9.3 Theorieën over criminaliteit

9.3 Theorieen over criminaliteit




3KG1 dinsdag 23 januari
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

9.3 Theorieen over criminaliteit




3KG1 dinsdag 23 januari

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Na deze les ken je de  6 wetenschappelijke verklaringen voor het ontstaan van criminaliteit  en je kunt deze ook uitleggen met een voorbeeld.

Slide 2 - Diapositive

3KG1 dinsdag 23 januari
  • Huiswerk:  9.1 en 9.2 af + de samenvatting van 9.1 en 9.2 invullen op blz. 188 in je werkboek
  • Uitleg 9.3 (t/m slide 7 nog samen)
  • Kader leerlingen: studieplanner met linkjes staat op Magister. Je mag ook beginnen met 9.4 te lezen en te maken
  • GL: Lezen blz. 142 en 143 paragraaf 9.3 Theorieën over criminaliteit
  • Maak een schema/samenvatting van de 6 theorieën 
  • Huiswerk: GL: maken van 9.3: opdrachten 1, 4, 7, 8 en 9

*9.3 is geen toetsstof voor Kader leerlingen

Slide 3 - Diapositive

Wat denk jij, is criminaliteit aangeboren, aangeleerd of allebei?
aangeboren
aangeleerd
aangeboren en aangeleerd

Slide 4 - Sondage




Waarom doen wetenschappers (criminologen) onderzoek naar het ontstaan van crimineel gedrag?

Slide 5 - Diapositive

Waarom plegen mensen misdrijven?
Criminologen en psychologen houden zich bezig met de vraag hoe criminaliteit ontstaat. Want als je daar meer over weet, kun je criminaliteit effectiever bestrijden en aanpakken. 


Slide 6 - Diapositive

Een theorie is een verklaring voor dingen die om ons heen gebeuren. In het boek staan 6 wetenschappelijke verklaringen voor het ontstaan van criminaliteit.
Een theorie 

Slide 7 - Diapositive

Volgens de theorie van Freud hebben wij  als mens twee oerdriften: Seks en agressie. 

Ieder mens heeft hier last van en deze driften kun je niet uitschakelen. Ook niet als je dit zou willen.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

De marshmallowtest: wat zegt het?
Ieder kind kreeg een marshmallow met de mededeling dat hij nog een tweede kreeg als hij het vijftien minuten volhield om de lekkernij niet op te eten. 

Vervolgens liep de onderzoeker de kamer uit. 

Uitkomst onderzoek:
Kinderen die wachtten met eten, deden het later beter op school en hadden minder last van overgewicht en verslavingen, zo bleek uit vervolgonderzoek. 

Oftewel: wie zich niet kan beheersen, heeft daar zijn hele leven last van


Slide 10 - Diapositive

Maar....
Er blijkt een belangrijke fout in het onderzoek van Mischel te zitten. Zijn proefkonijntjes kwamen allemaal van de crèche op de universiteitscampus, voornamelijk uit rijkere milieus dus. De spekjestest is nu overgedaan met negenhonderd Amerikaanse kleuters van allerlei achtergronden. 

Uit dit nieuwe onderzoek blijkt dat vooral de sociaaleconomische achtergrond van het kind belangrijk is voor zijn schoolprestaties en succes in het leven. Niet zijn zelfbeheersing.
Oftewel, een gebrek aan zelfbeheersing is niet de oorzaak van veel problemen. Het is slechts een van de vele problemen waarmee je moet omgaan als je de pech hebt om in een arm milieu op te groeien.

