Hoofdstuk 1 hoofdzaken en hoofdgedachte

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Goedemiddag

Programma

Absentie

Theorie lezen H1

Klassikaal werken

Zelfstandig werken

Hoofdstuk 1 hoofdzaken en hoofdgedachte

Lesdoel 

Je leert over hoofdzaken en hoofdgedachte

Hoofdzaken

De belangrijkste informatie in een tekst zijn de hoofdzaken.

Deze hoofdzaken komen in een samenvatting te staan.

Hoofdgedachte

• Het belangrijkste wat er over het onderwerp wordt gezegd is de hoofdgedachte. Je vindt de hoofdgedachte vaak in de inleiding of in het slot van de tekst.

• een hele zin, maar geen vraagzin!

Hoe vind je de hoofdgedachte?

Stap 1: Wat is het onderwerp van de tekst (waar gaat de tekst over in 1 woord).

Stap 2: Wat zegt de schrijver over het onderwerp.

Belangrijk!

Volgende dia's bevatten informatie voor het maken van de opdracht. 

GLOBAAL LEZEN

Je komt meer te weten over het onderwerp, de hoofdgedachte en de inhoud van de tekst. 

• Lees de eerste en de laatste zin van elke alinea.

• Bepaal voor iedere alinea de hoofdgedachte (kernzin).

Als je de tekst globaal gelezen hebt, weet je wat de hoofdzaken van de tekst zijn. Je weet ook welk gedeelte van de tekst je eventueel intensief wilt lezen.

ACTIEF LEZEN

Wil je de hele tekst of een bepaalde passage (fragment) helemaal begrijpen, wil je de hoofdzaken en de bijzaken uit de tekst halen en wil je de verbanden tussen paragrafen en/of alinea’s begrijpen, lees dan de tekst intensief. 

Citeren

Het overnemen van een tekstgedeelte (een woord, enkele woorden, een zinsgedeelte, een zin of een aantal zinnen uit een tekst) 

Het citeren mag worden uitgevoerd door het hele tekstgedeelte over te nemen in het antwoord of door minimaal het eerste en het laatste woord van het tekstgedeelte in het antwoord over te nemen, gescheiden door (drie) puntjes. Het gebruik van aanhalingstekens en/of het plaatsen van haakjes om de (drie) puntjes is niet verplicht. Een regelverwijzing is ook niet verplicht.

Wat is een zin

een reeks van woorden uit een tekst die volgt op een punt (of een soortgelijk teken, zoals een

vraagteken, een uitroepteken), begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.

Voorbeeld citeren; neem dit over in je schrift

Manier 1: De ruim duizend bibliotheken beraden zich op hun toekomst. 

Manier 2: De ... toekomst. 

Instructie

Wat: Maken opdracht 1 blz 13 + 14

Hoe: Individueel met je mond dicht

Tijd: +/-  25 min

Hulp: boek en aantekeningen

Klaar: (af) maken stencil spreekwoorden

Lesdoel behaald?

Je leert over hoofdzaken en hoofdgedachte

Reflectie

Reflectie