engels

Welcome back to class!
- Find a seat.
- Grab your workbook, notebook and pen. 
- Grab your reading book!
timer
1:00
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welcome back to class!
- Find a seat.
- Grab your workbook, notebook and pen. 
- Grab your reading book!
timer
1:00

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Today's planning 11-12-2024
  • Reading 
  • Recap lesson 1 and 2 
  • Study vocab
  •  Watch Film!


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reading 
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vocabulary

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

- Trainers 
- A pair of shoes

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Trousers brits langebroek pants ondergoed.
pants americ

Trousers

Slide 8 - Diapositive

Trousers brits langebroek pants ondergoed.
pants americ

Slide 9 - Diapositive

Trousers brits langebroek pants ondergoed.
pants americ

Baggy

Slide 10 - Diapositive

Trousers brits langebroek pants ondergoed.
pants americ

Grammar recap

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

One/ones

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grammar: one/ones
Je gebruikt one (enkelvoud) of ones (meervoud) wanneer je een zelfstandig naamwoord nogmaals wilt opnoemen zonder te herhalen.  

The old red pencil was nicer than that new one.
I like your bike, did you buy a new one?
These brown belts are cheaper than the black ones over there.

Slide 13 - Diapositive

Zelfstandignaamwoord: Een woord voor iets of iemand. Persoon,plaats,ding,

"One" verwijst naar een enkel ding of persoon.
"Ones" verwijst naar meerdere dingen of personen, en vervangt de naam van die dingen of mensen.

op laten schrijven
welke zin is enkelvoud welke meervoud?
Demonstrative Pronouns

Aanwijzende voornaamwoorden: This/that/these/those

Slide 14 - Diapositive

Differentieren?
- uitleg minimaal
makkelijke vragen :Laat leerlingen alleen aanwijzende voornaamwoorden invullen in zinnen met afbeeldingen.
Bijvoorbeeld:
(...) is a cat. (Afbeelding dichtbij: this)
(...) are pencils. (Afbeelding ver weg: those).
moeilijkere vragen:Geef leerlingen zinnen waar ze zelf een context moeten verzinnen en de juiste demonstrative pronoun invullen.
Bijvoorbeeld:
"Can you pass me (...)?" (iets ver weg).
Laat hen ook uitleggen waarom ze this, that, these, of those kozen.

Verdeel de klas in 2
- 1  groep klassikaal uitleg geven
- andere groep geen uitleg nodig gelijk aan de slag opdr 15. 

This: you can almost touch it, that: its to far to reach
this/that/these/those
1) Enkelvoud of meervoud
2) Dichtbij of ver weg

this
1 ding, dichtbij
that
1 ding, ver weg
these
meerdere dingen, dichtbij
those
meerdere dingen, ver weg

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

this/that/these/those
1) Enkelvoud of meervoud
2) Dichtbij of ver weg

this
1 ding, dichtbij
that
1 ding, ver weg
these
meerdere dingen, dichtbij
those
meerdere dingen, ver weg

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Present continuous

Slide 17 - Diapositive

tegenwoordige tijd continu/ in duurvorm/ duratief(voortdurend)

Op laten schrijven in schrift. 

- voorbeeld zin met andere pronouns laten vormen. 
- Verschillende soorten zinnen checken. 
Present continuous
Wat is het? Een tijdsvorm in het Engels: Present continuous
Hoe gebruik je het? Met de vorm van to be(am/are/is) + ww+ing
Wanneer gebruik je deze tijd? Als iets nu aan de gang is of als iets nu bezig is. 
Voorbeeld:
+                                                          -                                                         ? 
She is talking.                She is not talking                     Is she talking


Slide 18 - Diapositive

tegenwoordige tijd continu/ in duurvorm/ duratief(voortdurend)

Op laten schrijven in schrift. 

- voorbeeld zin met andere pronouns laten vormen. 
- Verschillende soorten zinnen checken. 
Working on exercises 3.1 & 3.2! 

Finish and check exercises: 5, 6, 7, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17
Done? 18/19 + study vocabulary 3.1 & 3.2
P. 85 

timer
15:00

Slide 19 - Diapositive

independen
Study the vocabulary of lesson 1 & 2
  • Flashcards
  • Make sentences
  • Create a story
  • Other..
timer
10:00

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Film time! 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions