Les 3: Wat een gedoe!

• NT2
• MBO
• Studiejaar 2

Praatstoel:

14/05/2024: Lweji

Taak 3: Wat een gedoe!

Lezen, praten en schrijven over stress.

Taak 3

Luister naar de tekst

Onderstreep de nieuwe woorden

We bespreken de tekst en de nieuwe woorden

We nemen samen de woordenlijst door

Uitspraak en intonatie

Heb je even [jevu] tijd? Wat is er [isur] aan de hand? 

Ik begon al [bugonal] ongerust te worden

Ze hadden het [haddunut] blijkbaar druk daar

Het wordt [Ut wort] nog veel erger

 Ik heb [Kep] nogal brede voeten 

En nu komt het [komtut] ergste

En wat zag ik [watsagik]?

Woordgebruik en betekenis

Rotdag

Balen

Per ongeluk

Wat een gedoe voor een paar laarzen

Grammatica:

Scheidbare werkwoorden in hoofd- en bijzinnen, in verschillende tijden.

Scheidbare werkwoorden

Meevallen

• Het valt wel mee.
• Het viel wel mee.
• Het is wel meegevallen.
• Het hoeft niet mee te vallen.
• Ik geloof dat dat wel meevalt.

Grammatica:

Scheidbare werkwoorden in de hoofd- en bijzin

Hoofdzin	Bijzin
Ik kom vanavond laat thuis	Ik denk dat ik vanavond laat thuiskom
David komt altijd met veel lawaai binnen.	David maakt altijd veel lawaai als hij binnenkomt.
We geven te veel geld uit.	Ik vind dat we te veel geld uitgeven

Opdracht

Zoek en onderstreep de scheidbare werkwoorden in de tekst.

Ik trek mijn jas uit!

Wat is het scheidbare werkwoord?

1. trekken
2. trekkenuit
3. uittrekken
4. uit

Ik steek de straat over.
Wat is het scheidbare werkwoord?

Ik stuur de schoenen terug.
Wat is het scheidbare werkwoord?

Ik ........ een briefje voor mijn docent ..... (ophangen)

Zij ....... haar kamer vanavond ......
(opruimen)

Mohamed ....... de les uit het boek ......
(overschrijven)

Maak de zin af:
Ik wil niet dat mijn vriend ....... (weggaan)

Maak de zin af:
Mijn vriend klaagt dat ik mijn kleren nooit ....... (opruimen)

Kies een scheidbaar werkwoord, maak er een zin mee met bijzin: Binnenkomen, afmelden, teruggeven, afwassen, opeten, aankleden

Opdrachten

2: lees de zinnen luidop, LET OP verbonden spraak

3: Maak de opdracht zelf. 

4: Maak zelf. Dit wordt in de klas nagekeken

5: Praat samen

6: Maak nu zelf een gesprek en oefen samen