Kader Breuken
1 / 25
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welke waarde heeft het cijfer 2 in het getal 342619
A
2
B
200
C
2000
D
20000
Slide 2 - Quiz
+
-
x
:
som
verschil
product
quotiënt
Slide 3 - Question de remorquage
Wat moet je als eerste uitrekenen?
10 : 5 x 2
10 : 5 x 2
A
10 : 5
B
5 x 2
Slide 4 - Quiz
Wat moet je als eerste uitrekenen?
10 - 5 + 2
10 - 5 + 2
A
10 - 5
B
5 + 2
Slide 5 - Quiz
Welke getal ligt er tussen 4,5 en 4,6
A
4,50
B
4,45
C
4,55
D
4,65
Slide 6 - Quiz
Zet de getallen van klein naar groot.
0,7
0,69
0,71
0,608
0,712
1
2
3
4
5
Slide 7 - Question de remorquage
Hoeveel decimale heeft het getal?
1
2
3
4
3,4
2,333
1,5590
0,20
Slide 8 - Question de remorquage
Rond af op 1 decimaal:
3,45
3,45
Slide 9 - Question ouverte
Rond af op 1 decimaal:
0,34
0,34
Slide 10 - Question ouverte
Rond af op 2 decimalen:
0,598
0,598
Slide 11 - Question ouverte
Rond af op 3 decimalen:
12,239876
12,239876
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Breuken
1/2 deel
3/8 deel
5/6 deel
1/4 deel
Slide 17 - Question de remorquage
0
Slide 18 - Vidéo
Slide 19 - Diapositive
Wat zijn de delers van 36
A
2, 4, 6, 9, 18
B
4, 6, 9
C
1, 2, 4, 6, 9, 18, 36
D
geen
Slide 20 - Quiz
Wat zijn de delers van 7
A
1, 7
B
1
C
7
D
geen
Slide 21 - Quiz
Vereenvoudig de volgende breuk:
25/50
25/50
A
5/10
B
1/2
Slide 22 - Quiz
Vereenvoudig de volgende breuk:
24/32
24/32
A
12/16
B
6/8
C
3/4
Slide 23 - Quiz
Vereenvoudig de volgende breuk:
20/80
20/80
A
1/4
B
2/8
C
10/40
