Nederlands 4.3

Lezen
timer
1:00
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Lezen
timer
1:00

Slide 1 - Diapositive

Woorden oefenen Quizlet
Terugkijken op vorige les.
Woorden oefenen op Quizlet

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

Slide 4 - Lien

- vul de gaten tekst in
Luisteren naar tekst
Vul de gaten in

Slide 5 - Diapositive

Tekst lezen en woorden bespreken
- pak je woordenlijst
Tekst lezen en woorden bespreken
Pak je woordenlijst

Slide 6 - Diapositive

'Ik geloof dat dat wel meevalt'
Wat is het werkwoord/zijn de werkwoorden?
Is dit een hoofdzin of bijzin?

Slide 7 - Diapositive

Het valt wel mee.
-Wat is het werkwoord?
- Is dit een hoofdzin of een bijzin?
- Zie je nog meer scheidbare werkwoorden in de tekst?

Slide 8 - Diapositive

Welke scheidbare werkwoorden
zie jij in tekst 4.3

Slide 9 - Carte mentale

Doe de taak!
Werk samen in groepjes aan taak 4.3
Maak opdracht 2, 3, 4, 5, 6

Slide 10 - Diapositive

Voorbeeld opdracht 4
aan: klantenservice@dienst.nl
onderwerp: klacht over terugbetalen

Beste klantenservice,
Op 3 december heb ik een broek teruggestuurd. Het ordernummer is 15467910 CB.
Dat is nu 4 weken geleden en ik heb het geld nog steeds niet teruggekregen. Ik verwacht dat het bedrag deze week nog op mijn rekening staat.

Met vriendelijke groet,

Evie van der Weerd

Slide 11 - Diapositive

Gesprek voeren
Taak opdracht 5 en 6

Slide 12 - Diapositive

Welke drie tekstdoelen ken je?

Slide 13 - Question ouverte

Les 2.2

Slide 14 - Diapositive

Welke bron is betrouwbaarder:

Helpt aspirine bij verkoudheid?
A
Klasgenoot
B
apotheek

Slide 15 - Quiz

Welke bron is betrouwbaarder?

Hoe kun je vuile randen in de douche het beste schoonmaken?
A
Iemand die bij een schoonmaakbedrijf werkt
B
Reclame voor schoonmaakmiddel op tv

Slide 16 - Quiz

Grammatica:
Scheidbare werkwoorden in de hoofd- en bijzin

Hoofdzin
Bijzin
Ik kom vanavond laat thuis
Ik denk dat ik vanavond laat thuiskom
David komt altijd met veel lawaai binnen. 
David maakt altijd veel lawaai als hij binnenkomt.
We geven teveel geld uit.
 Ik vind dat we teveel geld uitgeven

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Wat valt je op? Wat is het verschil met scheidbare werkwoorden bij een bijzin/hoofdzin?

Slide 19 - Question ouverte

Maak de zin af:
Ik wil niet dat mijn vriend ....... (weggaan)

Slide 20 - Question ouverte

Maak de zin af:

Mijn vriend klaagt dat ik mijn kleren nooit ....... (opruimen)

Slide 21 - Question ouverte

Ik trek mijn jas uit!

Wat is het scheidbare werkwoord?
A
trekken
B
trekkenuit
C
uittrekken
D
uit

Slide 22 - Quiz

Maak nu een bijzin met het werkwoord uittrekken

Slide 23 - Question ouverte

Huiswerk
- Thema 4.4 stap 1 t/m 6
- Afmaken taak 4.3
- Grammatica: bijzin met scheidbaar werkwoord
De, het, een

Slide 24 - Diapositive