komt. Hoe heet het gedeelte dat met P is aangegeven.

Slide 19 - Question ouverte

Waar worden de meeste voedingsstoffen opgenomen in het bloed?
A
dunne darm
B
dikke darm
C
twaalfvingerige darm
D
endeldarm

Slide 20 - Quiz

Leerdoelen
  • Je kan uitleggen hoe je aan het gebit van dieren kunt zien wat ze eten. Je kunt voorbeelden noemen en herkennen.
  • Je kan uitleggen hoe een vis adem haalt.
  • Je kan uitleggen hoe een insect adem haalt. 
  • Je kan uitleggen hoe een kikker adem haalt. 

Slide 21 - Diapositive

Hoe kun je zien wat dieren eten?
Het type gebit en de lengte van het verteringsstelsel heeft alles te maken met het eten.

Slide 22 - Diapositive

planteneters
vleeseters
alleseters
planten
vlees
lange darmen
korte darmen
middellange darmen
knip kiezen
plooi kiezen
knobbel kiezen
planten en vlees

Slide 23 - Question de remorquage

Hoe haalt een vis zuurstof uit het water?
  • geen longen maar kieuwen
kieuw = kieuwboog met kieuwplaatjes. 
in kieuwplaatjes zitten plooien = kieuwlamellen
Als water langs deze kieuwlamellen stroomt dan nemen de bloedvaatjes hierin daar zuurstof uit.

Hoe haalt een vis zuurstof uit het water:


Geen longen maar kieuwen
Kieuw = kieuwboog met kieuwplaatjes
In kieuwplaatjes zitten kieuwlamellen (met daarin bloedvaatjes)

Als zuurstofrijk water langs de kieuwplaatjes stroomt nemen de bloedvaatjes zuurstof op (en geven CO2 af).


Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Hoe komen insecten aan zuurstof?

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Hoe ademen kikkers tijdens hun leven?

huid
uitwendige kieuwen
inwendige kieuwen
longen

Dit verandert gedurende hun leven (gedaanteverwisselingen).

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

hoe heet het ademhalingsstelsel van een insect?
A
long
B
kieuw
C
trachee
D
maag

Slide 30 - Quiz

LONGEN
LONGEN EN HUID
KIEUWEN

Slide 31 - Question de remorquage