oefenen ww spelling
De weerman (voorspellen) regen en wind.
1 / 15
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
De weerman (voorspellen) regen en wind.
Slide 1 - Question ouverte
Gisteravond (klappen) de toeschouwers lang voor het leuke toneel.
Slide 2 - Question ouverte
Hij (zullen) zeker naar het feest gaan.
Slide 3 - Question ouverte
Waarom (vermoeden) je zus dat?
Slide 4 - Question ouverte
De paarden (draven) vorige week nog in de wei.
Slide 5 - Question ouverte
Mirte en Tess (hebben) vandaag geen tijd.
Slide 6 - Question ouverte
Gisteren (verklappen) Rens het geheim.
Slide 7 - Question ouverte
Mijn moeder (verbinden) mijn verstuikte enkel.
Slide 8 - Question ouverte
De vorige keer (starten) de hardlopers te laat.
Slide 9 - Question ouverte
Woud (hebben) zin in een lesje.
Slide 10 - Question ouverte
(Beantwoorden) je zijn mail niet?
Slide 11 - Question ouverte
Toen de buren weg waren, (blaffen) hun hond heel lang.
Slide 12 - Question ouverte
Niek en Abdel (durven) vorige week niet van de hoge duikplank te springen.
Slide 13 - Question ouverte
De verzorgende (schudde) de kussens van de ziek op
Slide 14 - Question ouverte
Ik (branden) mijn hand, toen ik de schaal uit de oven haalde.