Slide 11 - Diapositive

3KG1 dinsdag 23 januari
  • Huiswerk:  9.1 en 9.2 af + de samenvatting van 9.1 en 9.2 invullen op blz. 188 in je werkboek
  • Uitleg 9.3 (t/m slide 7 nog samen)
  • Allemaal: nakijken 9.1 en 9.2
  • Kader leerlingen: studieplanner met linkjes staat op Magister. Je mag ook beginnen met 9.4 te lezen en te maken
  • GL: Lezen blz. 142 en 143 paragraaf 9.3 Theorieën over criminaliteit
  • Maak een schema/samenvatting van de 6 theorieën 
  • Huiswerk: GL: wo. 31-1 maken van 9.3: opdrachten 1, 4, 7, 8 en 9 + schema af

*9.3 is geen toetsstof voor Kader leerlingen

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

1. Aangeleerd gedragstheorie
  • Crimineel gedrag vertoont zich alleen als kinderen worden opgevoed met criminaliteit of dit overnemen van vrienden door groepsdruk. 
  • als je veel omgaat met criminelen is de kans groot dat je zelf ook crimineel wordt. Je gaat bepaald gedrag als 'gewoon' ervaren. 

Slide 14 - Diapositive

2. Anomietheorie
  • Mensen komen eerder in de criminaliteit terecht als ze hun doelen in het leven niet kunnen bereiken zoals een diploma of een goede baan.  
  • Anomie is niet volgens de wettelijke, gangbare regels.

Slide 15 - Diapositive

3. Bindingstheorie
  • Bindingen zorgen ervoor dat er een rem komt op ons crimineel gedrag. Denk aan verliefd worden, in een liefdevol gezin opgroeien of leuke collega's kunnen mensen uit de criminaliteit houden. In de aard is iedereen crimineel.

  • WWW-theorie

Slide 16 - Diapositive

4. Rationele keuze theorie
Of de Gelegenheidstheorie:  er wordt een afweging gemaakt: "wat levert mij dit op en wat kunnen de consequenties zijn?' Mensen maken een rationele keuze of de diefstal zich loont ja of nee. Dus: de gelegenheid maakt de dief. Hoe hoog is de pakkans bijvoorbeeld?

Slide 17 - Diapositive

5. Etikettentheorie
Etiketteringstheorie iemand die eenmaal een misdaad heeft begaan zal dit volgende keren ook weer doen. 

'Ze vinden me toch al een kutmarokkaan, ach, dan leef ik er ook naar'

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Waarom willen mensen niet dat gedetineerden bij hun in de wijk komen?

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Vidéo

Wat wordt er bedoeld met de rationele keuze of gelegenheidstheorie?
A
Je pleegt altijd criminaliteit
B
Je vertoont alleen crimineel gedrag als je dat leuk vindt
C
Je kijkt wat het je kan opleveren en dan besluit je crimineel gedrag te vertonen
D
Je vertoont alleen crimineel gedrag als je met andere samen bent

Slide 22 - Quiz

6. Neutraliseringstheorie
Volgens de neutraliseringstheorie praat iemand zijn eigen foute gedrag goed.

'joh, een fiets terug stelen is prima'
'ach, iets minder opgeven bij de Belastingdienst is toch niet erg'

Slide 23 - Diapositive

Zorgen risicofactoren ervoor dat mensen crimineel gedrag gaan vertonen?
A
Nee de kans is alleen groter
B
De kans is juist kleiner
C
Als je een risicofactor hebt ga je sowieso crimineel gedrag vertonen
D
Als je een risicofactor hebt ga je sowieso geen crimineel gedrag vertonen

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Lien

Met welke theorie zou je de misdrijven die Willem Holleeder heeft gepleegd kunnen verklaren?

Slide 26 - Question ouverte

Wat denk jij nu: is criminaliteit aangeboren of aangeleerd of allebei?
aangeboren
aangeleerd
aangeboren en aangeleerd

Slide 27 - Sondage

Conclusie
We gaan er tegenwoordig van uit dat niet 1 theorie klopt, maar dat het een aantal factoren zijn die samen crimineel gedrag in de hand werken. Het is als het ware een optelsom.

Slide 28 - Diapositive

Leerdoelen behaald?
Na deze les ken je de  6 wetenschappelijke verklaringen voor het ontstaan van criminaliteit  en je kunt deze ook uitleggen met een voorbeeld.

Slide 29 - Diapositive

Aan de slag
  • maken blz.  173 en 174 in je werkboek 
  • Huiswerk: vrijdag 3 februari blz. 173 af + vraag 9 op blz. 174

Slide 30 - Diapositive