fokkerij vragen oud (n4)

Fokkerij
De volgende 13 meerkeuzevragen horen bij het vak Fokkerij dat jullie gehad hebben van dhr. De Wit.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Fokkerij
De volgende 13 meerkeuzevragen horen bij het vak Fokkerij dat jullie gehad hebben van dhr. De Wit.

Slide 1 - Diapositive

Fok 1: Welke kenmerken worden er voor de NVI gebruik?
A
Levensduur, Vruchtbaarheid, Inet, Benen, Melkbaarheid, Uier en Geboortekenmerken
B
Levensduur, Melkbaarheid, Benen, Uier, gezondheids- en geboortekenmerken
C
Levensduur, Geboortekenmerken, Vruchtbaarheid, Benen, Uier, Melk, Vet en Eiwit
D
Levensduur, Vruchtbaarheid, Inet, Benen, Uier, Uiergezondheid en Geboortekenmerken

Slide 2 - Quiz

Fok 2: Wat is een “Fokwaarde”?
A
De gemeten erfelijke aanleg van een dier
B
De geschatte erfelijke aanleg van een dier
C
De Gnomische fokwaarde van een dier
D
De verwachtingswaarde van het dier

Slide 3 - Quiz

Fok 3: Wat is een Index?
A
Combinatie van een Fokwaarde en een Verwachtingswaarde
B
Combinatie van verschillende Verwachtingswaardes
C
Combinatie van Melk Vet en Eiwit
D
Combinatie van verschillende Fokwaardes

Slide 4 - Quiz

Fok 4: Wat is een “Erfelijkheidsgraad”?
A
Een getal wat aangeeft hoe snel je in de fokkerij vooruit gaat
B
Een getal tussen 1 en 10 wat aangeeft hoeveel inteelt er in de paring zit
C
Een getal wat aangeeft in hoeverre een eigenschap erfelijk wordt bepaald is
D
Een getal wat aangeeft of er gevaar bestaat op inteelt

Slide 5 - Quiz

Fok 5: Welke waardes worden er in de “Inet” ingewogen?
A
Kilogram- melk, vet en eiwit
B
Kilogram- lactose, melk, vet en eiwit
C
Kilogram- lactose, vet en eiwit
D
Kilogram- melk, eiwit en lactose

Slide 6 - Quiz

Fok 6: Hoeveel % vaarskalveren kun je verwachten als je gebruik maakt van “Gesekst sperma”?
A
Tussen de 85 en de 95%
B
Tussen de 75 en de 85%
C
Tussen de 65 en de 75%
D
Tussen de 55 en de 65%

Slide 7 - Quiz

Fok 7: Wat is de betrouwbaarheid van een “Genomische fokwaarde”?
A
Tussen de 85 en de 95%
B
Tussen de 75 en de 85%
C
Tussen de 65 en de 75%
D
Tussen de 55 en de 65%

Slide 8 - Quiz

Fok 8: Waar wordt de informatie voor een fokwaardeberekening vandaan gehaald?
A
Via de K.I., M.P.R. en de Bedrijfsinspectie
B
Via de K.I., M.P.R., de Genetische merkers en de Bedrijfsinspectie
C
Via de M.P.R., de Genetische merkers en de Bedrijfsinspectie
D
Via de N.V.I. en de Inet

Slide 9 - Quiz

Fok 9:
Wat is een verwachtingswaarde van een kalf?
A
Het gemiddelde van de Inet en de NVI van het kalf
B
De optelling van de verschillende fokwaardes van de vader en de moeder van het kalf
C
Het gemiddelde van de fokwaarde van de vader en de moeder van het kalf
D
De genomische fokwaarde en de gewone fokwaarde van het kalf opgeteld

Slide 10 - Quiz

Fok 10:
Onder welke 3 kopjes kun je "Fokkerij" verdelen? Deze gebruik je ook in je "Stier advies programma".
A
Onder het kopje: Productie, Exterieur en Gezondheid
B
Onder het kopje: Melk, Exterieur en Gezondheid
C
Onder het kopje: Melk, Vet en Eiwit
D
Onder het kopje: Melk, Productie en Gezondheid

Slide 11 - Quiz

Fok 11: In welk Europees land is de gemiddelde levensproductie bij afvoer van de melkkoeien het hoogst?
A
België
B
Nederland
C
Denemarken
D
Zweden

Slide 12 - Quiz

Fok 12: Wat is de gemiddelde levensproductie bij afvoer van de Nederlandse melkkoe?
A
Ongeveer 32000 kg melk
B
Ongeveer 34000 kg melk
C
Ongeveer 36000 kg melk
D
Ongeveer 38000 kg melk

Slide 13 - Quiz

Fok 13: Er wordt in de fokkerij steeds vaker naar de fokwaarde "Voerefficiëntie" gekeken. We hebben dit in Wirdum ook gehoord.
Wat is de gemiddelde voerefficiëntie van de Nederlandse melkkoe?

A
1,2
B
1,4
C
1,6
D
1,8

Slide 14 - Quiz

fokkerij vragen oud (n4)

Slide 15 - Diapositive