5.4 Voortplanten

5.4 Voortplanten
Deze les:
- Herhaling vorige lessen
- Herhaling doelen en deelvragen
- Uitleg 5.4
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

5.4 Voortplanten
Deze les:
- Herhaling vorige lessen
- Herhaling doelen en deelvragen
- Uitleg 5.4

Slide 1 - Diapositive

Wat wordt er aangegeven met nummer 3?
A
Celwand
B
Celmembraan
C
Bladgroenkorrel
D
Cytoplasma

Slide 2 - Quiz

Wat wordt er aangegeven met nummer 4?
A
Celwand
B
Celmembraan
C
Bladgroenkorrel
D
Cytoplasma

Slide 3 - Quiz

Wat wordt er aangegeven met nummer 6?
A
Vacuole
B
Celmembraan
C
Bladgroenkorrel
D
Cytoplasma

Slide 4 - Quiz

Wat wordt er aangegeven met nummer 2?
A
Vacuole
B
Celmembraan
C
Celkern
D
Cytoplasma

Slide 5 - Quiz

Hoe heet het proces dat plaats vind in de bladgroenkorrel?

Slide 6 - Question ouverte

Wat maakt een plant als deze aan fotosynthese doet? Noem eerst het gas! ..... en ......

Slide 7 - Question ouverte

Sleep de bloemonderdelen naar de juiste plek
Kroonblad
Meeldraad
Kelkblad
Stijl
Stempel
Stamper
Helmknop
Vruchtbeginsel
Zaadbeginsel
Helmdraad
Bloemsteel

Slide 8 - Question de remorquage

Wat zit er in een zaadbeginsel?

Slide 9 - Question ouverte

Wat wordt er gemaakt in de helmknop? Meervoud!

Slide 10 - Question ouverte

Mannelijk of vrouwelijk geslachtsorgaan
Vrouwelijk = stamper
Mannelijk = meeldraad
Zaadje = stuifmeelkorrel + eicel

Slide 11 - Diapositive

Bestuiving

Slide 12 - Diapositive

Bestuiving door:

Slide 13 - Diapositive

Ontstaan van zaden
  1. Stuifmeelkorrel maakt stuifmeelbuis door de stijl
  2. Celkern stuifmeelkorrel zakt door stuifmeelbuis
  3. Celkern stuifmeelkorrel en celkern eicel smelten samen
  4. Eicel groeit uit tot zaadje
  5. Vruchtbeginsel groeit uit tot vrucht & zaadbeginsel groeit uit tot zaden (pit)

Slide 14 - Diapositive

In een vruchtbeginsel zitten 6 zaadbeginsels. Er komen 4 stuifmeelkorrels op de stempel van de stamper. Hoeveel zaden kunnen er ontstaan? (getal)

Slide 15 - Question ouverte

Windbloemen
Insecten
bloemen

Slide 16 - Question de remorquage

1. De kroonbladen van insectenbloemen bloemen zijn meestal 
   .......... / ..........        en  ........................... / .......................

2 De kroonbladeren  van windbloemen zijn meestal ............  / .......   en ........................ / ..................  

3 Insectenbloemen maken ............/ .......... stuifmeelkorrels dan windbloemen

Wat zijn de eigenschappen van insectenbloemen en windbloemen? Sleep een vinkje naar de goede eigenschap
Opvallend 
Onopvallend
Groot
Klein
meer
minder
Groot
Klein
Opvallend 
Onopvallend

Slide 17 - Question de remorquage

Verspreiding van zaden

Slide 18 - Diapositive

Levenscyclus planten

Slide 19 - Diapositive

Hoe krijgt een kiemend plantje voedingsstoffen? 

Slide 20 - Diapositive

Huiswerk
Paragraaf 5.4
Opdracht 1 t/m 19

Slide 21 - Diapositive