Les 15 (Week 50, 12/12 - Periode 2) - V2

1HV1 Première leçon
Les objectifs :
  • Ik ken woorden die te maken hebben met wonen.
  • Ik kan werkwoorden op –er herkennen en de juiste uitgang voor elke p.v gebruiken.

Le programme:
  • Sleepvraag vocab + dans ma chambre
  •  H - Grammaire: Werkwoorden op -er + woorden vervangen door il,elle,ils,elles 
  • Opdr 30ac, 31bc p.84-85
Jeudi 12 décembre
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1HV1 Première leçon
Les objectifs :
  • Ik ken woorden die te maken hebben met wonen.
  • Ik kan werkwoorden op –er herkennen en de juiste uitgang voor elke p.v gebruiken.

Le programme:
  • Sleepvraag vocab + dans ma chambre
  •  H - Grammaire: Werkwoorden op -er + woorden vervangen door il,elle,ils,elles 
  • Opdr 30ac, 31bc p.84-85
Jeudi 12 décembre

Slide 1 - Diapositive

Le portable
Écouter de la musique
Se lever
Dormir
Interdit(e)
Jouer à la console
Ik ben het zat
La chambre
La cuisine
Le lit

Slide 2 - Question de remorquage

Dans ma chambre, il y a...

Vraag: Il y a quoi dans ta chambre?

- Dans ma chambre, il y a (ding 1)
et (ding 2).
timer
3:00

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je nog van de werkwoorden op -er in het Frans?

Slide 4 - Carte mentale

werkwoorden op -er 
persoon
uitgang
ik
je
-e
jij
tu
-es
hij/zij
il/elle
-e
wij
nous
-ons
jullie/u
vous
-ez
zij 
ils/elles
-ent

Slide 5 - Diapositive

Geef de juiste vorm van het werkwoord:

8. Ali et Ahmed (aider) une vieille dame.

Slide 6 - Question ouverte

Vervang het onderwerp door il/elle/ils/elles en noteer de nieuwe zin:

1. Ses copines habitent loin de chez elle.

Slide 7 - Question ouverte

Geef de juiste vorm van het werkwoord:

5. Luc (inviter) souvent ses amis.

Slide 8 - Question ouverte

Geef de juiste vorm van het werkwoord:

7. Tu (jouer) souvent à la console?

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

Vervang het onderwerp door il/elle/ils/elles en noteer de nieuwe zin:

2. Sa mère est à gauche.

Slide 11 - Question ouverte

Vervang het onderwerp door il/elle/ils/elles en noteer de nieuwe zin:

3. Myriam et son frère regardent la télé.

Slide 12 - Question ouverte

 H - Grammaire : 30 p.84

Prends un stylo, ton livre p. 84 of je computer deel H en fais l'exercice 30

Ben je klaar? Fais le slimstampen H (chapitre 2)


Slide 13 - Diapositive

Genially: Range ta chambre (link op Teams)
Leerling 1: Moet de kamer opruimen 
volgens de instructies van Leerling 2.


Leerling 2: Geeft leerling 1 de instructies om te kamer op te ruimen.


Ex: Les baskets sont sous le lit.
(De baskets zijn onder de bed.)

Gebruik de voorzetsels van
 plaats om je te helpen!


Slide 14 - Diapositive

Les devoirs pour vendredi 13 décembre





  • Apprendre bron E,F,G,H p.89

Slide 15 - Diapositive